Ingediend | 26 september 2018 |
---|---|
Beantwoord | 13 november 2018 (na 48 dagen) |
Indiener | Theo Hiddema (FVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16887.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-610.html |
Ja.
De Raad voor de rechtspraak heeft mij laten weten dat het gerechtsbestuur sinds de onthulling van het schilderij «Regelrecht» in 1995 meerdere klachten heeft ontvangen, zowel informeel als formeel. Recentelijk betrof dit een formele klacht van een slachtoffer van een zedenmisdrijf die bij het Slachtofferloket van het openbaar ministerie is binnengekomen.
De inrichting van een gerechtsgebouw is een verantwoordelijkheid van de rechtspraak. Het is dus aan het gerechtsbestuur van de rechtbank Overijssel om te beoordelen in hoeverre de ontvangen klachten over het schilderij «Regelrecht» een aanleiding zijn om het schilderij van de publieke naar de niet-publieke ruimte van het gerechtsgebouw te verplaatsen.
Ik begrijp dat sommigen zich niet kunnen vinden in de beslissing van het gerechtsbestuur om het schilderij «Regelrecht» uit de centrale wachtruimte van het gerechtsgebouw in Almelo te verwijderen. Het voert voor mij echter te ver om daarin gevolgtrekking te zien voor het vertrouwen van de burger in de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak.
Zie antwoord vraag 4.
Zie mijn antwoord op vraag 3.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Hiddema (FvD) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over mogelijke betutteling in de rechtspraak na de verwijdering van het schilderij uit de rechtbank Almelo (ingezonden 26 september 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.