Ingediend | 18 januari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 13 februari 2019 (na 26 dagen) |
Indieners | Jaco Geurts (CDA), Agnes Mulder (CDA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu netwerken ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z00765.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1540.html |
Ja.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voert een toets uit bij de beoordeling van de haalbaarheid van grote zonneparken of het aannemelijk is dat een project tijdig aangesloten kan worden op een netwerk. In de aanvraagfase worden projectontwikkelaars nadrukkelijk gewezen op het belang van het tijdig regelen van de benodigde netaansluiting voor het project. Hiermee wordt voorkomen dat schaars SDE+-budget bezet wordt gehouden door projecten die niet gerealiseerd kunnen worden. Aanvragen voor projecten boven de 1 MWp bevatten een haalbaarheidsstudie met veelal documenten waaruit blijkt dat contact is gelegd met de netbeheerders (offertes voor kabelaansluiting e.d.). Het is daarmee nog geen gegeven dat de netbeheerder de aansluiting van projecten met een SDE+-beschikking kan garanderen binnen de termijn. Voor de netbeheerder kan dit op een gegeven moment leiden tot een stapeling van grote zonneparken die in dezelfde periode aangesloten willen worden. Tot op heden heeft RVO.nl één formeel verzoek tot verlenging van de realisatietermijn gekregen vanwege het gebrek aan netcapaciteit.
Voor zon-PV projecten geldt een realisatietermijn van drie jaar. Vanaf 2019 geldt voor de zon-PV projecten op daken een termijn van drie jaar en wordt voor veld- en watersystemen een termijn van vier jaar gehanteerd, waardoor netbeheerders ook meer tijd hebben om de benodigde netaansluiting te realiseren.
RVO.nl heeft de mogelijkheid om één jaar uitstel van de realisatietermijn te verlenen op de ingangsdatum van de subsidie. Per geval wordt bekeken of projecten hiervoor in aanmerking komen, bijvoorbeeld doordat uitstel komt door factoren buiten de invloedssfeer van de producent.
De inzet van mijn beleid is erop gericht dat iedereen aangesloten kan worden op het net. Investeringen in het elektriciteitsnet moeten ook noodzakelijk en efficiënt zijn, wij betalen als burgers immers allemaal mee aan de elektriciteitsnetten. Het verzwaren van het net kost enige tijd; zo moet ruimte worden gevonden voor stations, is er tijd nodig om een goede inspraak van onder andere burgers te organiseren en moeten nieuwe kabels getrokken worden. Oplossingen liggen op twee vlakken: ten eerste het tijdig investeren en uitbreiden van het elektriciteitsnet en ten tweede een locatiecheck in de gebieden. In het ontwerpKlimaatakkoord zijn over beide zaken suggesties opgenomen. Ik onderzoek met ACM en de netbeheerders welke oplossing passend is voor tijdig investeren en of de regelgeving daarvoor gewijzigd moet worden.
Anderzijds krijgen de netbeheerders een adviserende rol bij het opstellen van de Regionale Energie Strategieën (RES). Daar wordt door middel van locatiechecks ingezet op het zo slim mogelijk koppelen van decentrale productie en beschikbaarheid op het net.
Ik ben ook samen met de netbeheerders, decentrale overheden, ACM en andere betrokkenen aan het bezien welke overige maatregelen eerder dan via wijziging van wet- en regelgeving en de RES soelaas kunnen bieden.
Daarnaast is er reeds intensief overleg tussen RVO.nl en de netbeheerders over de impact van de subsidieverleningen vanuit de SDE+-verleningen.
Op 8 januari heb ik van het lid Sienot (D66) vragen gekregen over het bericht «Plannen voor zonne-energie smelten als sneeuw voor de zon omdat het net volstroomt» (kenmerk 2019Z00123), op 10 januari van het lid Moorlag (PvdA) over de berichten «Waarschuwing: geen nieuwe zonneparken, het net kan het niet aan» en «Groot probleem: voetbalclub wil zonnepanelen maar krijgt deksel op neus» (kenmerk 2019Z00193), op 16 januari van het lid Moorlag (PvdA) aan over het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven (kenmerk 2019Z00511), op 16 januari van het lid Van der Lee (GroenLinks) over het artikel «Tekort aan stroomkabels voor grote hoeveelheid zonne-energie» (kenmerk 2019Z00512) en op 18 januari van de leden Agnes Mulder en Geurts over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten in Drenthe, Groningen en Overijssel (kenmerk 2019Z00765). Ik kan deze sets vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoorden, omdat nadere afstemming nodig is. Ik zal u de beantwoording doen toekomen voor het op 13 februari geplande Algemeen Overleg Klimaat en Energie.