Ingediend | 6 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 27 maart 2019 (na 21 dagen) |
Indiener | Henk van Gerven |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z04284.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2059.html |
Ja, dat bericht ken ik.
De International Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD) is een instrument om data over ziekte en sterfte internationaal vergelijkbaar te maken. Om het door zoveel mogelijk lidstaten te laten gebruiken, moet het ook bruikbaar zijn voor zoveel mogelijk WHO lidstaten; tegelijkertijd sluit het zoveel mogelijk aan bij de huidige stand van de medische wetenschap. Om die reden wordt de ICD met enige regelmaat herzien om recht te doen aan nieuwe inzichten. De elfde revisie van de ICD is een proces dat al jaren loopt.
De ICD-11 kent inderdaad een hoofdstuk Traditional Medicine Conditions (TMC2), maar dit heeft geen diagnostische toepassing in de zin dat het een instrument is voor de arts om tot de juiste diagnose te komen. Het betreft hier de mogelijkheid om aandoeningen gerelateerd aan «traditional medicine» te registreren. Deze mogelijkheid is voor optioneel gebruik. Dat wil zeggen dat het geen onderdeel uitmaakt, noch zal uitmaken, van de verplichte data aanlevering van landen aan de WHO. Landen kunnen daarom zelf beslissen of ze dat hoofdstuk wel gebruiken of niet.
In het internationale circuit van deskundigen heeft Nederland geen mening gegeven over TMC. De rol van de deskundigen was vooral per hoofdstuk en onderwerp verdeeld; het bestaan van het TMC hoofdstuk is nooit ter discussie gesteld.
Tijdens de bijeenkomst van de Executive Board van de WHO heeft Nederland zich geschaard achter de lijn die door Roemenië is uitgesproken namens de Europese Unie en haar lidstaten. Daarin is verwoord dat de EU-lidstaten begrip hebben voor het belang dat de WHO hecht aan het opnemen van traditionele medische aandoeningen in het ICD-systematiek. Dit is nuttig voor landen waar traditionele behandelwijzen al eeuwenlang deel uitmaken van hun gezondheidszorgsysteem. Tegelijkertijd is namens de lidstaten uitgesproken dat de WHO in de ICD-systematiek een helder onderscheid moet aanbrengen tussen de beschrijving van aandoeningen geënt op traditionele geneeswijzen en die welke vallen onder de reguliere, evidence-based («Westerse») geneeswijzen.
Een definitief besluit over de adoptie van ICD-11 wordt genomen tijdens de 72e World Health Assembly in mei 2019.
Nee.
De ICD is bij uitstek een instrument van internationale consensus. Nederland kan hierin niet solitair optreden. Het is een instrument om data over ziekte en sterfte internationaal vergelijkbaar te maken. Daarvoor is het nodig dat zoveel mogelijk lidstaten de systematiek gebruiken. Bovendien maakt ICD-11 gebruik van een parallelle paragraaf voor traditionele behandelwijzen die niet interfereert met de hoofdstukken over reguliere, evidence-based («Westerse») beschrijvingen van aandoeningen. Landen zijn niet verplicht om deze parallelle paragraaf te gebruiken.
Tijdens de Executive Board is er geen ronde gedaan langs de lidstaten, specifiek gericht op het onderdeel traditionele medische aandoeningen. Ik heb geen overzicht van de inbreng van de individuele landen. Voor een verklaring van de beperkte weerstand verwijs ik naar mijn antwoord bij vraag 3.
Ik sluit niet uit dat er wereldwijd vrij veel gebruik van gemaakt zal worden, maar in Nederland zal dat zeer beperkt zijn. Artsen dienen immers te handelen naar de normen en richtlijnen die gelden voor hun beroepsgroep. Die veranderen niet door de komst van de ICD-11. Verder wordt het hoofdstuk TMC niet gebruikt in de doodsoorzakenstatistiek van het CBS.
Er is geen directe relatie tussen de diagnostische categorieën in de ICD en de vraag of een medische behandeling in aanmerking komt voor vergoeding vanuit het basispakket. Een aandoening met bijbehorende behandeling komt niet eerder voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking als het in de lijst met aandoeningen in de ICD staat.
Dat belang kan enerzijds zijn dat men door standaardisatie en registratie een stimulans wil geven aan het wetenschappelijk onderzoek rond traditionele Chinese Geneeskunde. Anderzijds kan er ook een economisch belang spelen met betrekking tot de export van producten van de traditionele Chinese geneeskunde.
De wereldwijde markt voor TMC zal er zeker niet onder lijden.
Dat is koffiedik kijken; beide aspecten zouden een rol kunnen spelen. Zie ook mijn antwoord op vraag 7.
Een diagnostische categorie is geen behandeling en heeft op zich geen werkzaamheid. Het gaat natuurlijk om de vraag of de behandelingen die verbonden worden aan de diagnose werkzaamheid hebben. Om dat te kunnen bewijzen of ontkrachten kan standaardisatie en registratie van diagnostische categorieën een goede stap zijn.
Het registreren van ziektebeelden uit de traditionele Chinese geneeskunde is op zich niet gevaarlijk, mits dat niet ten koste gaat van het registreren van categorieën uit de reguliere geneeskunde, en mits het niet leidt tot onveilige behandelingen. Bovendien gaat het, zoals verwoord in mijn antwoord op vraag 3, bij ICD-11 om een optionele paragraaf die de mogelijkheid biedt om traditionele aandoeningen te registreren.
Registratie van aandoeningen leidt niet tot gezondheidsgevaren maar draagt juist bij aan het inzicht verschaffen over het voorkomen, de verspreiding en de aanpak van ziekten en aandoeningen en daarmee aan een verbetering van nationale en mondiale gezondheid en welzijn.