Ingediend | 26 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 11 juli 2018 (na 15 dagen) |
Indieners | Pieter Omtzigt (CDA), Martijn van Helvert (CDA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z12420.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2725.html |
Ja.
Ja.
Ja.
Naast Nederland stelt ook de VS publiekelijk dat het de gematigde gewapende oppositie in Zuid-Syrië in 2018 heeft gesteund.
Naast de VS is bij het kabinet bekend dat een andere EU-lidstaat steun heeft gegeven aan de gematigde gewapende oppositie in Zuid-Syrië in 2018. Of andere landen steun verlenen aan de gematigde oppositie maken landen niet bekend omdat het programma’s betreft die hoge risico’s dragen voor betrokken partijen waaronder de uitvoerders en gesteunde groepen. Van Jordanië is bekend dat het altijd steun heeft uitgesproken, maar behalve het faciliteren van steun van derden is onbekend of, en wat, Jordanië zelf hebben bijgedragen.
Nederland leverde in Zuid-Syrië een bijdrage aan het NLA programma dat werd uitgevoerd door een andere EU-lidstaat (referte het verslag van het Schriftelijk Overleg van 11 mei 2018 Kamerstuk 32 623, nr. 219). Uitvoering van het programma werd afgestemd met Jordanië.
Ja.
De kamer is per brief op 23 januari 2018 vertrouwelijk geïnformeerd over de redenen van het stopzetten van een deel van de NLA in Noord-Syrië.
Kort daarna is besloten ook de resterende delen van het NLA programma in Noord-Syrië te beëindigen (waaronder in Idlib), zoals vermeld in de kamerbrief van 14 maart jl.
Op dit moment is er geen indicatie dat door Nederland eerder gesteunde gematigde gewapende groepen zijn overgelopen. Een aantal van de groepen bevindt zich in gebied waar gevochten wordt, andere groepen bevinden zich in gebieden waar niet wordt gevochten.
Steun aan de gewapende oppositie via Non-Lethal Assistance (NLA) was de afgelopen jaren onderdeel van geïntegreerd Nederlands beleid op Syrië. De kamer is gedurende de loop van het programma regelmatig via kamerbrieven en -antwoorden op schriftelijke vragen geïnformeerd over het NLA-programma, de Nederlandse bijdragen en resultaten. De belangrijkste doelen van het programma waren het bieden van een alternatief voor extremistische groeperingen en te voorkomen dat de gematigde oppositie in verdrukking zou raken tussen het Assad-regime en extremistische groeperingen. Hiermee werd zorg gedragen voor enige voet aan de grond voor de oppositie ter ondersteuning van het politiek proces onder leiding van speciaal VN-gezant Staffan de Mistura. Daarnaast beoogde steun aan de gematigde gewapende oppositie gunstigere voorwaarden voor gematigd bestuur en stabilisatie-projecten in Syrië te creëren. Deze doelen zijn gedurende het NLA programma overeind gebleven. Het programma in Zuid-Syrië heeft bovendien bijgedragen aan stabiliteit van Jordanië en Israël die beiden baat hebben bij een stabiel grensgebied. Zo hebben groepen aan de grens smokkel en illegale oversteek van ISIS-strijders tegengehouden.
Zie antwoord vraag 10.
Eind maart 2018 waren alle leveringen in Zuid-Syrië reeds afgerond, op één levering na die is aangehouden (het gaat om een veldhospitaal). Voor het veldhospitaal wordt een passende bestemming gezocht. Met het stopzetten van het NLA programma in Noord-Syrië, zoals vermeld in de kamerbrief van 14 maart jl. (zie antwoord op vraag 8), is daarmee het gehele NLA programma in Syrië beëindigd.
De vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.