Ingediend | 14 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 september 2018 (na 21 dagen) |
Indieners | Lilianne Ploumen (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14626.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3084.html |
Ja.
Signalen over het terugbrengen van vrouwen en kinderen uit kampen in Noordoost-Syrië naar ISIS-gebied zijn vanuit meerdere kanalen tot mij gekomen, onder meer via familieleden van uitreizigers. Tot op heden kunnen deze berichten niet worden bevestigd.
Het is überhaupt onwenselijk dat kinderen zich in dergelijke situaties bevinden. Zoals ook aangegeven in de kabinetsreactie op het standpunt van de Kinderombudsman3 zie ik deze kinderen in de eerste plaats als slachtoffer van de door hun ouders gemaakte, gevaarlijke keuzes. In de belangenafweging worden naast de belangen van de kinderen, diplomatieke verhoudingen, de veiligheid van de betrokkene en nationale veiligheidsbelangen afgewogen. Deze afweging leidt ertoe dat het kabinet niet actief inzet op het terughalen van volwassen uitreizigers en hun minderjarige kinderen uit Syrië en Irak. Daarbij is het bereik van de Nederlandse overheid in het buitenland en in crisisgebieden in het bijzonder beperkt. Zoals bekend heeft Nederland geen betrekkingen met de Syrische autoriteiten en is er geen diplomatieke vertegenwoordiging in Syrië om daar navraag te doen. Dit laat onverlet dat de situatie voortdurend wordt gemonitord en ik in gesprek blijf met internationale partners en non-gouvernementele organisaties.
Personen die zich melden op een Nederlandse post kunnen in beginsel onder begeleiding van de Koninklijke Marechaussee terugkeren naar Nederland. Nederland haalt uitreizigers niet terug uit de onveilige gebieden in Syrië en Irak. Op mijn verzoek is op ambtelijk niveau gesproken over de situatie in de regio met de Benelux-vertegenwoordiging van de Democratic Federation of Northern Syria in Den Haag. Bij deze gelegenheid zijn ook de internationale arrestatiebevelen overhandigd die tegen drie Nederlandse uitreizigsters zijn uitgevaardigd. Dit gebeurde begin juni en heeft tot op dit moment niet tot enige reactie van de Koerdische de facto autoriteiten geleid.
Zie antwoord vraag 3.