Ingediend | 21 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 17 juli 2019 (na 146 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Mona Keijzer (staatssecretaris economische zaken) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie recht sport strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z03529.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3489.html |
De berichtgeving daarover is mij bekend.
Samen met de KNVB, betaald voetbalorganisaties, politie, OM, gemeenten en supporters werkt de Minister van JenV aan gastvrij en veilig voetbal. Het streven is om voetbalsupporters zonder al te veel beperkingen een wedstrijd te kunnen laten bezoeken.
Navraag bij de KNVB leert dat het doorverkopen van toegangskaarten als probleem wordt gezien voor het betaald voetbal in Nederland. Betaald voetbalorganisaties en de KNVB worden geconfronteerd met de negatieve effecten van de doorverkoop van toegangskaarten.
Door de doorverkoop van entreebewijzen lopen clubs het risico minder zicht te hebben op wie er in het stadion aanwezig is. Deze informatie is gewenst om bijvoorbeeld te voorkomen dat personen met een stadionverbod het voetbalstadion betreden. Ook kan er niet op worden toegezien of de supporters in de juiste vakken (voor uit- of thuissupporters) terecht komen.
Gelukkig verloopt het merendeel van de betaald voetbalwedstrijden zonder noemenswaardige incidenten. Zodra de KNVB of voetbalclub signaleert dat er sprake is van secundaire handel, dan blokkeren zij de toegangskaart(en) die middels secundaire handel verkregen is/zijn. Doorverkochte kaarten verliezen conform de Standaardvoorwaarden van de KNVB (die gelden tijdens voetbalevenementen) hun geldigheid. De Standaardvoorwaarden zijn op de website van de KNVB terug te vinden (gedeponeerd ter Griffie van de
rrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 181/2002). Dergelijke regels mag de club opstellen als voorwaarde voor toegang tot het eigen terrein. Dit kan leiden tot het verval van de geldigheid van de kaartjes en/of een landelijk stadionverbod van 18 maanden inclusief een geldboete van maximaal € 450,opgelegd door de KNVB.
Daarnaast zijn er vanuit het project «Toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal richting 2020» diverse maatregelen genomen om de veiligheid in en buiten de stadions te garanderen en het betaald voetbal een feest te laten zijn voor alle Onze referentie supporters. De maatregelen zijn onder te verdelen in een vijftal categorieën: 1444721 integrale persoonsgerichte aanpak, gastheerschap, safety, regierol gemeenten en samenwerken met supporters. Over de voortgang van dit project zal de Minister van JenV u dit najaar informeren.
Marktplaats benadrukt in haar reactie dat de hoge prijs voor de kaartjes voor een halve finale van het KNVB-bekertoernooi mede veroorzaakt wordt door het beperkte beschikbare aantal kaartjes voor het publiek. Desgevraagd geeft Marktplaats aan dat voor haar het uitgangspunt is dat alles op haar platform mag worden verhandeld tenzij dit bij wet niet is toegestaan. Marktplaats geeft aan tegelijkertijd op verschillende manieren te proberen misstanden tegen te gaan, bijvoorbeeld door aanbieders er op te wijzen rekening te houden met wettelijke of contractuele restricties. Ook heeft zij een meldingsprogramma dat aangesloten clubs waarschuwt als kaarten voor een wedstrijd op Marktplaats worden aangeboden. Daarnaast waarschuwt Marktplaats websitebezoekers die een «gezocht-advertentie» plaatsen nadrukkelijk voor oplichters, zoals aanbieders van valse kaartjes en doet ze zo nodig meldingen bij het Landelijk Meldpunt Internetoplichting. De redenering van Marktplaats over de wettelijke grenzen en de totstandkoming van de prijs kan ik volgen. Het is daarnaast bemoedigend om te constateren dat Marktplaats wel degelijk oog heeft voor het voorkomen van mistanden op hun platform.
Ja.
Voor wat betreft nationale wetgeving verwijzen we u door naar antwoorden op eerdere Kamervragen van u (Aanhangsel 2018–2019, nr. 1160). Onze conclusie is dat een nationaal verbod op doorverkoop ineffectief en niet of nauwelijks handhaafbaar is. Daarnaast zou de doorverkoop zich na invoering van nationale wetgeving verplaatsen naar landen waar geen regulering is.
De ACM is op de hoogte gebracht. De ACM ontvangt voortdurend vele signalen van uiteenlopende consumentenproblemen en moet keuzes maken over welke problemen zij aanpakt. Als onafhankelijke toezichthouder stelt zij zelfstandig haar prioriteiten. Deze afwegingen maakt de ACM op basis van onder meer de ernst van een misstand, het structurele karakter en de schade voor de consument. De ACM doet doorgaans geen uitspraken over de vraag of zij onderzoek doet in een 1444721 bepaalde sector, of wat de status is van eventuele lopende onderzoeken.
Tijdens de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad in november 2018 is het onderwerp besproken. Ook heb ik de Europese Commissie het verzoek gedaan om de grootte van de problematiek in kaart te brengen.
Het Europees parlement en de Raad hebben recent in Brussel voorlopige overeenstemming bereikt over een richtlijn met maatregelen om het Europese consumentenrecht te moderniseren. Eén van deze maatregelen is een verbod voor handelaren om met gebruik van software meer kaartjes dan toegestaan te kopen met het doel om deze vervolgens door te verkopen. In het najaar van 2019 wordt over deze richtlijn een definitief besluit genomen.
Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over een uitspraak van een rechter. Voor zover ik heb begrepen ging het in de Duitse zaak om gepersonaliseerde tickets, waarvan de primaire ticketverkopers contractueel in de algemene voorwaarden hebben vastgelegd dat de doorverkoop daarvan uitsluitend via bepaalde platforms mag. In Nederland kunnen primaire ticketverkopers -op grond van de huidige wet- en regelgeving- ook dergelijke algemene voorwaarden verbinden aan de verkoop van gepersonaliseerde tickets. De uitspraak van de Duitse rechter lijkt mij dan ook een belangrijk signaal richting doorverkopers dat zij de algemene voorwaarden die aan toegangskaarten zijn verbonden respecteren.
De berichtgeving daarover is mij bekend.
Daar heb ik geen zicht op. De uitspraak waaraan u refereert heeft betrekking op de Engelse situatie.
Ik heb niet de middelen tot mijn beschikking om de totale omvang van deze problematiek in kaart te brengen, aangezien het hier gaat om een grensoverschrijdende aangelegenheid. Daarom ben ik aan het inventariseren wat de mogelijkheden zijn op Europees niveau.
De «court order» van de Britse toezichthouder is gebaseerd op Europees geldende regelgeving over consumentenbescherming en enkele nationale aanvullingen specifiek voor ticketverkoop. In het bijzonder dienen vermeld te worden de nominale waarde van een kaartje en namens wie een tussenpersoon handelt. Wellicht ten overvloede, in Nederland is het ook zonder specifieke ticketwetgeving verplicht om de belangrijkste kenmerken en voorwaarden van het ticket te vermelden (waaronder bijvoorbeeld plaats en eventuele beperkingen ten aanzien van doorverkoop). Daarnaast dient de consument ook te worden geïnformeerd over de identiteit en hoedanigheid van de verkoper (waaronder het feit dat het om secundaire verkoop gaat). Net als de Britse autoriteit nu heeft de ACM hier in het verleden ook op toegezien. Zoals ik eerder heb aangegeven, zal ik omwille van het grensoverschrijdende karakter en de handhaafbaarheid geen nadere nationale regelgeving opstellen.