Ingediend | 7 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 27 maart 2019 (na 20 dagen) |
Indiener | Fleur Agema (PVV) |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid tijdelijk verblijf zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z04465.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2051.html |
Ziekenhuizen maken zelfstandig de keuze voor de wijze waarop zij nieuw personeel werven. Met het huidige tekort aan zorgmedewerkers ligt er een grote opgave voor de werkgevers in de zorgsector om voldoende nieuwe mensen aan te trekken en het huidig personeel te behouden. Met het actieprogramma «Werken in de zorg» zet ik hier – samen met de Minister en de Staatssecretaris van VWS – breed op in. Daarbij hebben wij ook oog voor de waardevolle bijdrage die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen leveren in de zorg. Om die reden worden ook acties ondernomen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te laten stromen op banen in de zorg. Het gaat hier bijvoorbeeld om leerlingen van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, mensen met een uitkering, en ook personen met een niet-westerse migratieachtergrond waaronder statushouders. Mensen die in de regel niet zondermeer in beeld zijn bij werkgevers maar over voldoende talenten bezitten die in de zorg goed inzetbaar zijn.
Het is de taak van een ziekenhuis om nu en in de toekomst voldoende en goed opgeleid personeel in dienst te hebben om aan hun zorgplicht te kunnen voldoen. In deze tijd van arbeidsmarktkrapte is het begrijpelijk en ook heel goed dat ziekenhuizen breder kijken en zich ook richten op het aantrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hen passende training aanbieden wanneer die bijdraagt aan de inzetbaarheid van mensen.
De potentiële werknemer is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de eisen om het beroep te mogen uitoefenen. Voor deze specifieke functie wordt gevraagd naar de beheersing van Nederlands het niveau B1 of hoger. Dit staat gelijk aan de taaleis voor een BIG-registratie volgens het Gemeenschappelijk Europees Opleidingskader voor verpleegkundigen.
Voor een BIG-registratie moet de statushouder de procedure volgen bij het BIG-register die alle migrerende beroepsbeoefenaars moeten doorlopen.2 De kosten die hiervoor gemaakt moeten worden zijn voor de statushouder. VWS heeft geen zicht op eventuele afspraken die werknemers en werkgevers hierover met elkaar maken.
Ja, zie verder antwoord op vraag 1.
Ik wil extra benadrukken dat iedereen met de juiste competenties meer dan welkom is om in de zorg te komen werken. Zo zet ik, samen met de Minister en de Staatssecretaris van VWS, met het actieprogramma ook in op meer herintreders en zij-instromers door het project «Sterk in je werk» en bied ik met SectorplanPlus ook ondersteuning voor scholingsactiviteiten gericht op nieuwe medewerkers in de zorg.
In de huidige arbeidsmarkt in de zorg is elke op zijn taak berekende extra zorgverlener meer dan welkom. Of dit nu een statushouder betreft of iemand met een Nederlands paspoort is niet relevant. Van een voorrangsregeling is dan ook geen sprake. Wel vraagt dit soms om gericht initiatief, want bepaalde groepen zijn niet altijd automatisch in beeld bij de werkgevers of vragen net wat meer ondersteuning. Ik breng dit bij werkgevers onder de aandacht. De krappe arbeidsmarkt biedt kansen voor iedereen in Nederland die momenteel aan de kant staat. Deze kansen onbenut laten zou maatschappelijk ongewenst zijn.
Zie antwoord vraag 5.