Kamervraag 2018Z16319

Het ‘Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake olievoorraadovereenkomsten’

Ingediend 19 september 2018
Beantwoord 4 oktober 2018 (na 15 dagen)
Indieners Tom van der Lee (GL), Bram van Ojik (GL)
Beantwoord door Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16319.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-155.html
  • Vraag 1
    Kent u het «Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van Australië inzake olievoorraadovereenkomsten; Canberra, 13 juni 2018»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Waar in Nederland worden de Australische olievoorraden opgeslagen? Deelt u de mening dat het in het geval van een crisissituatie inefficiënt is dat de voorraden van Australië, dat hier bijna vijftienduizend kilometer vandaan ligt, in Nederland worden opgeslagen? Zo nee, waarom niet?

    De locatie van de Australische olievoorraden in Nederland is afhankelijk van de privaatrechtelijke overeenkomst tussen Australië en een in Nederland gevestigd oliebedrijf. De lidstaten van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) die zijn toegetreden tot de op 18 november 1974 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst van het Internationaal Energie Programma (IEP), hebben de verplichting ervoor te zorgen dat te allen tijde bepaalde minimumvoorraden aardolie(producten) voorhanden zijn. De zodoende beschikbare aardolievoorraad kan, onder leiding van het IEA, in een zogenaamde collectieve actie van alle lidstaten voor marktconforme prijzen op de markt worden gebracht in tijden van een onderbreking of verstoring in de aanvoer van aardolie.
    Een collectieve actie heeft tot doel stabiliteit in de oliemarkt te bewaren en economische schade door olietekort tot een minimum te beperken. De markt zal deze olie immers haar weg laten vinden naar waar het op dat moment op de wereld nodig is. De locatie van de olie, ten opzichte van de eigenaar, is daardoor niet van belang.

  • Vraag 3
    Klopt het dat, naast de Australische staat, het verdrag slechts in het belang is van in Nederland gevestigde oliebedrijven die met het verdrag extra economische kansen krijgen? Kunt u uitleggen waarom het wenselijk is dat oliebedrijven extra economische kansen krijgen, gezien de noodzaak van de energietransitie en de kabinetsdoelen rondom de energietransitie?

    Het IEP is ingericht op het handhaven van de stabiliteit van de oliemarkt en de wereldeconomie ten tijde van een olieaanvoerverstoring. De omvang van de verplichte olievoorraad wordt jaarlijks vastgesteld, gebaseerd op het olieverbruik in het voorafgaande jaar. Bij een daling van het olieverbruik zal dus ook de verplichte voorraad dalen.
    De verplichting tot het aanhouden van voorraden is volgens internationale afspraken opgelegd aan alle lidstaten van het IEA. Australië is al geruime tijd, als enige IEA-lid, niet in staat om te voldoen aan haar voorraadverplichting. Na een langdurig proces en na grote druk van de IEA-lidstaten heeft Australië in 2017 het besluit genomen om zo snel mogelijk weer aan de voorraadplicht te voldoen. Australië kiest ervoor om een groot deel van haar voorraadplicht af te dekken met olie-tickets waarvoor Australië contracten zal afsluiten met derde partijen. Dit biedt Australië de mogelijkheid om op een door hen nader te bepalen moment de benodigde olievoorraden te kopen tegen de dan geldende marktprijzen.
    Voor de olie-ticketcontracten is het belangrijk dat de tickets worden aangekocht in landen met een betrouwbaar ticketregistratiesysteem, zodat de kopende partij zekerheid heeft op beschikbaarheid van de olie op het juiste moment. Nederland heeft een betrouwbaar en internationaal gewaardeerd registratiesysteem voor ticketcontracten. Nederland heeft in 2008 een vergelijkbaar verdrag met Nieuw-Zeeland gesloten2.
    Het verdrag maakt het voor Australië mogelijk om olie-tickets aan te kopen bij in Nederland gevestigde oliebedrijven. Dit is een gebruikelijke economische activiteit van deze oliebedrijven, waarover in Nederland winstbelasting wordt afgedragen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het onduidelijk is welke toegevoegde waarde dit verdrag heeft voor de gemiddelde Nederlandse burger? Waaruit bestaat die eventuele toegevoegde waarde volgens u?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor 6 oktober 2018 zodat de Kamer kan besluiten dat uitdrukkelijke goedkeuring wenselijk is?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z16319
Volledige titel: Het ‘Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake olievoorraadovereenkomsten’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-155
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Van Ojik over het ‘Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake olievoorraadovereenkomsten’