Ingediend | 27 juli 2018 |
---|---|
Beantwoord | 22 augustus 2018 (na 26 dagen) |
Indiener | Roy van Aalst (PVV) |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | spoor verkeer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14413.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2955.html |
Ja.
Het is goed dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) de veiligheidssituatie rond overwegen grondig heeft onderzocht en daarbij ook heeft gekeken naar de achterliggende oorzaken van ongevallen. Ik hecht er echter aan eerst de analyse, conclusies en aanbevelingen van het rapport goed te bestuderen alvorens conclusies te trekken. In de beleidsreactie, die ik ook aan uw Kamer zal sturen, zal ik hier verder op ingaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals in de brieven aan uw Kamer van 20 maart 20172 en 12 juli 20183 is toegelicht, vind ik overwegveiligheid de gezamenlijke verantwoordelijkheid van spoor- en wegbeheerders. De wijze waarop die verantwoordelijkheid moet worden ingevuld is juist één van de onderwerpen die de OVV in haar rapport aan de orde stelt. Ik wil dit punten graag zorgvuldig bestuderen en met andere partijen bespreken. In mijn beleidsreactie kom ik daarop terug.
Overwegveiligheid vind ik zeer belangrijk. Sinds 2010 wordt er daarom voor circa € 300 miljoen geïnvesteerd in het uitwerken en uitvoeren van diverse maatregelen om overwegen veiliger te maken of op te heffen. Ook de regio heeft de afgelopen jaren een forse (financiële) bijdrage geleverd om overwegveiligheid te verbeteren. De effecten van deze inspanningen zijn duidelijk zichtbaar. Hoewel de aantallen jaarlijks fluctueren is er sprake van een meerjarige dalende trend. Het aantal dodelijke slachtoffers op overwegen is sinds 2000 met 70 procent gedaald. In Europees perspectief scoort Nederland hoog ten aanzien van overwegveiligheid. Echter, elk slachtoffer is er een teveel. Daarom heb ik recent nog extra middelen (€ 50 miljoen) vrijgemaakt voor de overwegenaanpak. Hierover is uw Kamer bij brief van 12 juli 20184 geïnformeerd.
Bij besluitvorming over maatregelen maak ik met betrokken partijen als ProRail, gemeenten en recreatieve belangenverenigingen een weging van diverse belangen. Omdat ik hecht aan een doelmatige besteding van belastinggeld kijk ik daarbij uiteraard ook naar de kosten van maatregelen in relatie tot de (veiligheids)baten. Om te komen tot een optimale inzet van de beschikbare middelen volg ik een risicogestuurde aanpak. Daarbij richt ik mij met het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) op het reduceren van de risico’s op zoveel mogelijk van de 140 meest risicovolle overwegen in Nederland. Daarnaast pak ik de openbaar toegankelijke niet actief beveiligde overwegen (NABO’s) op het reizigersnet aan met het Programma NABO.
Ja, die mening deel ik. Om die reden is al in 2015 het hierboven genoemde Programma NABO gestart en heb ik uw Kamer met mijn brief van 12 juli 20185 geïnformeerd over mijn ambitie en de daarbij behorende aanvullende financiële impuls om zo snel mogelijk alle openbaar toegankelijke NABO’s en particuliere huisaansluitingen op het reizigersnet op te heffen of te beveiligen. Samen met ProRail ben ik hiermee al hard aan de slag.