Ingediend | 17 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 27 november 2018 (na 41 dagen) |
Indieners | Lisa Westerveld (GL), Kathalijne Buitenweg (GL) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z18610.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-771.html |
Ja.
Naar aanleiding van het genoemde onderzoek uit 2013 is een nationaal platform matchfixing ingericht om een structureel overleg te realiseren tussen de opsporingspartners, toezichthouder(s), de sportsector en de kansspelsector. Deze samenwerking is in 2014 opgestart en inmiddels doorontwikkeld.
Binnen de huidige context werken de diverse partijen zo goed als mogelijk samen. Toch blijkt dat het in de praktijk lastig is tot signalen te komen die zich lenen voor vervolgonderzoek in het kader van strafrecht en/of tuchtrecht. Om hierin verbetering aan te brengen, wordt voor een pilotperiode van twee jaar een informatiecoördinator benoemd. Na deze pilot zal aan de hand van een evaluatie bezien worden of deze functie de strijd tegen matchfixing versterkt en of de organisatorische inbedding van de functie volstaat.
Sportbonden en -koepels zoals KNVB, KNLTB en NOC*NSF treffen preventieve maatregelen, zoals meldplichten en gokverboden, voorlichting en educatie aan sporters en de inrichting van een vertrouwensloket, maar realiseren ook aanpassing van het tuchtrecht om matchfixing tuchtrechtelijk adequaat aan te kunnen pakken. Verder worden door de Minister voor Rechtsbescherming in het kader van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand, maatregelen getroffen om matchfixing te bestrijden.
Over de aanpak van matchfixing is uw Kamer met de brief van 22 maart 20181 geïnformeerd. Voor meer informatie over de aanpak van matchfixing verwijs ik dan ook naar voornoemde brief.
Nee, ik heb geen concrete signalen dat het schandaal in België zich ook heeft verspreid naar Nederland.
In het eerder genoemde onderzoek uit 2013 is geconcludeerd dat matchfixing in Nederland voorkomt. In de eerdergenoemde brief van 22 maart 2018 is vermeld dat er de afgelopen jaren drie strafrechtelijke onderzoeken naar matchfixing hebben plaatsgevonden en één zaak tuchtrechtelijke is afgedaan.
Het blijft ingewikkeld signalen en met name ook voldoende sterke signalen boven water te krijgen. Het Openbaar Ministerie en opsporingsdiensten zijn daarvoor afhankelijk van signalen die uit de sector zelf komen, bijvoorbeeld van clubs, voetballers en zaakwaarnemers. Dit is een van de redenen er een informatiecoördinator aangesteld wordt.
Ja, dat beeld is er. Uit het onderzoeksrapport van Spapens en Olfers blijkt al dat rond matchfixing ook andere strafbare feiten kunnen plaatsvinden zoals onder meer witwassen en bedreiging.
Ik ben bekend met de oproep van mevrouw Olfers, maar ben op dit moment niet van plan om een uitgebreid onderzoek te doen naar zaakwaarnemers.
Hoewel zaakwaarnemers ook in Nederland een invloedrijke positie in het betaald voetbal hebben, geldt hier een strenger regime voor zaakwaarnemers dan in België. In Nederland is het alleen mogelijk om actief te zijn als zaakwaarnemer als deze bij de KNVB geregistreerd is als intermediair. Voor toetreding tot dat register is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht. Daarnaast worden de vergoedingen van zaakwaarnemers over transfers bijgehouden en ieder jaar gepubliceerd. Ook bestaat sinds vorig jaar een keurmerk voor intermediairs waarmee de kwaliteit en betrouwbaarheid van zaakwaarnemers verder wordt vergroot. Tot slot ondernemen ook FIFA en UEFA stappen om internationaal te komen tot strengere regels voor zaakwaarnemers.
Matchfixing in de sport houdt niet op bij de grens. Dat maakt een internationale aanpak cruciaal.
Nederland heeft daarom actief deelgenomen aan onderhandelingen in de Raad van Europa, om te komen tot een verdrag ter bestrijding van matchfixing (Macolin conventie). Belangrijk doel van dit verdrag is om de samenwerking tussen Europese en niet-Europese landen in de strijd tegen matchfixing te versterken. Daarnaast is Nederland vertegenwoordigd in de Group of Copenhagen.Dit is een initiatief van de Raad van Europa, waarbij alle nationale platforms matchfixing samenkomen om van elkaar te leren en goede voorbeelden te delen.
Verder wordt bij de bestrijding van matchfixing door alle stakeholders in Nederland samengewerkt met hun internationale partners. Zo werkt de sportsector samen met internationale sportfederaties zoals de UEFA, hebben de kansspelautoriteiten uit verschillende landen gezamenlijk overleg over matchfixing en benutten de opsporings- en vervolgingsdiensten bilaterale samenwerking en internationale contacten via Interpol, Europol en Eurojust.
De vragen van de Kamerleden Westerveld (GL) en Buitenweg (GL) over lessen uit het Belgisch voetbalschandaal (2018Z18610) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het inwinnen van nadere informatie meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.