Ingediend | 30 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 17 januari 2019 (na 48 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z22689.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1224.html |
Ja. Sommige po- en vo-scholen bieden naast het reguliere onderwijs aparte stromen aan, zoals tweetalig onderwijs of een sportstroom (voornamelijk in het vo). Om dit te kunnen financieren worden vaak extra kosten bij ouders in rekening gebracht.
We monitoren de schoolkosten in het po, vo en mbo periodiek door middel van een enquête onder scholen en ouders. We hebben dus geen overzicht van de schoolkosten per school uitgesplitst naar schoolactiviteit. Binnenkort ontvangt u de volgende Schoolkostenmonitor van het po, vo en mbo. Daarin wordt expliciet aandacht besteed aan de kosten die ouders maken voor tweetalig onderwijs, schoolreizen, laptops en tablets, en bijles en huiswerkbegeleiding.
In het po wordt de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage sinds 2000 gemonitord. De gemiddelde ouderbijdrage is tussen 2000 en 2014 gestegen van omgerekend € 30 (f65) naar € 42 per jaar1. Daarbij vraagt 75% van de scholen een bijdrage van € 50 of minder.
In het vo monitoren we de hoogte van de totale schoolkosten sinds schooljaar 2006–2007. De kosten die ouders maken voor schoolreizen, laptops en tablets, bijles en huiswerkbegeleiding, en extra onderwijsaanbod zoals tweetalig onderwijs worden daarin meegenomen. De meest recente cijfers zijn van het schooljaar 2015–20162. In de periode 2006–2016 zijn de gemiddelde (totale) schoolkosten gedaald in alle onderwijsniveaus van het vo. In het praktijkonderwijs van € 734 naar € 205, in het vmbo van € 553 naar € 405, in het havo van € 568 naar € 505, en in het vwo van € 638 naar € 555 per jaar. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor inflatie en exclusief de kosten voor schoolboeken. De schoolboeken in het vo zijn sinds 2008 al niet meer voor rekening van ouders.
Binnenkort ontvangt u de volgende Schoolkostenmonitor van het po, vo en mbo. Daaruit zal blijken hoe de hoogte van de schoolkosten zich de afgelopen jaren verder heeft ontwikkeld.
In het funderend onderwijs ontvangen scholen bekostiging vanuit de overheid voor personeelskosten en de materiële exploitatie van de school. Ze mogen in aanvulling daarop een bijdrage van ouders vragen, maar moeten daar dan wel informatie over opnemen in de schoolgids (art. 24a WVO)5. Hierbij moet ook worden vermeld dat de bijdrage vrijwillig is. Uit artikel 27 lid 2 van de WVO6 volgt dat de toelating van een leerling niet van deze vrijwillige bijdrage afhankelijk mag worden gesteld.
Ik ben van mening dat de vrijwillige ouderbijdrage kan leiden tot een rijker onderwijsaanbod. Deze bijdrage is echter altijd vrijwillig en mag niet tot uitsluiting van leerlingen leiden.
De PO-Raad en VO-raad hebben zich onlangs op hun algemene ledenvergaderingen achter dit standpunt geschaard. Zij nemen dit mee in de herziening van hun gedragscode voor schoolbesturen. De VO-raad signaleert nog wel knelpunten als het gaat om bijdrages voor laptops en tablets, en voor extra onderwijsprogramma’s zoals tweetalig onderwijs. Vaak wordt vanuit scholen een beroep gedaan op ouders om bij te dragen aan deze kosten. Het is echter van belang dat scholen erkennen dat ouders hier in geen enkel geval toe verplicht mogen worden. Hierover ga ik nog met de VO-raad in gesprek. Ik informeer u hierover bij de aanbieding van de Schoolkostenmonitor.
Hoge schoolkosten dragen een risico in zich voor segregatie en kansengelijkheid. De Onderwijsraad concludeerde recent ook dat jongeren uit verschillende sociale groepen elkaar niet meer vanzelfsprekend tegenkomen op school7. Een van de prioriteiten in het kabinetsbeleid is het bestrijden van kansenongelijkheid. De Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik informeren uw Kamer binnenkort over ons beleid voor kansengelijkheid. Daarin nemen we ook het onderwerp segregatie mee.
Ik verwijs u hierbij naar mijn antwoord op vraag 5.