Ingediend | 8 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 21 maart 2019 (na 13 dagen) |
Indiener | Roy van Aalst (PVV) |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z04565.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1982.html |
Ja.
Er is geen sprake van een onjuiste weergave van de temperatuur uit het verleden. Het homogeniseren van meetreeksen is noodzakelijk om te komen tot betrouwbare temperatuurreeksen. Metingen van temperaturen van voor 1951 zijn niet altijd te vergelijken met de huidige metingen door het gebruik van andere instrumenten en andere meetomstandigheden. Dit speelt met name een rol bij het meten van hoge temperaturen. Daarnaast werd voor 1951 gemeten op een te beschutte locatie en gebruik gemaakt van een andere thermometerhut dan nu gangbaar is. Om betrouwbare temperatuurreeksen te krijgen die geschikt zijn voor wetenschappelijk onderzoek, is het nodig om rekening te houden met deze verschillen en daarvoor te corrigeren. Deze homogenisatie, waarbij gebruik is gemaakt van statistische methoden, wordt al sinds jaar en dag in internationaal meteorologisch onderzoek gebruikt.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord zoals gegeven op vraag 2.
Dat het aantal hittegolven afgenomen is, na toepassing van de homogenisatie van de temperatuurreeksen, is een bijproduct van het onderzoek. Deze homogenisatie is gedaan om een consistente temperatuurreeks te construeren die ingezet kan worden voor wetenschappelijk onderzoek. De correcties zijn onafhankelijk van elkaar bepaald bij vijf weerstations in Nederland, waarbij gebruik is gemaakt van parallelmetingen. De trend die hieruit is afgeleid, is voor de vijf stations zeer vergelijkbaar. Deze methode is voor het doen van wetenschappelijk onderzoek internationaal algemeen gangbaar en wordt in elke publicatie over dit onderwerp onafhankelijk getoetst.
De tempartuurreeksen worden niet gebruikt voor het meten van de opwarming van de aarde maar voor het doen van wetenschappelijk onderzoek naar weerextremen in Nederland. Uitspraken over klimaatverandering zijn gebaseerd op conclusies van vele internationale wetenschappelijke studies.
Er is geen aanleiding tot ontslagen of tot het corrigeren van de onderzoeksdata. De homogenisatie van temperartuurreeksen is standaardpraktijk bij internationale weerinstituten. Zo ook bij het KNMI. Het proces van homogenisatie is zorgvuldig en transparant verlopen. De homogenisatie van de temperatuurmetingen is beschreven in een technisch rapport. Dit rapport is beoordeeld door collega-wetenschappers. Het rapport en de aangepaste reeksen zijn voor publicatie
gedeeld met alle relevante afnemers, om hen zo ook mogelijkheid tot commentaar te geven. Dit rapport zal eind verschijnen in het aan peer review onderworpen tijdschrift Meteorologica. Zowel de aangepaste als de originele temperatuurreeksen zijn te vinden op de website van het KNMI.