Ingediend | 1 oktober 2018 |
---|---|
Beantwoord | 19 november 2018 (na 49 dagen) |
Indieners | Agnes Mulder (CDA), René Peters (CDA) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z17269.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-691.html |
Ja. Het is mij bekend dat het college van burgemeester en wethouders in Assen een voorstel heeft verzonden aan de gemeenteraad, met maatregelen om de verwachte tekorten in het sociaal domein te beperken. Deze voorstellen zijn eerder besproken met de gemeenteraad. Op 18 oktober waren deze voorstellen ter besluitvorming geagendeerd in de gemeenteraad van Assen, waarbij het voorstel om wachttijden in te stellen uit het voorstel is gehaald. Op 5 november jl. is ingestemd met de voorstellen.
Het is allereerst aan de gemeenteraad van Assen om het college te controleren als het gaat om de uitvoering van de Jeugdwet. De gemeente heeft zelf in haar voorstel een analyse opgenomen van de oorzaak van de tekorten en stelt ook maatregelen voor.
De gemeente Assen heeft in een brief aan mij aangegeven mee te willen doen aan het onderzoek naar Jeugdhulp (in het bijzonder de benchmarkanalyse bij 30 gemeenten).
Op basis van beleidsinformatie van het CBS is er in Drenthe inderdaad een toename van het aantal jeugdhulptrajecten met verblijf. Deze toename kent vooral een grote stijging tussen eind 2016 (975) en medio 2017 (1255). Deze toename is zichtbaar in alle gemeenten in Drenthe, met uitzondering van de gemeente Westerveld.
Bij het stijgend of dalend jeugdhulp gebruik kunnen veel factoren een rol spelen. In het onderzoek naar jeugdhulp dat ik dit najaar zal starten is één van de componenten een analyse van de volumeontwikkeling, die zichtbaar is in de beleidsinformatie Jeugd.
Daarnaast kan de gemeente Assen haar beleid vergelijken met overeenkomstige gemeenten met verschillende scores op jeugdhulpgebruik. Door een vergelijking krijgt een gemeente beter beeld en inzicht.
Kinderen, gezinnen, jongeren, gemeenten en aanbieders zijn gebaat bij rust en orde rond regionale samenwerking. Om dit voor elkaar te krijgen, hebben we stabiele regio’s nodig die efficiënt samenwerken op regionaal en bovenregionaal niveau. Het ligt daarbij voor de hand dat regio’s eenzelfde samenstelling behouden.
Ik volg als stelselverantwoordelijke deze ontwikkelingen en houd een «vinger aan de pols». In het geval dat de gemeenten er toch gezamenlijk niet uitkomen, waardoor de beschikbaarheid van jeugdhulp in het gedrang komt, zal ik die stappen zetten die nodig zijn om alsnog de beschikbaarheid te borgen.
De gemeenteraad van Assen heeft op 18 oktober jl. de voorstellen van het college besproken. De oorspronkelijke voorstellen zijn voor die tijd nog aangepast. Zo zijn de voorbeelden die genoemd waren bij «maatregelen aan de aanbodzijde» niet meer opgenomen, waaronder het instellen van wachttijden. Op 5 november jl. is ingestemd met de voorstellen.
De Jeugdwet is volstrekt helder. Gemeenten hebben op grond van artikel 2.3 de plicht passende jeugdhulp te leveren voor alle kinderen en gezinnen die dat nodig hebben, de jeugdhulpplicht beperkt zich dus niet tot acute hulpvragen. Op grond van artikel 2.6 zijn gemeenten gehouden te voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend jeugdhulpaanbod. Het enkele feit dat het gemeentelijk budget voor jeugdhulp overschreden (dreigt) te worden doet niet af aan de jeugdhulpplicht.