Ingediend | 2 augustus 2018 |
---|---|
Beantwoord | 17 september 2018 (na 46 dagen) |
Indiener | Isabelle Diks (GL) |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | economie handel |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14481.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-3217.html |
Ja, dit klopt. De Europese Commissie heeft op 11 juni 2018 voorstellen aan de Raad voorgelegd voor Raadsbesluiten tot ondertekening en sluiting van een briefwisseling met Marokko, waarmee de geografische reikwijdte van twee protocollen (import, oorsprongsregels) bij het Associatieakkoord met Marokko wordt uitgebreid naar de Westelijke Sahara. De Raad heeft op 16 juli 2018 het besluit tot ondertekening namens de Unie vastgesteld en is nog in afwachting van de vereiste goedkeuring door het Europees parlement om het besluit tot sluiting van het akkoord vast te kunnen stellen. Uw Kamer is geïnformeerd over de Nederlandse positie ten aanzien van deze aanpassing via de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 16 juli 2018 (Kamerstuk 21 501–02, nr. 1895) en in antwoorden van het kabinet op het schriftelijk overleg Raad Buitenlandse Zaken van 16 juli 2018 (Kamerstuk 21 501–02, nr. 1896).
De Nederlandse inzet is erop gericht geweest dat de uitspraak van het Europese Hof van Justitie wordt nagekomen. Dit betekent onder meer dat de oorspronkelijke bevolking adequaat moet worden betrokken. Het kabinet is van mening dat de Commissie en Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) alle redelijke en haalbare stappen hebben ondernomen om de bevolking van de Westelijke Sahara adequaat te betrekken.
De Europese Commissie en Europese Dienst voor Extern Optreden hebben zich ingezet om een brede groep vertegenwoordigers en belangenorganisaties, inclusief vertegenwoordigers van het Polisario Front, zo goed mogelijk te betrekken. Het overgrote deel van de geconsulteerde partijen heeft hun visie gedeeld met de Europese Commissie. Enkele groepen, zoals de Sahrawi Association of Victims of Human Rights Violations, hebben daarvan afgezien. Marokko heeft als verdragspartij bij het Associatieakkoord ook vertegenwoordigers geconsulteerd. De uitkomsten hiervan zijn door de Europese Commissie meegenomen in het verslag van de consultatie.1 Het kabinet steunt de Commissie in de brede consultatie waarin meerdere partijen zijn gehoord.
Zie ook het antwoord op vraag 3. De Europese Commissie heeft zich ingezet een brede groep vertegenwoordigers en belangenorganisaties zo goed mogelijk te betrekken. Het stond deze partijen vanzelfsprekend vrij om al dan niet hieraan mee te werken. Een overzicht van de consultatie, inclusief lijst met belanghebbenden die zijn geconsulteerd, is online beschikbaar.
Het kabinet is van mening dat de geografische reikwijdte van de handelsafspraken met Marokko kunnen worden uitgebreid tot de Westelijke Sahara. Marokko oefent feitelijk gezag uit in het gebied. Het is daarom mogelijk met Marokko internationale handelsafspraken te maken die in overeenstemming zijn met internationaalrechtelijke randvoorwaarden en waarbij de uitspraak van het EU-Hof wordt nagekomen.
Nederland erkent de claims van Polisario over de Westelijke Sahara en de door Polisario uitgeroepen République Arabe Sahraoui Démocratique niet.
De Europese Commissie heeft een brede groep vertegenwoordigers en belangenorganisaties geconsulteerd. Eveneens hebben technische discussies plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het Polisario Front. Dit wordt vermeld in het verslag van de consultatie. Het kabinet is echter van mening dat de instemming van Polisario niet doorslaggevend is.
Ja, de importeur heeft bij invoer van zout een preferentie van het invoerrecht aangevraagd op basis van afspraken in het Associatieakkoord tussen de Europese Unie en Marokko. De Douane heeft de aanvraag voor de preferentie vooralsnog ingewilligd. De Douane heeft echter tevens om een nader onderzoek verzocht in Marokko en is ook een nader onderzoek gestart in Nederland. Als uit deze onderzoeken volgt dat de feitelijke oorsprong van het zout niet Marokko is maar bijvoorbeeld de Westelijke Sahara, zal het betreffende invoerrecht alsnog worden geheven. De juridische basis hiervoor is het Douanewetboek van de Europese Unie en de uitspraak van het Europese Hof van Justitie (zaak nr. C-104/16P van 21 december 2016).