Ingediend | 17 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 6 september 2018 (na 20 dagen) |
Indiener | Matthijs Sienot (D66) |
Beantwoord door | Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14689.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3109.html |
Ja.
Het crisisoverleg is onderdeel van het Landelijk draaiboek Waterverdeling en Droogte. Rijkswaterstaat, de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat, de waterschappen en de provincies geven hier gezamenlijk uitvoering aan. In dit draaiboek staat beschreven wanneer het niveau «dreigend watertekort» overgaat naar het niveau «feitelijk watertekort». Er is sprake van een feitelijk watertekort op landelijk niveau wanneer de vraag naar zoetwater het aanbod van zoetwater overtreft. Dit is de huidige situatie. Voor de verdeling van het beschikbare water werken deze partijen met de wettelijke verdringingsreeks. Ik ben in mijn brief aan uw Kamer van 2 augustus 2018 nader ingegaan op de verdringingsreeks.
Op 3 juli heb ik aangegeven dat er voor scheepvaart en andere sectoren over het algemeen nog geen sprake was van een feitelijk watertekort doordat de aanvoer van water uit Duitsland en België via de rivieren nog voldoende was.
In de weken tussen 3 juli en 2 augustus zijn de rivierafvoeren van Rijn en Maas gedaald en is het neerslagtekort verder opgelopen. Er is sinds 2 augustus sprake van een landelijk feitelijk watertekort. Conform het Landelijk Draaiboek betekent dit dat het Managementteam Watertekorten (MTW) is geactiveerd. Het MTW is een bijzondere landelijke interbestuurlijke coördinatiegroep voor watertekortbesluiten. De hier genomen besluiten leiden tot nu toe tot een beheersing van de situatie, maar dat betekent niet dat er geen nadeel of schade is. Een (dreigende) crisis door het watertekort is niet in beeld.
Ik weerspreek de gedachte dat Nederland op het gebied van droogte achterloopt bij andere landen in Europa en dat ons beleid alleen gericht is op het voorkomen van wateroverlast. In 2007 heeft het kabinet een commissie ingesteld onder voorzitterschap van oud-minister Cees Veerman. Deze Deltacommissie heeft in 2008 aanbevelingen gedaan over de manier waarop ons land de komende eeuw de waterveiligheid moet verbeteren en de zoetwatervoorziening op orde moet houden, rekening houdend met klimatologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Het Kabinet heeft de aanbevelingen overgenomen. Daarom zijn er nu een Deltaprogramma, een Deltacommissaris en een Deltafonds. In dit Deltaprogramma is tussen 2010–2014 een strategie uitgewerkt voor de zoetwatervoorziening. Vanaf 2015 nemen overheden en gebruikers maatregelen om zich voor te bereiden op het vaker optreden van droge perioden. Met het Deltaplan Zoetwater investeren rijk en regio tussen 2015 en 2021 voor 400 mln euro aan concrete droogtemaatregelen. Dat betreft bijvoorbeeld verbeteren van de aanvoer naar West Nederland (via uitbreiding van de Kleinschalige Wateraanvoervoorzieningen), vergroten van de IJsselmeerbuffer (via nieuw peilbesluit) en vergroten van de buffercapaciteit op de hoge zandgronden. Daarnaast is er sinds 2017 een Deltaplan Ruimtelijke adaptatie met afspraken over maatregelen voor wateroverlast, hitte en droogte.
Het Deltaprogramma werkt preventief, waardoor de landelijke coördinatie snel van start kon gaan, inclusief scenario’s en maatregelen. Ook in de riviercommissies is Nederland actief op het gebied van het overleg over verminderde wateraanvoer.
In de Internationale Rijn- en Maascommissies wordt reeds enkele jaren, op initiatief van Nederland, samengewerkt in een laagwater commissie.
Met het Deltaprogramma, het Deltaplan Zoetwater en het Landelijk draaiboek Waterverdeling en Droogte zijn de waterbeheerders goed voorbereid op de droogte deze zomer. Ondanks de extreme droogte blijven de gevolgen voor drinkwater, natuur en economie tot nu toe beperkt, ook in vergelijking met andere Europese landen. Het draaiboek zal van kracht blijven zolang als nodig is.
Nederland moet op zowel droogte als wateroverlast voorbereid zijn. Daarom bereiden overheden zich met het Deltaprogramma voor op extreme weersituaties met meer droogte, verzilting, hoge rivierafvoeren, zeespiegelstijging en wateroverlast. Schade als gevolg van deze natuurgebeurtenissen zal overigens nooit geheel kunnen worden uit gesloten.
Alle overheden werken aan maatregelen tegen wateroverlast, hitte en droogte. Een overzicht van de voortgang staat in het Deltaprogramma 2019 dat u met Prinsjesdag ontvangt. De inzet afgelopen weken van de Kleinschalige Wateraanvoervoorzieningen in West Nederland en «Slim watermanagement» van sluizen en stuwen in heel Nederland laat zien dat de maatregelen uit het Deltaprogramma goed werken.
Ook werken gemeenten aan stresstesten voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Daarmee brengen ze hun kwetsbaarheden op het gebied van wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen in beeld. Op basis daarvan bepalen ze vervolgens de te nemen maatregelen.
Ik anticipeer met het Deltaprogramma op droge en natte periodes in Nederland. Onderdeel van het reguliere proces van het Deltaprogramma is dat jaarlijks wordt bekeken of de plannen aanvulling behoeven. Dat gaat ook dit jaar gebeuren, zodat ik kan bezien of er naast de huidige, al voorziene en in voorbereiding zijnde maatregelen in het Deltaprogramma extra maatregelen nodig zijn om beter te anticiperen. Daarnaast heb ik uw Kamer reeds aangegeven te werken aan een wetswijziging om binnen het Deltafonds financiering mogelijk te maken van klimaatadaptatiebeleid.
Deze vraag is de belangrijkste grondslag voor het huidige Deltaprogramma en het Deltaplan Zoetwater, waaraan wij – met alle partners – volop uitvoering geven. Nederland heeft relatief grote reserves aan zoetwater, zoals het IJsselmeer en het Volkerak-Zoommeer. Meer opslag van zoetwater is één van de oplossingsrichtingen waar binnen deze programma’s naar wordt gekeken. Met het peilbesluit IJsselmeer van juni 2018 heb ik onze grootste zoetwaterbuffer vergroot. Ook op kleinere schaal, tot op het niveau van de individuele agrariërs, kijken rijk en regio waar extra waterreserves (ook in de bodem) nodig en haalbaar zijn. Samen met de watergebruikers, zoals landbouw, natuur, scheepvaart en drinkwater, wordt dit nader uitgewerkt.
Ook extra aanvoer of zuiniger omgaan met water biedt kansen. In het Deltaprogramma wegen rijk en regio de voor- en nadelen van alle mogelijke maatregelen tegen elkaar af om zo tegen de laagst maatschappelijke kosten het systeem zo robuust mogelijk te maken voor (extreem) droge en natte perioden. Daarbij spelen ook ruimtelijke keuzes, immers de beschikbaarheid van water verschilt per gebied. Uitkomsten hiervan worden meegenomen in het Deltaplan Zoetwater dat ook na 2021 zal doorlopen.
De Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) is bedoeld om West-Nederland in tijden van verzilting van de Hollandsche IJssel van voldoende water te voorzien ten behoeve van landbouw en natuur, en niet voor drinkwater.
In het Deltaprogramma 2015 is afgesproken onderzoek te doen naar verdere uitbreiding van de KWA en alternatieven, waaronder een Permanente Oostelijke Aanvoer (POA). Dit onderzoek wordt samen met natuurorganisaties uitgevoerd en daarbij wordt gekeken naar mogelijke verbeteringen van de deltanatuur.
Dit onderzoek loopt momenteel en ik kan nog niet vooruitlopen op de uitkomsten.
Zoals hierboven is het doel van de huidige programma’s om goed voorbereid te zijn op periodes van wateroverlast én watertekorten. Het zoeken naar extra waterreserves is hier onderdeel van. Het vraagt ruimtelijke afstemming en mag niet de enige zoekrichting zijn. De huidige droogte laat zien hoe belangrijk het is dat rijk en regio met volle kracht verder blijven werken aan de nationale zoetwaterstrategie: zuiniger en efficiënter watergebruik, het beter vasthouden van water in natte tijden om het in droge tijden te gebruiken en het slimmer verdelen van het water.
Ik kan nu niet toezeggen om u voor de begroting van 2019 een evaluatie van deze droogteperiode toe te sturen, omdat op dit moment het watertekort nog volop speelt. De evaluatie volgt nadat de periode van watertekort voorbij is. Ik zal u de evaluatie zodra gereed toesturen.