Ingediend | 15 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2018 (na 20 dagen) |
Indieners | Helma Lodders (VVD), Han ten Broeke (VVD) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14642.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3069.html |
Ja, het kabinet is bekend met dit bericht op de nieuwssite van AGF.
Ja, er is kennisgenomen van deze verklaring. President Ramaphosa deelt in deze verklaring de conclusies van de uitvoerende commissie van het ANC. Deze commissie is in juli 2018 bijeengekomen om plannen voor banengroei, de economie, landhervormingen, goed bestuur en sociale ontwikkeling op te stellen, onderwerpen van essentieel belang voor het Zuid Afrikaanse transformatieproces. Zuid-Afrika kent een extreme ongelijkheid en het ANC zoekt naar mogelijkheden om deze te verminderen. President Ramaphosa geeft aan dat landonteigening zonder compensatie constitutioneel al mogelijk is, maar dat het doel van de voorgestelde wijziging in de Grondwet is om meer duidelijkheid te scheppen over de omstandigheden waaronder dit kan. Een parlementaire commissie is aangewezen om dit proces te leiden. Publieke consultaties zijn hiervoor een belangrijke bron van informatie.
In een ingezonden brief naar de Financial Times van 23 augustus 2018 noemt President Ramaphosa een aantal suggesties waarin landonteigening zonder compensaties mogelijk zou kunnen zijn: bijvoorbeeld ongebruikt land in rurale en urbane gebieden. In diezelfde brief benadrukt Ramaphosa nogmaals dat de eigendomsrechten in de Grondwet, inclusief het recht dat bezittingen niet arbitrair afgenomen mogen worden, in tact zullen blijven. Ook zegt hij dat het proces van landhervormingen niet ten nadele van economische groei of voedselproductie mag gaan.
Zoals eerder aangegeven bij de beantwoording van schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Helvert en Geurts (CDA) is momenteel onvoldoende duidelijk hoe een door de Zuid-Afrikaanse regering voorgenomen onteigening eruit gaat zien. Met het voorgenomen amendement op de Grondwet zullen de voorwaarden voor landonteigening zonder compensatie gespecifieerd moeten worden. Dit zal het proces verduidelijken. Het kabinet blijft alle ontwikkelingen op de voet volgen, onder andere door het onderhouden van nauwe contacten met de Zuid-Afrikaanse autoriteiten.
Het kabinet is bezorgd over de onrust die is ontstaan over de binnenlandse dialoog in Zuid-Afrika over onteigening van grond. Echter, Zuid Afrika heeft een stevige Grondwet en daarvan afgeleide wetten. Deze worden getoetst en toegepast door de rechterlijke instanties, die tot op heden hebben laten zien onafhankelijk te zijn van de politiek. De Zuid-Afrikaanse regering heeft bovendien een structureel overleg ingesteld met boerenorganisaties. Op dit moment wacht het kabinet de maatregelen van de Zuid-Afrikaanse regering daarom af.
Zoals eerder aangegeven in de antwoorden op schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Helvert en Geurts (CDA) is het registreren en verzamelen van betrouwbare statistieken in algemene zin een uitdaging in Zuid-Afrika. Dat geldt ook voor cijfers over «farm attacks». Desondanks heeft de Zuid-Afrikaanse Minister van Politie de statistieken van de jaren 2012–2017 over «farm attacks and murders» op 5 mei 2018 gepubliceerd. Zoals ook eerder aangegeven, nam het aantal geregistreerde «farm attacks» vanaf 2013 af, maar in de afgelopen twee jaar weer toe (van 446 in 2015/2016 naar 478 in 2016/2017 en 561 in 2017/2018). Vergeleken met de statistieken van 2012/2013 (567 incidenten), is er geen sprake van een significante toename van het aantal «farm attacks» ten opzichte van 2017/2018 (561 incidenten). Op basis van deze gegevens concludeert het kabinet dat de gepubliceerde cijfers geen aanleiding geven tot nieuwe inzichten.
De omvang van gewelddadige criminaliteit, waaronder farm attacks, in Zuid-Afrika is zorgwekkend. De gevolgen van die criminaliteit worden door de gehele samenleving gevoeld. De ambassade bespreekt regelmatig het probleem van criminaliteit in zijn algemeenheid en speciaal ook de «farm attacks». De Zuid-Afrikaanse overheid neemt de strijd tegen criminaliteit, inclusief de preventie van «farm attacks» serieus. Zoals eerder aangegeven in de antwoorden van het kabinet op schriftelijke vragen van de SGP en het CDA heeft de Zuid-Afrikaanse politie heeft een speciale strategie opgesteld om «farm attacks» zoveel mogelijk te voorkomen2 3. De capaciteit van de politie is echter beperkt, ook omdat «farm attacks» vaak in afgelegen, rurale gebieden plaatsvinden.
Het kabinet weet dat enkele Europese bedrijven «pas op de plaats maken». Bedrijven die actief zijn in Zuid Afrika kennen de politiek-economische context en het juridisch systeem van het land en wegen dit mee in hun beslissingen. Uit gesprekken die de ambassade heeft gevoerd met Nederlandse bedrijven blijkt in de afgelopen maand geen toename van uitstel van investeringsbeslissingen. De recente handelsmissies in de watersector en landbouwsector hebben juist geleid tot nieuwe investeringen. Zuid-Afrika biedt nog steeds goede kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
De Nederlandse ambassade in Pretoria en het consulaat generaal in Kaapstad voeren zowel structureel als op verzoek gesprekken met Nederlandse bedrijven en investeerders. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens bedrijfsbezoeken en handelsmissies, of speciaal daarvoor georganiseerde evenementen. De ambassade werkt hierbij ook samen met de Nederlands Zuid-Afrikaanse Kamer van Koophandel. De ambassade is voldoende toegerust om Nederlandse bedrijven actief, of op verzoek, voor te lichten over handels- en investeringskwesties.
Overleg met de Zuid-Afrikaanse overheid gebeurt structureel, op verzoek en bij gelegenheid. In 2015 werd een memorandum ondertekend door de Minister van Buitenlandse Zaken Koenders en de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken Mashabane waarin Nederland en Zuid-Afrika een samenwerkingscommissie opzetten (de Joint Commission of Cooperation – JCC). De JCC komt iedere twee jaar bijeen op ministerieel niveau. Tijdens deze bijeenkomsten staat de structurele samenwerking tussen Nederland en Zuid-Afrika op verschillende werkterreinen centraal, waaronder economie en politiek. De ambassade heeft een uitstekend netwerk binnen de overheid, politieke partijen, NGO’s en onderzoeksinstanties en bevraagt deze regelmatig over ontwikkelingen in het landhervormingsproces.
Ja. De onderzoekscommissie heeft nog geen verslag uitbracht.
Het kabinet zal, zodra dit verslag is uitgebracht, de uitkomsten bestuderen en met de Kamer delen.
Ja. De Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika blijft de criminaliteit en de toename daarvan in de dialoog met de Zuid-Afrikaanse politieke en ambtelijke autoriteiten en veiligheidsdiensten onder de aandacht brengen. Daarnaast financiert de ambassade programma’s die kwetsbare groepen (vrouwen, LHBTI) proberen te beschermen tegen geweld. Deze programma’s worden ondersteund vanuit het Mensenrechtenfonds.
Het kabinet gaf in een eerder antwoord op schriftelijke vragen gesteld door de VVD-fractie aan dat het ANC zijn standpunt heeft bevestigd om uit het Internationaal Strafhof te treden. De parlementaire procedure om dit mogelijk te maken is echter nog niet in gang gezet. Uit informele gesprekken met vertegenwoordigers van de Zuid-Afrikaanse overheid blijkt dat de beslissing mogelijk wordt heroverwogen. Dit is enige tijd geleden ook publiekelijk bevestigd door de huidige Minister van Buitenlandse Zaken, Mrs. Lindiwe Sisulu. Naar verwachting zal de finale beslissing pas na de verkiezingen in 2019 worden genomen.
Het kabinet zal zich blijven inzetten voor het behouden en versterken van draagvlak voor het Internationaal Strafhof in Zuid-Afrika. Het kabinet zal de dialoog met Zuid-Afrika blijven voeren en daarbij het belang van het Internationaal Strafhof blijven onderstrepen.
De volgende EU-Zuid-Afrika top zal plaatsvinden op 15 november 2018 in Brussel.
De, door Zuid-Afrika voorgestelde, onderwerpen; «investeringen en werkgelegenheid» en «handelsbevordering» zijn in de voorlopige agenda opgenomen.
Het kabinet zal dit overleg benutten om de diverse zorgen van zowel de Nederlandse regering als van Europese en Nederlandse ondernemers in Zuid-Afrika onder de aandacht te brengen.
In de eerste vijf maanden van 2018 hebben geen Zuid-Afrikanen in Nederland asiel aangevraagd (bron: zie https://ind.nl/en/Documents/AT_June_2018_Hoofdrapport.pdf). In 2017 hebben 12 Zuid-Afrikanen in Nederland asiel aangevraagd. In 2016 waren dat er 10.
Er zijn door andere landen geen signalen afgegeven dat asielaanvragen van mensen met de Zuid-Afrikaanse nationaliteit de afgelopen maanden zijn toegenomen. Exacte cijfers over aanvragen bij andere landen in de afgelopen maanden zijn bij ons niet bekend. In 2017 waren in de Europese Unie ongeveer 265 asielaanvragen van mensen met de Zuid-Afrikaanse nationaliteit, in 2016 waren dit er 210. In beide jaren behandelden Ierland en het VK het merendeel van deze aanvragen.