Ingediend | 6 december 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 februari 2019 (na 60 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Thierry Aartsen (VVD) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z23171.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1418.html |
Er staan geen Nederlandse bronnen meer op de website EUvsDisinfo. In gesprekken met de EDEO eerder dit jaar heeft de Dienst bevestigd dat de werkwijze is aangepast met inachtneming van Nederlandse zorgen. Daar is geen afschrift van. De motie van de leden Kwint/ Yesilgöz-Zegerius2 beschouw ik daarmee als afgedaan.
Zie antwoord vraag 1.
Gelet op de in het vorige antwoord, en het op 25 januari verstuurde BNC-fiche op het EU Actieplan3, genoemde, ga ik ervan uit dat er in de toekomst geen artikelen uit de Nederlandse pers meer op de website zullen verschijnen.
De activiteiten van de EU Taskforces die zich bezighouden met het bestrijden van desinformatiecampagnes, waar de website EUvsDisinfo.eu een onderdeel van is, worden betaald uit het reguliere communicatiebudget van de EDEO. Dit budget komt uit het algemene budget van de EU.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen over de aanpak van nepnieuws (d.d. 3 december 2018 met kenmerk 2018Z22780) en over het met nepnieuws beïnvloeden van verkiezingen (d.d. 7 december 2018 met kenmerk 2018Z23259) van de leden Kuiken en Asscher (beiden PvdA) en de vragen van de leden Kwint (SP) en Aartsen (VVD) over het bericht «Geen Nederlandse media meer op Europese nepnieuwslijst» (d.d. 6 december 2018 met kenmerk 2018Z23171) niet binnen de afgesproken termijn kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording is meer tijd nodig vanwege interdepartementale afstemming. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.