Ingediend | 8 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 23 november 2018 (na 15 dagen) |
Indiener | Fleur Agema (PVV) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z20450.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-725.html |
Ik ken deze berichtgeving. Met onderstaande antwoorden geef ik mijn reactie daarop.
Zorgorganisaties zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en de bedrijfsvoering alsmede voor de continuïteit in het bestuur. Daarnaast zijn er voldoende mogelijkheden voor het interne toezicht, het externe toezicht, in het strafrecht en het civiel recht om slecht bestuur aan te pakken. Van belang is wel dat iedereen ook van zijn rechten en bevoegdheden gebruikmaakt wanneer dat nodig is. Zoals u waarschijnlijk weet, loopt er vanuit de IGJ momenteel een toezichtstraject bij Careyn. Daarnaast verwijs ik graag naar eerdere brieven aan de Tweede Kamer2.
Zie antwoord vraag 2.
Er zijn momenteel 32 bewoners in de locatie Tuindorp Oost, waaronder twee honderdjarigen. Daarvan moeten 22 bewoners verhuizen omdat de huidige woonruimte niet langer voldoet aan de voorwaarde voor veilige en goede zorgverlening. Verhuizen is voor de bewoners een bijzonder ingrijpende gebeurtenis en daarom is het van majeur belang om dit proces met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te doorlopen. Careyn heeft afgewogen hoe zij de benodigde verbetering in de woonvoorziening voor deze cliëntengroep zo veilig mogelijk kan laten verlopen en met de minste belasting voor de cliënten.
Het ziekteverzuim op de locatie Tuindorp Oost was tot en met september 11,1%. Organisatiebreed was dit percentage tot en met oktober 7,8%.
Het terugdringen van het ziekteverzuim is inderdaad een van de doelstellingen van het actieprogramma Werken in de zorg. In het actieprogramma zijn voorbeelden opgenomen van maatregelen die in het kader van het terugdringen van de personeelstekorten, kunnen worden genomen en aangegeven is wat daarvan de opbrengst is. Ten aanzien van het ziekteverzuim is opgenomen wat het terugdringen van het ziekteverzuim naar het gemiddelde van de gehele economie aan arbeidspotentieel zou opleveren; het betreft dus geen afzonderlijke doelstelling. Wat een haalbare vermindering is van het ziekteverzuim zal per organisatie verschillen en hangt inderdaad af van de specifieke omstandigheden in de betreffende organisatie. De concrete aangrijpingspunten daarvoor liggen bij de organisaties zelf en het gesprek daarover wordt in het kader van de regionale aanpak arbeidsmarkttekorten (RAATs) in de regio en in de instellingen gevoerd.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het jaarverslag van Careyn over 2017.