Ingediend | 1 november 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2018 (na 33 dagen) |
Indiener | Thierry Aartsen (VVD) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | criminaliteit cultuur en recreatie media openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z19691.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-844.html |
Ja.
Journalisten zouden te allen tijde hun werk in veiligheid moeten kunnen doen, zonder daarbij verbaal of fysiek geïntimideerd te worden.
Ja.
Journalisten maken zelf keuzes over de vorm en locatie waarin zij hun werk doen, en maken daarbij ook een afweging van de omstandigheden waarin dat gebeurt, en risico’s die dat oplevert.
Er is geen meldpunt voor journalisten die bedreigd worden, maar er is een stuurgroep aanpak Agressie en geweld tegen Journalisten opgericht, bestaande uit de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren, het Openbaar Ministerie en de politie. In deze stuurgroep wordt besproken welke maatregelen genomen kunnen worden om journalisten beter te beschermen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in een zogenaamd «Akkoord»2 waarbij alle deelnemers zich committeren aan het uitvoeren van deze maatregelen. Enerzijds ligt daar een rol voor de NVJ, het Genootschap van Hoofdredacteuren en de werkgever en/of opdrachtgever. Om hen daarin te steunen stel ik middelen ter beschikking voor verbetering van de bescherming van journalisten, zoals ik heb aangekondigd in de Mediabegroting 2019.3 Als eenmaal sprake is van agressie of een geweldsincident, ligt er anderzijds een rol voor Justitie voor de daderaanpak. Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat deze zaken met prioriteit worden opgepakt, dat de schade zoveel mogelijk wordt verhaald op daders en dat er een verhoogde strafreis conform de strafvorderingsrichtlijn wordt toegepast.
Zie antwoord vraag 5.