Ingediend | 5 februari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 19 februari 2019 (na 14 dagen) |
Indiener | Rutger Schonis (D66) |
Beantwoord door | Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02028.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1616.html |
Ja.
In genoemde radio-uitzending wordt ten onrechte het beeld geschetst dat de motie-Sienot het afgelopen jaar niet werd uitgevoerd. De motie verzoekt mij meten aan de pijp op haalbaarheid te onderzoeken en de resultaten te betrekken bij het opstellen van de voorgenomen green deal. In juni vorig jaar is gestart met de evaluatie van de Green Deal COBALD.2 Op 1 februari 2019 heb ik de beschikking gekregen over het eindrapport. Ter informatie voeg ik dit rapport bij de antwoorden op deze vragen.3
In het kader van de Green Deal COBALD is uitgebreid onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van Continuous On Board Monitoring (COBM) van scheepsemissies en de mogelijkheden om hiermee een gelijkwaardig alternatief te bieden aan typegoedkeuring van motoren.
De Green Deal COBALD heeft helaas niet opgeleverd wat ik ervan had verwacht en gehoopt. Weliswaar kan met COBM een goed inzicht worden verkregen in de daadwerkelijke emissies van NOx, maar een goede roetmeting blijkt niet mogelijk. Daardoor is het niet mogelijk om COBM te zien als een volwaardig alternatief voor een proefstandmeting. Ook konden in het kader van deze Green Deal onvoldoende conclusies worden getrokken over vergelijkingen van bestaande motoren met nieuwe CCR II motoren. Daarvoor werden in het kader van dit project te weinig gegevens beschikbaar gesteld. Sowieso bleek de bereidheid om data te delen, zowel bij fabrikanten van sensoren als bij scheepseigenaren, in het kader van de Green Deal COBALD zeer gering.
Ik zie nog wel kansen voor meten aan de pijp ten behoeve van monitoring en signalering van emissies. Dit ben ik met de sector aan het verkennen. Daaraan zal in de komende Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens aandacht worden besteed.
Het doel is te komen tot een binnenvaart die in 2050 nagenoeg emissieloos en klimaatneutraal is. Tot op heden heeft er geen normering van oude scheepsmotoren plaatsgevonden en het is ook niet mijn intentie om dat in het kader van de green deal wel te doen. Er is dus ook geen sprake van versneld uit de vaart moeten nemen als gevolg van normering van oude motoren. Wel staat de hele binnenvaartsector voor een vergroeningsopgave. Met alle partijen die bij de green deal betrokken zijn wil ik de best mogelijke afspraken maken om deze vergroening te bewerkstelligen. Dat wil zeggen ambitieuze vergroeningsplannen, gekoppeld aan een realistisch tijdpad en de mogelijkheid voor ondernemers om investeringen terug te verdienen.
In het kader van de vergroeningsopgave zullen alle binnenvaartondernemers vroeg of laat voor een investeringsbeslissing komen te staan. Ik wil daarbij met de partijen bij de green deal zoeken naar een manier waarbij de ondernemer weet welke beslissing hij op dat moment het beste kan nemen. Ook streef ik ernaar de vergroening voor iedereen betaalbaar te houden. In het kader daarvan wordt nu een voorstudie gestart door het Expertise en Innovatiecentrum Binnenvaart naar mogelijke financiering van de vergroening. Dat moet later dit jaar leiden tot een studie die Europees-breed wordt uitgevoerd. Een investeringsfonds, waarover de motie-Sienot eveneens spreekt, is ook een van de opties die zal worden onderzocht.
Voor het gebruik van alternatieve brandstoffen, zoals waterstof, is nog veel technische ontwikkeling nodig. Hierbij wordt gekeken naar alle mogelijke manieren van emissieloos varen. Dus niet alleen naar waterstof, maar ook naar bijvoorbeeld batterij-elektrisch varen en varen met brandstofcellen met bijvoorbeeld methanol. Dit stimuleer ik door middel van de Tijdelijke subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart (IDB).