Kamervraag 2019Z02795

De rol van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen bij grote financiële schandalen en het feit dat Nederlandse pensioenfondsen geheime overeenkomsten sluiten met hen waarin zeer waarschijnlijk de beheerder feitelijk nooit aansprakelijk gesteld kan worden voor schade

Ingediend 13 februari 2019
Beantwoord 8 mei 2019 (na 84 dagen)
Indiener Pieter Omtzigt (CDA)
Beantwoord door Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66)
Onderwerpen ouderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02795.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2585.html
  • Vraag 1
    Hoeveel geld hebben Nederlandse pensioenfondsen en klopt het dat het grootste deel van deze gelden wordt beheerd door vermogensbeheerders, die aangesloten zijn bij Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS)?

    Pensioenfondsen hebben op de balans ongeveer 1.500 miljard Euro aan activa1 volgens de laatst gepubliceerde cijfers op de website van De Nederlandsche Bank (DNB). Ik beschik niet over informatie over hoeveel van deze gelden worden beheerd door vermogensbeheerders die zijn aangesloten bij DUFAS.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich dat het aangenomen amendement-Omtzigt (Kamerstuk 35 015, nr. 10) heel duidelijk stelt welke werkzaamheden een pensioenfonds niet mag uitbesteden, namelijk:

    Ja

  • Vraag 3
    Herinnert u zich dat belangenvereniging van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen DUFAS bepaald ongelukkig was met de toelichting op het amendement?

    Bij indiening en aanname van het amendement bleek in de sector onduidelijkheid over de betekenis van het amendement. Dit heeft tevens geleid tot nadere vragen van de Eerste Kamer over de betekenis van het amendement. Ik herinner mij ook dat de leden van de fracties van CDA, VVD, D66 en PvdA zich «bijzonder ongerust» toonden over het in de Tweede Kamer aangenomen nader gewijzigd amendement van het lid Omtzigt. De betreffende leden wezen op de principes voor verantwoord fiduciair beheer van DUFAS en hebben mij expliciet gevraagd om te «bevestigen dat het werken volgens deze principes ook in de toekomst mogelijk blijft, zodat de zorgen over een mogelijk door dit wetsvoorstel aangebrachte verandering kunnen worden weggenomen».2
    In de Memorie van Antwoord3 heb ik toegelicht dat met bovengenoemde amendement de rol en taken van het pensioenfondsbestuur bij uitbesteding op het terrein van beleggingsbeleid duidelijk in de wet worden neergelegd. Het pensioenfondsbestuur is te allen tijde eindverantwoordelijk voor het strategisch beleid ten aanzien van vermogensbeheer en het toezien daarop. Aangezien de door DUFAS opgestelde principes in lijn zijn met de inhoud van het genoemde amendement, heb ik in de Memorie van Antwoord bevestigend geantwoord op de vraag of werken volgens deze principes mogelijk blijft. Vervolgens heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel als hamerstuk aanvaard.

  • Vraag 4
    Herinnert u zich dat u antwoordde dat u niet op de hoogte bent dat de leden van DUFAS zich onder andere schuldig gemaakt hebben aan Libor fraude, Forex manipulatie, Euribor fraude, fraude met edelmetalen, fraude met Swaps (ISDA fix) en meer, en dat pensioenfondsen hierdoor schade geleden hebben en dat u vertelde dat deze informatie doorgaans niet openbaar is?1

    Ja, dat herinner ik mij. Uiteraard ben ik bekend met mediaberichten over fraudezaken waarbij financiële instellingen betrokken zijn geweest en waar de heer Omtzigt in onderstaande vragen ook aan refereert. Ik ben niet bekend met de onderzoeken van buitenlandse toezichthouders die aan de berichtgevingen ten grondslag liggen noch met buitenlandse gerechtelijke uitspraken hierover. Ik ben er niet mee bekend in hoeverre ook fiduciair beheerders en vermogensbeheerders die lid zijn van Dufas hierbij betrokken waren. Zo worden bancaire activiteiten en activiteiten op het gebied van fiduciair beheer bijvoorbeeld ondergebracht bij verschillende rechtspersonen, terwijl dat zij in het maatschappelijk verkeer dezelfde naam dragen. Het is aan de toezichthouder om in concrete omstandigheden bij individuele gevallen indien nodig op te treden.
    Hierbij merk ik op dat dat ik verantwoordelijk ben voor de pensioenwet en -regelgeving. In dat kader heb ik de verduidelijking in de wetgeving in de rol en taken van het pensioenfondsbestuur bij uitbesteding op het terrein van beleggingsbeleid omarmd. Bij de beantwoording van de Kamervragen uit de Eerste Kamer heb ik gereageerd op de «principes» die door de belangenvereniging Dufas zijn opgesteld. Ik heb hierbij geen oordeel uitgesproken over individuele leden van Dufas. Het is aan de toezichthouder om toezicht te houden en indien nodig vervolgstappen te ondernemen. Bij de onderstaande vragen 5 tot en met 13 vraagt de heer Omtzigt naar concrete voorbeelden. Natuurlijk ben ik bekend met de mediaberichten over deze instellingen.

  • Vraag 5
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS leden Citi, JP Morgan en UBS onder de banken waren die schuldig waren aan LIBOR fraude, dat toegegeven hebben en daar miljarden boetes voor betaald hebben in de Verenigde Staten (VS)?2

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS leden Citi, JP Morgan, UBS en BNP Paribas samen meer dan 5 miljard dollar boete betaald hebben in de VS, het Verenigd Koninkrijk (VK) en Zwitserland voor hun rol in de manipulatie van de wisselkoersen?3

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 7
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS lid JP Morgan één van de banken is die een boete kreeg in de Euribor fraude zaak (waaraan ook de Nederlandse Rabobank zich schuldig heeft gemaakt)?

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 8
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS lid State Street honderden miljoenen boete betaalde aan Amerikaanse toezichthouders en aan een settlement met Amerikaanse klanten vanwege fraude met wisselkoersen?4

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 9
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS lid State Street pensioenfondsen stiekem extra verborgen kosten in rekening bracht en dat zij daarvoor een aantal niet-Nederlandse pensioenfondsen compenseerde? Bent u bekend met het feit dat een aantal mensen hiervoor lange gevangenisstraffen heeft gekregen?5

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 10
    Bent u bekend met het feit dat DUFAS lid KPMG onder andere een schikking van het openbaar ministerie (OM) geaccepteerd heeft voor fraude en voor valsheid in geschrifte?6

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 11
    Bent u op de hoogte van het feit dat een aantal bestuurders van DUFAS lid KPMG in de Verenigde Staten (VS) vervolgd worden voor het lekken van vertrouwelijke informatie over ophanden zijnde audits?7

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 12
    Bent u op de hoogte van het feit dat het DUFAS lid UBS een schikking betaald heeft voor het manipuleren van de markten van edelmetalen en dat een trader van JP Morgan heeft toegegeven schuldig te zijn aan het manipuleren van de markt van edelmetalen?8

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 13
    Bent u op dat hoogte dat DUFAS leden BNP Paribas, Citi, JP Morgan hoge boetes en/of afkoopsommen hebben betaald in de schandaal rondom fraude met swaps (Isdafix)?9

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 14
    Klopt het dat pensioenfondsen in onder andere de VS schadevergoeding hebben gekregen voor de schade die zij geleden hebben als gevolg van de manipulatie van de derivatenmarkt?

    Op basis van publieke informatie is mij bekend dat er pensioenfondsen zijn die een procedure hebben gevoerd om schadevergoeding te eisen van partijen die voor pensioenfondsen vermogensbeheerdiensten of beleggingsproducten leverden. In hoeverre deze procedures ook te maken hebben met derivatenproducten is mij niet bekend.

  • Vraag 15
    Klopt het dat de Nederlandse pensioenfondsen enorme derivatenposities innemen en dat zij bij marktmanipulatie dus zeer waarschijnlijk schade lijden?

    Het is pensioenfondsen slechts toegestaan beleggingen in derivaten aan te gaan voor zover deze bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel of voor zover deze een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken. Een pensioenfonds vermijdt daarbij een bovenmatig risico met betrekking tot een en dezelfde tegenpartij en tot andere derivatenverrichtingen. Desalniettemin kan een pensioenfonds, net als iedere andere partij bij een contract, schade lijden indien een contractspartij niet wettig handelt.

  • Vraag 16
    Wilt u opnieuw de vraag beantwoorden of u op de hoogte bent dat de leden van DUFAS zich onder andere schuldig hebben gemaakt aan Libor fraude, Forex manipulatie, Euribor fraude, fraude met edelmetalen, fraude met Swaps (ISDA fix) en meer, en dat pensioenfondsen hierdoor schade hebben geleden?

    Zie het antwoord op vraag 4. Ik ben niet bekend met de schade die Nederlandse pensioenfondsen zouden hebben geleden. Het is aan de toezichthouder om indien nodig op te treden.

  • Vraag 17
    Weet u of de vereniging DUFAS ooit enige maatregel heeft genomen tegen een lid vanwege bijvoorbeeld fraude of valsheid in geschrifte? Zo ja, kunt u dan een voorbeeld geven?

    Ik ben hiermee niet bekend. Het is ook niet aan mij om uitspraak te doen over lidmaatschap van koepelorganisaties.

  • Vraag 18
    Is het u opgevallen dat de in de ijlings verwijderde modelovereenkomst van DUFAS was opgenomen dat

    Ja, dit was inderdaad opgenomen in de inmiddels verwijderde modelovereenkomst van DUFAS.

  • Vraag 19
    Deelt u de mening dat contracten die artikel 23.1, 23.2 en 23.3 bevatten, het bijna onmogelijk maken om een fiduciair beheerder aansprakelijk te stellen, omdat gederfde winsten en gemiste besparingen zijn uitgezonderd, de aansprakelijk gelimiteerd is tot een paar maanden vergoeding van de kosten betaald aan de beheerder en de fiduciair beheerder eerst in gebreke moet zijn gesteld en de mogelijkheid gehad moet hebben om zijn fout te herstellen?

    Nee, ik deel die mening niet. Het is in commerciële contracten gebruikelijk om de aansprakelijkheid voor indirecte schade uit te sluiten en om een maximumbedrag af te spreken, maar het is niet mogelijk om schade die het gevolg is van opzet of grove schuld rechtsgeldig uit te sluiten. Dit wordt gezien als onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.13 Een ingebrekestelling is naar Nederlands recht overigens verplicht voordat je schadevergoeding kan vorderen (art. 6:82 BW). Daarnaast vind ik het belangrijk te benadrukken dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de afspraken die zij in een contract vastleggen. Ik ben ervan overtuigd dat pensioenfondsbesturen hier kritisch op zijn. Overigens heeft DNB in een sectorbrief over uitbesteding vermogensbeheer14 en in de guidance over uitbesteding15 ook aandacht gevraagd voor aansprakelijkheidsbepalingen in contracten

  • Vraag 20
    Herinnert u zich dat u aan de Kamer schreef dat het pensioenfondsbestuur te allen tijde verantwoordelijk is voor het beleggingsbeleid en toezicht daarop?10

    Ja

  • Vraag 21
    Is het pensioenfondsbestuur bestuursaansprakelijk, indien er sprake is van verlies door opzet of grove schuld bij de beheerder, maar die beheerder niet aansprakelijk gesteld kan worden omdat die via het contract gevrijwaard is van die aansprakelijkheid of in ieder geval het bedrag waarvoor die aansprakelijk gehouden kan worden, geminimaliseerd heeft? Kunt u het antwoord toelichten?

    Om te beginnen is het niet mogelijk om schade die het gevolg is van opzet of grove schuld rechtsgeldig uit te sluiten. Dit wordt gezien als onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.17
    Bestuurders van het pensioenfonds kunnen (hoofdelijk) aansprakelijk zijn jegens het pensioenfonds op grond van art. 2:9 BW. Dit is een open norm, waardoor de omstandigheden van het concrete geval telkens doorslaggevend zijn. Er is dus niet in zijn algemeenheid te zeggen dat als er sprake is van een overeenkomst met dergelijke clausules, dit in alle gevallen wel of niet leidt tot bestuurdersaansprakelijkheid.
    Uit vaste rechtspraak volgt dat voor bestuurdersaansprakelijkheid aan een pensioenfondsbestuurder ten minste een ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt. Dit betekent dat er sprake moet zijn van «een onmiskenbare tekortkoming, een tekortkoming waarover geen redelijk oordelend en verstandig bestuurder twijfelt»,18 waar de bestuurder «persoonlijk een ernstig verwijt» van treft.19 Dit kan onder meer worden bepaald aan de volgende omstandigheden: de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen, de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen, of is gehandeld in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, alsmede het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult.20 Indien het bestuur is gedechargeerd, kunnen de bestuurders in beginsel niet meer op grond van art. 2:9 BW aansprakelijk worden gesteld. Décharge strekt niet verder dan wat in het jaarverslag staat of wat bekend is gemaakt aan het dechargerende orgaan.21 (zie tevens het antwoord op vraag 27).

  • Vraag 22
    Bent u bereid om in overleg met de pensioenfederatie of de toezichthouder na te gaan of pensioenfondsen ooit een beheerder aansprakelijk hebben gesteld? Zo ja, kunt u dat voorbeeld dan vertrouwelijk delen met de Kamer?

    Op basis van publieke informatie is mij bekend dat er pensioenfondsen zijn die een procedure hebben gevoerd om schadevergoeding te eisen van partijen die voor pensioenfondsen vermogensbeheerdiensten of beleggingsproducten leverden (zie tevens vraag 14). Volledige informatie hierover via bijvoorbeeld de toezichthouder is niet openbaar, dit betreft toezichtvertrouwelijke informatie. Naast dat ik het onwenselijk vind u anekdotisch op basis van publieke informatie hierover te informeren, vind ik het tevens niet aan mij om in te gaan op individuele casuïstiek. Als Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ben ik verantwoordelijk voor het overkoepelend kader, waarbinnen pensioenuitvoerders de verantwoordelijkheid hebben op zo goed mogelijk uitvoering te geven aan pensioenregelingen.

  • Vraag 23
    Welke contacten heeft u (of uw ministerie) sinds 15 november 2018 met DUFAS gehad? Kunt u de e-mailberichten en gespreksverslagen van die contacten aan de Kamer doen toekomen?

    Bij indiening en aanname van het eerdergenoemde Amendement-Omtzigt in de Tweede Kamer bleek in de sector onduidelijkheid over de betekenis van het amendement (zie tevens vraag 3). Naar aanleiding van nadere vragen van de Eerste Kamer en Kamervragen van het lid Omtzigt is in respectievelijk de Memorie van Antwoord en in de antwoorden op de Kamervragen een nadere toelichting opgenomen. In deze periode is vanuit mijn ministerie contact geweest met DUFAS om te toetsen of deze toelichtingen geen feitelijke onjuistheden bevatten en of hiermee de ervaren onduidelijkheid werd weggenomen. Tevens is contact met DUFAS geweest om ze erop te attenderen dat de modelovereenkomst op hun website niet aansloot bij de Principes Fiduciair beheer, waarop DUFAS heeft aangegeven dat overeenkomsten in de praktijk doorgaans aansluiten op de herziene principes (zie tevens vraag 24) en dat zij de verouderde overeenkomst van de website zou verwijderen.

  • Vraag 24
    Kent u de contracten tussen beheerders en pensioenfondsen? Op welke informatie baseert u de zin: «De overeenkomsten die in de praktijk gesloten worden, zijn doorgaans niet gebaseerd op de modelovereenkomst, maar op deze herziene principes»?11

    Ik heb geen zicht op contracten tussen beheerders en pensioenfondsen. Het uitbesteden van werkzaamheden inclusief de overeenkomst die daarmee gepaard gaat, is de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. Van zowel DUFAS als de Pensioenfederatie heb ik begrepen dat in de praktijk overeenkomsten niet meer op de verouderde modelovereenkomst worden gebaseerd. Partijen sluiten hun eigen overeenkomsten af. Ik heb geen reden om aan te nemen dat partijen daarbij niet gebruik zouden maken van de herziene principes fiduciair beheer, aangezien de sector zelf tot deze nieuwe principes is gekomen. Daarnaast merk ik op dat 1 januari 2019 de Verzamelwet Pensioenen 2019 in werking is getreden. Hierin is de rol en taakverdeling van het bestuur ten aanzien van het uitbesteden van vermogensbeheer duidelijk in de wet vast gelegd. Voor een pensioenfonds dat reeds volgens deze regels werkte verandert er niets, voor zover oude overeenkomsten in strijd zijn met de wetgeving prevaleert de wet.

  • Vraag 25
    Kent u enig pensioenfonds waar de deelnemer inzagerecht heeft in de beheersoverkomst?

    Nee, ik heb uit hoofde van mijn functie alleen zicht op de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de pensioen wet en regelgeving.

  • Vraag 26
    Kent u enig pensioenfonds waar het verantwoordingsorgaan inzagerecht heeft in de beheersovereenkomst?

    Ik heb uit hoofde van mijn functie alleen zicht op de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de pensioen wet en regelgeving. Op grond van artikel 115, twaalfde lid, van de Pensioenwet moet het pensioenfonds tijdig, desgevraagd alle inlichtingen en gegevens aan het verantwoordingsorgaan verstrekken, die dit orgaan voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Dit kan ook betrekking hebben op gegevens over kosten en contracten. Primair is het aan pensioenfondsen zelf om te beoordelen of het verantwoordingsorgaan de stukken waar het om vraagt «redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van zijn taak» (zie tevens het antwoord op vraag 28).

  • Vraag 27
    Kan een verantwoordingsorgaan decharge verlenen als zij geen inzage heeft in de beheersovereenkomst?

    Pensioenfondsen kunnen afspreken dat verantwoordingsorganen décharge kunnen verlenen. Décharge strekt niet verder dan wat in het jaarverslag staat of wat bekend is gemaakt aan het verantwoordingsorgaan.23 Het verantwoordingsorgaan kan alleen décharge verlenen voor wat haar bekend is gemaakt.

  • Vraag 28
    Acht u het wenselijk dat een verantwoordingsorgaan inzagerecht heeft in de beheersovereenkomst?

    De taak van een verantwoordingsorgaan is om een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Op grond van artikel 115, twaalfde lid, van de Pensioenwet moet het pensioenfonds tijdig desgevraagd alle inlichtingen en gegevens aan het verantwoordingsorgaan verstrekken, die dit orgaan voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Dit kan ook betrekking hebben op gegevens over kosten en contracten. Primair is het aan pensioenfondsen zelf om te beoordelen of het verantwoordingsorgaan de stukken waar het om vraagt «redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van zijn taak». Daarbij is het van belang dat het verantwoordingsorgaan via het jaarverslag al uitgebreid geïnformeerd wordt over de uitvoering van het beleid. Overweging voor het fonds om informatie wel of niet te verstrekken kan tevens zijn dat de onderhandelingspositie van fondsen verzwakt wordt als dergelijke informatie vrijgegeven wordt.
    Daarnaast merk ik op dat een raad van toezicht de expliciete taak heeft en geëquipeerd is om toe te zien op onder meer de adequate risicobeheersing door het pensioenfonds, waaronder de risico’s die gepaard gaan met uitbesteding van werkzaamheden. De raad van toezicht heeft hiertoe recht op alle inlichtingen en gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Dit kan tevens betrekking hebben op beheersovereenkomsten.
    Overigens is onlangs ook uit de evaluatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen gebleken dat 95% van de ondervraagde VO-leden meent voldoende bevoegdheden te hebben om hun taak naar behoren te kunnen uitoefenen.24 Dit sterkt mij in mijn overtuiging om de bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan niet onnodig op te rekken, teneinde het laagdrempelige karakter van het orgaan te behouden.

  • Vraag 29
    Wie gaan controleren of beheerders geen derivaten van zichzelf aan pensioenfondsen verkopen die niet vrijelijk verhandeld worden op een open markt?

    Vooropgesteld staat dat een pensioenfonds zijn eigen organisatie zo in moet richten dat sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Onderdeel van die beheerste en integere bedrijfsvoering is onder meer dat een pensioenfonds zorgdraagt voor een systematische analyse van (integriteits)risico’s, daarvoor beleid vaststelt en dat beleid uitvoert. Het gaat hierbij zowel over risico’s ten aanzien van bijvoorbeeld het beleggingsbeleid en ten aanzien van derivaten als om een analyse van risico’s op niet-integer gedrag zoals fraude door (medewerkers en/of bestuurders van) het pensioenfonds en derden (klanten, leveranciers, adviseurs). Deze risicoanalyse is verplicht op grond van artikel 18 en 19 van het Besluit financieel toetsingskader. De risicobeheerfunctie die pensioenfondsen sinds 13 januari jl. moeten inrichten speelt hierbij een belangrijke rol. DNB heeft hiervoor ook beleid opgesteld in de vorm van de intregriteitsrisicoanalyse25.
    Ook gelden er nog nadere wettelijke waarborgen. De prudent person regel schrijft voor dat beleggingen in derivaten zijn toegestaan voor zover deze bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel of een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken. Een pensioenfonds vermijdt daarbij een bovenmatig risico met betrekking tot een en dezelfde tegenpartij en tot andere derivatenverrichtingen. DNB houdt hier toezicht op.
    In het geval een pensioenfonds werkzaamheden heeft uitbesteed, blijven deze wettelijke normen van toepassing en moet een pensioenfonds op grond van artikel 14 Besluit uitvoering
    Pensioenwet een systematische analyse maken van de risico’s die samenhangen met de
    uitbesteding van werkzaamheden. Deze risico’s moeten door het pensioenfonds beheerst worden. Het pensioenfonds blijft verantwoordelijk voor de werkzaamheden die aan een fiduciair beheerder of vermogensbeheerder worden uitbesteed.
    Een fiduciair beheerder is overigens normaliter niet de partij met wie een pensioenfonds als tegenpartij een derivatencontract afsluit. Dat zijn veelal andere partijen dan de fiduciair beheerder. En voor zover bijvoorbeeld een vermogensbeheerder derivaten van gelieerde ondernemingen adviseert aan pensioenfondsen, moet deze op grond van de Wet op het financieel toezicht het pensioenfonds over eventuele belangenconflicten informeren. De AFM houdt hier toezicht op.
    Daarnaast kan een fiduciair beheerder het pensioenfonds ondersteunen door de uitvoering van het beleggingsbeleid te monitoren en hierover rapporteren. Een pensioenfonds dient er op toe te zien dat de uitvoering past binnen de door het pensioenfonds gegeven opdracht en past binnen het beleid dat het pensioenfonds heeft opgesteld.

  • Vraag 30
    Wat is uw oordeel over het feit dat een aantal Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen ongeveer meegedaan heeft aan elke vorm van marktmisbruik en er nog steeds alles aan doet om geheime overeenkomsten te sluiten met pensioenfondsen, die deze beheerders bijna volledig vrijwaren van aansprakelijkheid?

    Voor zover met de term «marktmisbruik» gedoeld wordt op de situaties beschreven in de vragen 5 tot en met 13, ben ik slechts bekend met mediaberichten over genoemde partijen en ben ik, zoals ik in antwoord op vraag 16 reeds aangaf, niet bekend met de onderzoeken die hier door buitenlandse toezichthouders aan ten grondslag liggen noch met de buitenlandse gerechtelijke uitspraken hierover. Voor zover met de term «marktmisbruik» gedoeld wordt op andere (wederrechtelijke) gedragingen van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen wordt in Nederland door de Autoriteit Financiële Markten toezicht gehouden op de regels ter voorkoming van marktmisbruik die zijn opgenomen in de verordening marktmisbruik (Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014, L 173). Ik heb er vertrouwen in dat de AFM deze rol zorgvuldig oppakt. De maatregelen die AFM in dit kader oplegt worden openbaar gemaakt op hun website.
    De AFM speelt hiermee een belangrijke rol in het toezicht houden op en het voorkomen van marktmisbruik door in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen. Voor het overige zijn pensioenfondsen zelf verantwoordelijk voor de contracten die zij aan gaan ter uitvoering van de pensioenregeling en voor de afspraken die zij daarin vastleggen. Zoals opgemerkt kan schade die het gevolg is van opzet of grove schuld daarbij niet rechtsgeldig worden uitgesloten.

  • Vraag 31
    Kunt u deze vragen één voor één, volledig en binnen drie weken beantwoorden?

    De vragen zijn één voor één, zo snel mogelijk, en naar vermogen zo volledig mogelijk beantwoord.

  • Mededeling - 5 maart 2019

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over «de rol van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen bij grote financiële schandalen en het feit dat Nederlandse pensioenfondsen geheime overeenkomsten sluiten met hen waarin zeer waarschijnlijk de beheerder feitelijk nooit aansprakelijk gesteld kan worden voor schade» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat de beantwoording meer tijd vergt.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z02795
Volledige titel: De rol van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen bij grote financiële schandalen en het feit dat Nederlandse pensioenfondsen geheime overeenkomsten sluiten met hen waarin zeer waarschijnlijk de beheerder feitelijk nooit aansprakelijk gesteld kan worden voor schade
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2585
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over "de rol van in Nederland werkzame vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen bij grote financiële schandalen en het feit dat Nederlandse pensioenfondsen geheime overeenkomsten sluiten met hen waarin zeer waarschijnlijk de beheerder feitelijk nooit aansprakelijk gesteld kan worden voor schade"