Ingediend | 6 december 2018 |
---|---|
Beantwoord | 5 februari 2019 (na 61 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z23169.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1419.html |
Ja.
Uit het bericht maak ik op dat wethouder De Langen zich zorgen maakt over een toename van het aantal Wmo-voorzieningen als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. De invoering van het abonnementstarief beoogt te voorkomen dat mensen met een stapeling van (zorg)kosten die zijn aangewezen op maatschappelijke ondersteuning, met het oog op de door hen verschuldigde eigen bijdrage, daarvan afzien. Dit is dan ook een beoogd effect. Het aantal mensen dat als gevolg hiervan een beroep zal doen op Wmo-voorzieningen zal hierdoor naar verwachting inderdaad toenemen. Gemeenten zijn naar huidig inzicht voldoende gecompenseerd voor het abonnementstarief én de daarbij verwachte toestroom naar voorzieningen.
De invoering van deze maatregel kan en mag er niet toe leiden dat mensen die daarop zijn aangewezen niet of in onvoldoende mate de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De Wmo 2015 biedt cliënten voldoende waarborgen. De Wmo 2015 verplicht gemeenten tot het doen van zorgvuldig onderzoek als iemand zich meldt voor Wmo-ondersteuning. Als hieruit blijkt dat een cliënt op de gemeente is aangewezen voor ondersteuning, moet de gemeente een bijdrage aan die ondersteuning leveren die als passend kan worden aangemerkt in de betreffende situatie. Daarbij zijn gemeenten ook voldoende gecompenseerd voor de maatregel (inclusief de toestroom naar voorzieningen). Wel ben ik van mening dat de effecten van de introductie van het abonnementstarief gevolgd moeten worden, omdat deze op voorhand niet precies zijn in te schatten. Met de VNG heb ik dan ook afgesproken om de effecten in de praktijk met behulp van een monitor nauwlettend te volgen én als de resultaten van de monitor hiertoe aanleiding geven, hierop te acteren.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Voor beleidsmaatregelen die worden genomen geldt dat voorafgaand aan de invoering een zo zorgvuldig mogelijke inschatting wordt gemaakt van de effecten. Ik heb op dit moment nog geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de door het CPB ingeschatte effecten. Ik vind het – zoals hiervoor aangegeven – wel van belang om de meer precieze effecten van de introductie van het abonnementstarief in de praktijk nauwlettend te volgen. Hiertoe is met VNG een monitor afgesproken. De monitor zal in kaart brengen of en in welke mate er sprake is van een hoger dan verwacht gebruik van Wmo-voorzieningen, dat zich onvoldoende door gemeentelijk beleid – met inachtneming van de huidige wettelijke kaders – laat reduceren. Daarnaast wordt in de monitor, vanuit cliënt- en gemeentelijk perspectief, aandacht besteed aan de kwaliteit en kwantiteit van de ondersteuning. Het doel daarvan is vast te stellen dat risico’s ten aanzien van een mogelijke verschraling van Wmo-voorzieningen zich in de praktijk ook daadwerkelijk niet voordoen. Ik heb met de VNG afgesproken om jaarlijks het gesprek over de resultaten van de monitor te voeren en hierop te acteren als de resultaten hiertoe aanleiding geven. Mochten zich in de praktijk onverhoopt toch ongewenste effecten voordoen die zich onvoldoende met de huidige wettelijke kaders en gemeentelijk beleid en uitvoering laten beïnvloeden, moet er een handelingsperspectief zijn. Daarom bevat het wetsvoorstel dat ik uw Kamer 26 november 2018 heb toegestuurd een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur zo nodig nadere regels te stellen. Vanzelfsprekend zal de toegankelijkheid van de Wmo 2015 niet uit het oog worden verloren. Zij die daarop zijn aangewezen moeten de ondersteuning krijgen die nodig is.
De vragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over het bericht «Toeloop verwacht voor zorg van de gemeente door nieuwe regeling» (2018Z23169) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording van de vragen meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.