Ingediend | 23 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 5 april 2019 (na 133 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | huisvesting huren en verhuren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z22064.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2183.html |
Het is belangrijk dat de Huurcommissie haar werk zorgvuldig uitvoert en dat dit ook binnen een redelijke termijn gebeurt. Het is dan ook zoeken naar de balans.
De Huurcommissie doet haar uiterste best om de doorlooptijden zo kort mogelijk te houden. Zij begrijpt hoe belangrijk het is voor een indiener dat er zo snel mogelijk een uitspraak komt in de zaak. In mijn Kamerbrief over het bericht «Huurcommissie kan klachtenregen van ontevreden huurders niet aan» ga ik uitgebreid in op de sterke toename in het aantal voorgelegde geschillen in 2018 en de daarop genomen maatregelen van de Huurcommissie. Ook leg ik in die brief uit welke aanvullende maatregelen er in de afgelopen maanden voor dit jaar en verder zijn genomen c.q. worden ingezet om de productie gedurende dit jaar en komende jaren te kunnen bijsturen.
De achterstand houdt geen verband met de wijziging in de financiering van de Huurcommissie in 2018.
Zie antwoord vraag 1.
Hierbij deel ik u mede dat de gestelde vragen van het lid Beckerman (SP) over problemen doorlooptijden bij de Huurcommissie, ingezonden op 23 november 2018 met kenmerk 2018Z22064, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord vanwege de benodigde interdepartementale afstemming en afstemming met de Huurcommissie. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.