Kamervraag 2018Z16896

Het besluit van Gedeputeerde Staten Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en de uitplaatsing van konikpaarden naar andere gebieden

Ingediend 26 september 2018
Beantwoord 13 november 2018 (na 48 dagen)
Indiener Femke Merel Arissen (PvdD)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16896.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-631.html
  • Vraag 1
    Is het besluit van gedeputeerde staten (GS) Flevoland om gezonde edelherten en hun pasgeboren jongen in de Oostvaardersplassen af te schieten, getoetst aan de vigerende wet- en regelgeving? Zo ja, kunt u in contact treden met de GS van Flevoland en de uitkomsten met ons delen? Zo nee, waarom niet en kunt u aangeven of u bereid bent dit alsnog te doen voordat overgegaan wordt tot afschot en andere onomkeerbare handelingen?

    Het besluit dat GS Flevoland hebben genomen is gebaseerd op artikel 3:18 van de Wet natuurbescherming en passend binnen de bevoegdheidsverdeling tussen het Rijk en de provincie. In het besluit is aangegeven welke wettelijke bepalingen aan het besluit ten grondslag liggen.

  • Vraag 2
    Bent u ermee bekend dat de provincie Flevoland in de afgelopen jaren herhaaldelijk onzorgvuldige besluiten heeft genomen in relatie tot verleende ontheffingen voor onder andere het doden en verstoren van, en de jacht op dieren, waaronder vossen, zwanen en ganzen, en hiervoor niet alleen door de rechter maar ook door de commissie bezwaar en beroep is teruggefloten?1

    Het is mij bekend dat besluiten in relatie tot onder andere het doden en verstoren van en de jacht op dieren gevoelig liggen en dat daar vaak juridische procedures tegen in gang gezet worden. Dat de provincie Flevoland vaker bij dit soort procedures is betrokken dan andere provincies is mij niet bekend. Tegen dergelijke besluiten staat een bestuursrechtelijke rechtsgang open. Het is aan de rechter ter beoordeling of de besluiten zorgvuldig en niet in strijd met de wet zijn genomen.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat, gezien deze geschiedenis, extra controle vanuit u gepast is op genomen besluiten van de GS Flevoland, die betrekking hebben op het doden en verstoren van dieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier en binnen welk tijdsbestek wilt u dit vormgeven?

    Zie mijn antwoorden op vraag 1 en 2.

  • Vraag 4
    Kent u het juridisch rapport van Prof. Dr. C.J. Bastmeijer over de verhouding tussen de adviezen van de «Externe Begeleidingscommissie Beheer Oostvaardersplassen» (Commissie-Van Geel) en de Wet natuurbescherming, welke onder andere weergeeft dat een wetenschappelijke onderbouwing voor de adviezen van de Commissie-Van Geel ontbreekt en hierdoor ook niet gezien zou moeten worden als de «onafhankelijke review» zoals beschreven in de overeenkomst gesloten tussen het Rijk en de provincie Flevoland?2 3

    Ja.

  • Vraag 5
    Hoe weegt u het oordeel van Prof. Dr. C.J. Bastmeijer in relatie tot uw brief van 18 juni 2018 aan GS Flevoland waarin u schrijft «het rapport van de Commissie-Van Geel te zien als een onafhankelijke review op basis waarvan het college van gedeputeerde staten de mogelijkheid heeft het beheer van de grote grazers te wijzigen»?4

    In mijn brief van 18 juni 2018 aan GS van Flevoland heb ik aangegeven dat ik het advies van de Commissie-Van Geel als de onafhankelijke review beschouw conform artikel 2.4 van de Overeenkomst tussen het Ministerie van Economische Zaken en de provincie Flevoland en dat ik als dat nodig is met de provincie in overleg treed als uitvoeringsacties daartoe aanleiding geven.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven, gezien uw stellingname in bovengenoemde brief van 18 juni, wat de behaalde resultaten zijn van het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen en de systemen die bij de uitvoering worden gebruikt? Zo nee, waarom niet?

    Zie ook mijn antwoord op vraag 5.
    Met betrekking tot het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen merk ik op dat dit beleid in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving wordt uitgevoerd binnen de hoofddoelstelling van het Natura 2000-gebied. De Commissie-Van Geel concludeert dat het huidige systeem niet voldoet. In zijn advies «grijpt de commissie terug op de situatie van het midden van de jaren negentig, toen een aantal van de gesignaleerde vraagstukken niet speelden. De begrazingsdruk was in die tijd 1,4 dier per hectare. De Commissie adviseert om die begrazingsdruk voor de komende jaren te hanteren voor de winterstand.»
    Voorts adviseert de Commissie-Van Geel over het beheer na de reset van de begrazingsdruk. «Monitoring van de ontwikkeling van de Natura 2000-doelstellingen, de conditie van de dieren, vegetatieontwikkeling en landschappelijke waarden wordt de basis voor het beheer».

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het onacceptabel en opmerkelijk is dat de commissie-Van Geel voor haar rapport, waarbij 43 «deskundigen» werden geïnterviewd, volgens de verantwoordelijk gedeputeerde in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren Flevoland tijdens een openbare vergadering op 27 juni 2018, gebruik heeft gemaakt van 35 personen van de 43 die níet deskundig zijn op het gebied van het welzijn van grote grazers?5

    Gedeputeerde staten van Flevoland hebben hun opdracht aan de Commissie-Van Geel zodanig geformuleerd dat integraal naar een aantal aspecten van het gebied is gekeken en daarmee breder dan alleen het belang van de grote grazers voor het gebied. Het initiatiefvoorstel van provinciale staten van Flevoland, dat ten grondslag ligt aan de opdracht aan de Commissie-Van Geel, benoemt als aspecten onder meer de Natura 2000-doelstellingen, bezoekmogelijkheden, het nieuw opgerichte Nationaal Park Nieuw Land en de toeristische aantrekkelijkheid van het natuurgebied.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat het vreemd is dat in het rapport van de Commissie-Van Geel, oftewel de door u genoemde «onafhankelijke review», drie personen worden gehoord die een restaurantketen vertegenwoordigen? Hoe ziet u dit in het licht tot de uitspraak van de gedeputeerde dat gezocht wordt naar mogelijkheden om het «product» edelhert in de markt te brengen?6

    Zie mijn antwoord op vraag 7.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening dat er eerst een complete en wetenschappelijke review uitgevoerd dient te worden nadat de maatregelen met betrekking tot het Natura 2000-plan in uitvoering zijn genomen, voordat onderbouwde conclusies getrokken kunnen worden over al dan niet benodigde aanvullende uitvoeringsacties? Zo nee, waarom niet? En zo ja, bent u bereid om zorg te dragen dat deze complete en wetenschappelijke review op korte termijn alsnog plaatsvindt?

    Nee, zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 heb aangegeven beschouw ik het advies van de Commissie-Van Geel als de onafhankelijke review.

  • Vraag 10
    Onderschrijft u de noodzaak om eerst zorg te dragen voor de uitvoering van het Natura 2000-beheerplan, waaronder het aanleggen van meer beschuttingsplekken, alvorens provinciale staten van Flevoland besluit over ingrijpende en vergaande maatregelen, zoals het doden van gezonde dieren en hun pasgeboren jongen?

    Het advies van de Commissie-Van Geel (25 april 2018) biedt een beleidskader voor het beheer van de Oostvaardersplassen en geeft een samenhangend pakket aan maatregelen, te beginnen in 2018 met de realisering van beschutting in het kerngebied (300 ha), vermindering van het aantal grote grazers en inrichting van de monitoring van ontwikkelingen in het gebied vanaf 2018. Binnen de hoofddoelstellingen van het Natura 2000-beleid staan de te nemen beheermaatregelen (ook met betrekking tot de grote grazers) ten dienste hiervan. Het aanleggen van beschuttingsmaatregelen vormt geen onderdeel van het Natura 2000-beheerplan, maar is bedoeld om de omstandigheden ten behoeve van dierenwelzijn te verbeteren.

  • Vraag 11
    Heeft u de diverse signalen uit de media opgemerkt van organisaties en dierenbeschermers die voornemens zijn naar de rechter te gaan omdat naar hun mening de GS van de provincie Flevoland een onrechtmatig besluit heeft genomen om massaal edelherten af te schieten en konikpaarden elders uit te plaatsen? Zo ja, deelt u de mening dat deze signalen in combinatie met eerdere rechterlijke uitspraken aanleiding zijn voor een pas op de plaats totdat een zorgvuldige onafhankelijke toets van het besluit op rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van het besluit heeft plaatsgevonden, voordat overgegaan wordt tot afschot en andere onomkeerbare handelingen?

    Ja, ik heb die signalen uit de media vernomen. Het advies van de Commissie-Van Geel om het aantal grote grazers te verminderen brengt niet te vermijden maatregelen met zich mee, die mede bedoeld zijn om het welzijn van de grote grazers binnen afzienbare termijn te verbeteren.
    Er zal niet tot afschot van edelherten worden overgegaan tot de uitspraak van de voorzieningenrechter op 19 november 2018 inzake de voorlopige voorziening tegen het besluit van de provincie Flevoland tot afschot van een deel van de edelherten in de Oostvaardersplassen.
    Zie verder mijn antwoord op vraag 1.

  • Vraag 12
    Deelt u de mening dat het rapport van de Commissie-Van Geel als beleidskader niet heeft geleid tot een toekomstbestendig maatschappelijk gedragen beheer van het Oostvaardersplassengebied? Zo ja, gezien de maatschappelijke betrokkenheid en onrust, hoe zult u hier actie op ondernemen? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Ik realiseer mij, dat het beheer van de grote grazers een gevoelig onderwerp is, maar de provincie Flevoland is zorgvuldig te werk gegaan met de bedoeling om een toekomstbestendig beheer te realiseren. Voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door provinciale staten is ruimschoots tijd en ruimte geboden aan een groot aantal insprekers, die hun zorgen naar voren hebben kunnen brengen.
    Er zal tijd nodig zijn om de resultaten van het besluit te kunnen beoordelen.

  • Vraag 13
    Klopt het dat volgens de Habitatrichtlijn niet provincies, maar enkel lidstaten verantwoordelijk zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden? Zo ja, hoe heeft u dan toch de overdrachtsovereenkomst met de provincie Flevoland kunnen tekenen? Zo nee, waarom niet?7

    De lidstaat Nederland is op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn verantwoordelijk voor de staat van instandhouding van soorten die beschermd worden op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn en het Rijk kan daarop door de instellingen van de Europese Unie worden aangesproken.
    Daarnaast is het Rijk verantwoordelijk voor het verstrekken van gegevens aan de Europese Commissie over Natura 2000-gebieden. Om te kunnen voldoen aan deze verplichting verstrekken GS de gegevens die betrekking hebben op door GS genomen besluiten of maatregelen aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In de Wet natuurbescherming is vastgelegd welke bevoegdheden en verplichtingen met betrekking tot Natura 2000-gebieden zijn opgedragen aan de provincies. De verantwoordelijkheid voor het beheer van Natura 2000-gebieden ligt in beginsel bij de provincies, die ook zorgdragen voor het Natura 2000-Beheerplan. Het gebied de Oostvaardersplassen is aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van de Vogelrichtlijn vanwege het voorkomen van water- en moerasvogels, niet op grond van de Habitatrichtlijn. De overdrachtsovereenkomst tussen het toenmalige Ministerie van Economische Zaken en de provincie Flevoland betreft uitsluitend het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

  • Vraag 14
    Hoeveel (gezonde) dieren zullen er naar verwachting in de Oostvaardersplassen, volgens de uitvoering van de opdracht van GS aan Staatsbosbeheer, geschoten worden?

    Volgens het beleidskader van de provincie Flevoland wordt het aantal edelherten in de OVP teruggebracht naar 490 per 1 januari 2019. Eind oktober 2018 zijn de grote grazers in de OVP geteld vanuit een helikopter. Het aantal edelherten is daarbij uitgekomen op 2320.

  • Vraag 15
    Hoe wordt voorkomen dat hindes geschoten worden en jonge kalfjes zonder moeder achterblijven?

    In de Oostvaardersplassen zijn getalsmatig de hindes oververtegenwoordigd. Terugbrengen van het aantal edelherten kan onmogelijk zonder ook het aantal hindes terug te brengen. Er zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met familieverbanden.

  • Vraag 16
    Hoe wordt voorkomen dat sociale en complexe familiestructuren zowel bij de edelherten als de konikpaarden onherstelbaar worden verstoord?

    Bij het vangen van de paarden wordt rekening gehouden met de sociale verbanden. Daartoe worden de dieren goed geobserveerd. Bij de edelherten wordt ervoor gezorgd dat er voor de lange termijn een gezonde, evenwichtige en te beheren populatie ontstaat.

  • Vraag 17
    Hoe wordt voorkomen dat bij de edelherten paniek uitbreekt in de groep wanneer het massale afschot zal plaatsvinden?

    De daartoe aangewezen personen in dienst van Staatsbosbeheer of handelend in opdracht van Staatsbosbeheer zullen het afschot met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitvoeren. Zo zal het afschot verspreid worden over meerdere maanden en zal er gebruikgemaakt worden van geluiddempers.

  • Vraag 18
    Deelt u de mening dat het doden van gezonde dieren indruist tegen de erkenning van intrinsieke waarde van het dier? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?

    Dieren hebben een eigen waarde en hun welzijn gaat over de kwaliteit van het leven. Om de vermindering van het aantal grote grazers zorgvuldig en met inachtneming en aandacht voor dierenwelzijn te doen plaatsvinden heeft de provincie Flevoland advies gevraagd aan de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). In zijn zienswijze van 30 augustus 2018 concludeert de RDA, dat om tot een structurele oplossing te komen, inbreuk op dierenwelzijn op dit moment helaas onvermijdelijk is. De RDA geeft aan dat deze inbreuk op het welzijn van de edelherten, in combinatie met een reëel risico op uitval tijdens het transport en het perspectief om bejaagd te worden op de nieuwe locatie, ertoe leidt dat afschot van edelherten in de voorliggende situatie te rechtvaardigen is.

  • Vraag 19
    Deelt u de mening dat minder ingrijpende alternatieven, zoals het verbinden van de Oostvaardersplassen met andere natuurgebieden, niet alleen in het kader van dierenwelzijn, maar ook vanuit het perspectief van ecologie, de versterking van natuurwaarden en de bevordering van biodiversiteit, serieus onderzocht moeten worden? Zo ja, bent u bereid hier een onderzoek naar te (doen) verrichten?

    Bij de decentralisatie van het natuurbeleid van het Rijk naar de provincies zijn afspraken gemaakt over de realisering en het doelbereik van natuur. De Commissie-Van Geel pleit ervoor om geen maatregelen te nemen in de omgeving van het Oostvaardersplassengebied die toekomstige generaties grote grazers de mogelijkheid ontnemen tot migratie naar andere gebieden. Het is echter aan de provincie Flevoland te onderzoeken of een dergelijke verbinding op termijn gerealiseerd zou kunnen worden. Zie verder het antwoord op vraag 10.

  • Vraag 20
    Deelt u de mening dat het onacceptabel is om de grote grazers in de Oostvaardersplassen de toegang te ontnemen en te ontzeggen tot beschuttings- en schuilplekken in de bosrandgebieden, waaronder het (volledige) Kotterbos en het Hollands Hout? Zo nee, waarom niet?

    De Commissie-Van Geel heeft geadviseerd om de bosgebieden in de randgebieden in de toekomst niet meer toegankelijk te maken voor de grote grazers. Het gebruik van die bosgebieden door de dieren gaat ten koste van de kwaliteit en de kwantiteit van het bos. Dit botst ook met het beoogde multifunctionele gebruik van het gebied. Zolang de nieuwe beschutting zoals aangeraden door de Commissie-Van Geel nog niet geschikt is blijven de bosrandgebieden beschikbaar voor de dieren.

  • Vraag 21
    Erkent u dat het tot hun beschikking hebben van voldoende beschuttings- en schuilplekken en de mogelijkheid om te kunnen migreren, voor de grote grazers in de wintertijd letterlijk van levensbelang is?

    Zie mijn antwoord op vraag 20.

  • Vraag 22
    Bent u van oordeel dat er in de afgelopen winter voldoende beschuttings- en schuilplekken voor de grote grazers waren in de Oostvaardersplassen?

    Uit het advies van de Commissie-Van Geel maak ik op, dat het wenselijk is om meer beschutting in het kerngebied aan te leggen ter vervanging van de nu opengestelde bosgebieden.

  • Vraag 23
    Bent u op de hoogte van het feit dat de GS van Flevoland de gemaakte afspraken rondom het creëren van beschuttings- en schuilplekken in het Natura 2000-beheerplan van 2015 niet heeft uitgevoerd, en hier in de afgelopen drie jaar tijd ook geen voorbereidingsmaatregelen voor heeft getroffen? Wat is hierop uw reactie en welke consequenties verbindt u hieraan?

    Provincies moeten voor Natura 2000-gebieden beheerplannen vaststellen en er op toezien dat noodzakelijke beheer- en inrichtingsmaatregelen worden uitgevoerd. Het aanleggen van beschuttings- en schuilplekken vormt echter geen onderdeel van het Natura 2000-beheerplan Oostvaardersplassen. De Commissie-Van Geel heeft deze maatregel mede aanbevolen omdat daardoor weer een halfopen landschap ontstaat. De betreffende maatregel zal naar ik verwacht ook de biodiversiteit ten goede komen.

  • Vraag 24
    Deelt u de mening dat de verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren enkel in handen zou moeten liggen van hen die hier zorgvuldig respectvol mee omgaan?

    Ja, ik vind het belangrijk dat in de omgang met dieren rekening wordt gehouden met alle aspecten die samenhangen met dierenwelzijn alsook een vanzelfsprekende respectvolle omgang met dieren.
    De tot dusverre gevolgde aanpak van de provincie en Staatsbosbeheer, waarbij ook op het gebied van dierenwelzijn aanvullende adviezen zijn gevraagd, sterkt mij in de overtuiging dat de provincie Flevoland en Staatsbosbeheer zorgvuldig en respectvol omgaan met het welzijn van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

  • Vraag 25
    Deelt u de mening dat de maatregelen uit het besluit van de GS van Flevoland indruisen tegen bestaande beschermende wet- en regelgeving om dier en natuur in de Oostvaardersplassen te beschermen niet getuigen van respect en zorgvuldigheid? Zo nee, waarom niet?

    Nee, die mening deel ik niet. Zie mijn antwoord op de vragen 1 en 18.

  • Vraag 26
    Bent u, gezien de strijdigheid van artikel 2.3 in de overeenkomst tussen de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en het College van GS van de provincie Flevoland, te weten dat er is afgesproken dat het college van GS van Flevoland de aanbevelingen ten aanzien van het beleid aangaande de grote grazers van de Beeradviescommissie Oostvaardersplassen (BAC) in acht neemt, en rekening houdt met het tot nu toe gevoerde beleid voor het beheer van de grote grazers in het gebied Oostvaardersplassen aan de hand van het adviesrapport International Commission on the Management of the Oostvaardersplassen 2 (ICMO2) bij het toezien op de uitvoering van het beheer, maar ook de strijdigheid met het recht, bereid om de overeenkomst gesloten met de provincie Flevoland met onmiddellijke ingang te (doen) ontbinden? Zo nee, waarom niet?

    In mijn eerdergenoemde brief van 18 juni 2018 aan GS van Flevoland heb ik aangegeven dat de provincie Flevoland het beheer ten aanzien van de grote grazers kan wijzigen op basis van het advies van de Commissie-Van Geel. Ik zie dan ook geen aanleiding om de genoemde overeenkomst te doen ontbinden.

  • Vraag 27
    Bent u ervan op de hoogte dat de commissaris van de Koning, ondanks het verzoek van de Partij voor de Dieren Flevoland, geweigerd heeft het besluit en de opdracht om over te gaan tot afschot van edelherten en uitplaatsing van Konikpaarden voor te dragen voor vernietiging bij koninklijk besluit? Bent u bereid om uw bevoegdheden als Minister in te zetten om het besluit en de opdracht alsnog te vernietigen? Zo nee, waarom niet?

    Gedeputeerde staten geven uitvoering aan het door provinciale staten vastgestelde beleidskader dat zorgvuldig tot stand is gekomen. Tegen het door GS genomen besluit tot afschot staat een bestuursrechtelijke rechtsgang open. Het is vervolgens aan de rechter ter beoordeling of het besluit zorgvuldig en niet in strijd met de wet is genomen.
    Zie voorts mijn antwoord op vraag 1.

  • Mededeling - 15 oktober 2018

    Op 26 september 2018 heeft het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) vragen gesteld over het besluit van gedeputeerde staten van Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en konikpaarden naar andere gebieden te verplaatsen. Vanwege de nodige afstemming betreffende de beantwoording kunnen de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoord worden. Ik streef ernaar om de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z16896
Volledige titel: Het besluit van Gedeputeerde Staten Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en de uitplaatsing van konikpaarden naar andere gebieden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-631
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over het besluit van Gedeputeerde Staten Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en de uitplaatsing van konikpaarden naar andere gebieden