Ingediend | 16 januari 2019 |
---|---|
Beantwoord | 13 februari 2019 (na 28 dagen) |
Indiener | Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z00512.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1541.html |
Ja.
De inzet van mijn beleid is erop gericht dat iedereen aangesloten kan worden op het net. Investeringen in het elektriciteitsnet moeten ook noodzakelijk en efficiënt zijn, wij betalen als burgers immers allemaal mee aan de elektriciteitsnetten. Het verzwaren van het net kost enige tijd; zo moet ruimte worden gevonden voor stations, is er tijd nodig om een goede inspraak van onder andere burgers te organiseren en moeten nieuwe kabels getrokken worden. Oplossingen liggen op twee vlakken: ten eerste het tijdig investeren en uitbreiden van het elektriciteitsnet en ten tweede een locatiecheck in de gebieden. In het ontwerpKlimaatakkoord zijn over beide zaken suggesties opgenomen. Ik onderzoek met ACM en de netbeheerders welke oplossing passend is voor tijdig investeren en of de regelgeving daarvoor gewijzigd moet worden.
Anderzijds krijgen de netbeheerders een adviserende rol bij het opstellen van de Regionale Energie Strategieën (RES). Daar wordt door middel van locatiechecks ingezet op het zo slim mogelijk koppelen van decentrale productie en beschikbaarheid op het net.
Ik ben ook samen met de netbeheerders, decentrale overheden, ACM en andere betrokkenen aan het bezien welke overige maatregelen eerder dan via wijziging van wet- en regelgeving en de RES soelaas kunnen bieden.
Daarnaast is er reeds intensief overleg tussen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de netbeheerders over de impact van de subsidieverleningen vanuit de SDE+-verleningen.
Een lagere redundantie-eis voor duurzame opwek levert direct extra capaciteit in het net op. Het versoepelen van deze netontwerpeis voor duurzame opwek kan bij de netbeheerder leiden tot lagere arbeids- en materiaalkosten, aangezien minder additionele netinvesteringen dan verplicht zijn.
Ik ben met onder andere netbeheerders in overleg over alle mogelijke oplossingen om het net zo effectief mogelijk te gebruiken. Daarbij wordt ook gekeken naar huidige eisen op het gebied van leveringszekerheid. Hierbij moet wel altijd een afweging gemaakt tussen de impact van een uitvalsituatie, de faalkans van een netonderdeel en de kosten om uitval te voorkomen of gevolgen te beperken.
Overigens kan niet in het algemeen gesteld worden dat de leveringszekerheid daalt van 99,9% naar 99%, dit is altijd afhankelijk van de beschikbaarheid van de verbindingen waarbij ieder geval anders is.
In de Elektriciteitswet 1998 is middels wet Voortgang Energietransitie de eis opgenomen dat een net met een spanningsniveau van 110 kV en hoger zo is ontworpen en in werking is dat het transport ook verzekerd is indien zich een uitvalsituatie voordoet (N-1). Bij algemene maatregel van bestuur kan hiervoor structureel vrijstelling of ontheffing worden verleend. Het voldoen aan N-1 is namelijk niet voor alle uitvalsituaties doelmatig. Voor aansluitingen lager dan 110 kV geldt geen eis voor redundantie. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Zie antwoord vraag 4.
Ja.
Op 8 januari heb ik van het lid Sienot (D66) vragen gekregen over het bericht «Plannen voor zonne-energie smelten als sneeuw voor de zon omdat het net volstroomt» (kenmerk 2019Z00123), op 10 januari van het lid Moorlag (PvdA) over de berichten «Waarschuwing: geen nieuwe zonneparken, het net kan het niet aan» en «Groot probleem: voetbalclub wil zonnepanelen maar krijgt deksel op neus» (kenmerk 2019Z00193), op 16 januari van het lid Moorlag (PvdA) aan over het tekort aan aansluitcapaciteit voor duurzame energie-initiatieven (kenmerk 2019Z00511), op 16 januari van het lid Van der Lee (GroenLinks) over het artikel «Tekort aan stroomkabels voor grote hoeveelheid zonne-energie» (kenmerk 2019Z00512) en op 18 januari van de leden Agnes Mulder en Geurts over gevolgen van het gebrek aan netcapaciteit voor duurzame energieprojecten in Drenthe, Groningen en Overijssel (kenmerk 2019Z00765). Ik kan deze sets vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoorden, omdat nadere afstemming nodig is. Ik zal u de beantwoording doen toekomen voor het op 13 februari geplande Algemeen Overleg Klimaat en Energie.