Ingediend | 4 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 20 november 2018 (na 47 dagen) |
Indieners | Sandra Beckerman , Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z17652.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-713.html |
Ja, België heeft de buurlanden inderdaad om hulp verzocht.
Mijn Belgische collega heeft mij hierover inderdaad benaderd.
Het hulpverzoek van België is niet zozeer gericht op het leveren van extra stroom, maar op het zo goed als mogelijk openstellen van interconnectiecapaciteit door (de netbeheerders van) omringende landen om import van stroom door Belgische afnemers te optimaliseren.
Het is op voorhand niet te zeggen hoeveel stroom België daadwerkelijk wil betrekken vanuit haar buurlanden. Dit is onder meer afhankelijk van de weersomstandigheden. De Belgische overheid en netbeheerder hebben wel een inschatting gemaakt van een mogelijk stroomtekort. Bovenop de importen die onder normale omstandigheden richting België gaan, kan door de afschakeling van enkele kerncentrales een additionele import nodig zijn van 700 MW tot 900 MW. Initieel was het verwachte tekort groter, maar de Belgische overheid heeft inmiddels enkele maatregelen genomen om het tekort te reduceren. Het betreft met name het schuiven met geplande onderhoudsdata van kerncentrales en het contracteren van een extra gascentrale waarvan stillegging door de exploitant gepland was. De Belgische overheid heeft aangegeven dat de maand november naar verwachting de meest kritieke maand zal zijn.
In aanvulling hierop hebben Nederland en de andere buurlanden van België, in nauw overleg met hun netbeheerders, toegezegd om met technische en operationele maatregelen de capaciteit van de elektriciteitsnetten zo goed mogelijk vrij te maken voor levering aan België in de komende winterperiode. De landelijke netbeheerders van de buurlanden van België zullen hieraan binnen de bestaande wettelijke kaders uitvoering geven. De veiligheid van het Nederlandse net is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Deze maatregelen betreffen onder meer het aanscherpen van inputdata in de modellen die de elektriciteitsstromen voorspellen, het toepassen van zogenaamde «thermische seizoenslimieten» op de hoogspanningsnetten (in de winter kan er meer stroom door de kabels omdat de lucht de kabels afkoelt) en het naleven van de regel om ten minste 20% van de transmissiecapaciteit voor marktpartijen beschikbaar te maken.
Zie antwoord vraag 2.
Nee, dat kan ik niet uitsluiten. Dit kan gebeuren in een geïntegreerde markt waarbinnen een vrij verkeer van elektriciteit plaatsvindt en waarvan Nederland onderdeel is. Het is in dat marktontwerp niet aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat om te besluiten of er sprake moet zijn van de levering van stroom vanuit productie-installaties in Nederland aan afnemers in andere landen. Wanneer er een additionele vraag naar import ontstaat in België omdat de Belgische centrales zelf niet kunnen produceren kan het productiepark in Nederland stroom leveren om hiermee afschakeling van afnemers te voorkomen. Hier zal extra uitstoot van CO2 mee gepaard gaan.
Een tijdelijk tekort aan productiecapaciteit in België heeft geen invloed op de energietransitie in Nederland. Ook over de afbouw van de vraag naar laagcalorisch gas in België zijn heldere afspraken gemaakt en dit verandert ook niet door de situatie in België. Met het uitfaseren van het gebruik van laagcalorisch gas werkt België mee aan de versnelde afbouw van winning van Gronings gas.
Ja, ik ben hiervan op de hoogte gebracht door de ANVS.
Het FANC heeft in de afgelopen jaren actief duidelijke informatie over de betonproblematiek gegeven en na ontdekking in de eerste reactor (Doel 3) aanvullende onderzoeken in alle reactoren bevolen. Ik heb geen reden om te veronderstellen dat het onderzoek en de wijze waarop het FANC toeziet op de reparatie en herstart, niet juist worden uitgevoerd3. Verder beschik ik niet over de inspectieprioriteitenlijst van het FANC. Ik constateer dat het FANC aangeeft dat er geen gevaar is geweest voor de nucleaire veiligheid. Dit blijkt onder meer uit de voorlopige inschaling van de betonproblematiek op INES-1. INES-1 wil zeggen dat er sprake is van afwijkingen waarbij problemen optreden voor de veiligheidsvoorzieningen maar met nog voldoende veiligheidsmarge4.
In België bevinden zich zeven kernreactoren. Het aantal en de ernst van de ongewone gebeurtenissen voor een land met zeven kernreactoren is niet verontrustend. In oktober is uw Kamer geïnformeerd [TK 25 422, nr. 238] over de ongewone gebeurtenissen in de Belgische kerncentrales in de afgelopen jaren, en heeft u daarbij een overzicht gekregen. Het betreft gebeurtenissen ingeschaald op maximaal INES-1. Overigens, stelt het IAEA dat INES-inschalingen niet geschikt zijn voor veiligheidsvergelijkingen van installaties, organisaties of landen. Uit dit overzicht kan dus zeker niet geconcludeerd worden dat de Belgische kerncentrales veiliger of onveiliger zijn dan andere kerncentrales. De beschadigingen aan het beton zijn geen op zichzelf staande incidenten. Het gelijke ontwerp van de vier betreffende reactoren (Doel 3 en 4, Tihange 2 en 3) was na constatering van betondegradatie aan Doel 3 juist de aanleiding voor het FANC om onderzoek aan het beton te laten doen bij alle vier de reactoren. Alle vier de reactoren hebben bunkers waarin zich onder meer een afblaassysteem bevindt van het secundaire (niet radioactieve) systeem. Dit afblaassysteem wordt op gecontroleerde wijze gebruikt om stoom af te blazen om warmte en energie uit het systeem te krijgen. Het afblazen van stoom heeft geleid tot beschadiging van het beton van de plafonds van de bunkers. Op dit moment vinden onderzoek en herstelwerkzaamheden plaats aan het beton.
Het FANC heeft op 12 oktober 2018 op zijn website aangegeven de betonproblematiek bij de vier reactoren integraal te gaan beoordelen en onderzoeken6. Na de herstelwerkzaamheden beoordeelt het FANC of de bunkers hun veiligheidsfunctie kunnen vervullen. Voor heropstart van de centrales is toestemming van het FANC vereist.
Het Belgische gezag, waaronder het FANC, heeft in België de verantwoordelijkheid om de nucleaire veiligheid te handhaven, en de bevoegdheid om de kerncentrales te sluiten. Ik constateer dat het FANC haar verantwoordelijkheid neemt. Het FANC heeft bijvoorbeeld pas toestemming gegeven voor heropstart van Doel 3 nadat herstelwerkzaamheden van het beton gereed waren en beoordeling door het FANC had plaatsgevonden. Ik zie geen reden om te twijfelen aan de deskundigheid en onafhankelijkheid van het oordeel van het FANC en gelet op het voorgaande geen aanleiding voor vervroegde sluiting van de Belgische kerncentrales.
Het huidige tekort aan productiecapaciteit in België toont aan dat zij voor het borgen van haar voorzieningszekerheid nog grotendeels afhankelijk is van nucleaire stroom. Hierbij is de voorwaarde dat deze productie op veilige wijze plaatsvindt te allen tijde leidend. Zoals hierboven aangegeven zie ik geen reden om te twijfelen aan het oordeel van het FANC en geen aanleiding voor vervroegde sluiting van Belgische kerncentrales om redenen van veiligheid. Hiernaast is België voornemens om tot een volledige kernuitstap in 2025 te komen zoals is bevestigd door de Belgische federale regering begin april van dit jaar in haar Energiepact.
De huidige situatie rondom de kerncentrales in België laat de transitie naar duurzame vormen van energie onverlet. Op dat vlak werken wij dan ook intensief samen met België. Bijvoorbeeld in de regionale Noordzeesamenwerking die als doel heeft om de uitrol van windparken op de Noordzee te versnellen en de kosten hiervan de verlagen.
Het verwachte tekort is, zoals al aangegeven bij vraag 3, sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Het is dus op voorhand niet te zeggen hoeveel stroom België daadwerkelijk wil betrekken vanuit de buurlanden, welke bronnen hiervoor ingezet zouden moeten worden en de periode waarover dit plaats zou vinden. De Belgische overheid, netbeheerder en exploitant van de kerncentrales doen er alles aan om de productie weer op orde te krijgen en het risico van stroomtekort zo snel mogelijk te verminderen. Indien er daadwerkelijk tekorten ontstaan in België zal dit een prijsopdrijvend effect hebben en dat effect zullen ook de buurlanden, waaronder Nederland voelen.
Net zoals de prijzen in Nederland dalen in tijden van productie van grote hoeveelheden elektriciteit vanuit weersafhankelijke bronnen in het buitenland. Dit hoort bij een geïntegreerde markt.
In EU-regelgeving is vastgelegd dat lidstaten elkaar bijstaan in noodsituaties en ook dat zij de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening dienen te waarborgen. Mijn ministerie en TenneT zijn hierover in overleg met het Belgische ministerie, netbeheerder Elia en de andere landen van het Pentalateraal Forum7. Ook toezichthouder ACM is aangesloten. De door België gevraagde maatregelen die nu op tafel liggen, liggen in de operationele sfeer en vallen binnen de competentie van TenneT.