Kamervraag 2018Z11910

De overlast ten gevolge van lachgas

Ingediend 20 juni 2018
Beantwoord 13 juli 2018 (na 23 dagen)
Indiener Lilianne Ploumen (PvdA)
Beantwoord door Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU)
Onderwerpen geneesmiddelen en medische hulpmiddelen gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z11910.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2766.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Iriszorg: Verbied lachgas verkoop in o.a. Sishalounges»?1

    Ja, ik heb dit bericht gelezen.

  • Vraag 2
    Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw pogingen met de detail- en groothandel tot afspraken te komen over vrijwillige beperkende maatregelen, zoals een leeftijdsgrens en/of een maximale hoeveelheid patronen per transactie?2

    Ik heb het Trimbos-instituut gevraagd om het bestaande preventie aanbod voor scholen, ouders en uitgaanders aan te vullen met het thema lachgas en handvatten te ontwikkelen voor professionals en gemeenten. De materialen zullen voor aankomend schooljaar beschikbaar zijn.
    Ook hebben de afgelopen maanden gesprekken plaatsgevonden met verschillende (branche) organisaties over vrijwillige beperkende maatregelen rondom de verkoop van lachgaspatronen. Eerder dit jaar heeft Bol.com al besloten te stoppen met de verkoop van lachgaspatronen. Uit de gesprekken met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, de Raad Nederlandse Detailhandel en Thuiswinkel.org blijkt dat verschillende verkooppunten al verschillende maatregelen getroffen hebben. Daarbij heeft iedere organisatie zijn eigen beleid ontwikkeld. Te denken valt aan:
    Ik vind het positief dat veel partijen al maatregelen hebben getroffen en beleid hebben ontwikkeld voor de verkoop van lachgas passend bij hun eigen organisatie en afzetmarkt. Wij ondersteunen deze trend dat meerdere bedrijven het oneigenlijk gebruik van lachgas als drug helpen terug te dringen, maar het product beschikbaar houden voor de reguliere toepassing in slagroomspuiten.

  • Vraag 3
    Wat is de stand van zaken met betrekking tot het door u aan het Trimbosinstituut gevraagde onderzoek naar de manier waarop het bestaande preventieaanbod voor scholen, ouders en uitgaanders kan worden aangevuld voor dit thema?3

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening van de in het bericht genoemde preventieadviseur dat door het gebruik van lachgas «de stap om de stap op latere leeftijd naar andere middelen» te nemen verkleind wordt? Zo ja, uit welk onderzoek blijkt dit en welke conclusies verbindt u hieraan? Zo nee, waarom deelt u dien mening niet?

    Mij is geen onderzoek bekend waaruit blijkt dat lachgas een opstapmiddel is naar middelengebruik op latere leeftijd. Momenteel verken ik of dit zo zou kunnen zijn en of hier eventueel onderzoek naar gedaan zou moeten worden.

  • Vraag 5
    Acht u naast vrijwillige en preventieve maatregelen de tijd rijp voor het nemen van meer repressieve maatregelen om het gebruik van lachgas als tegen te gaan? Zo ja, aan welke maatregelen denkt u? Zo nee, waarom niet?

    Ik heb recent met (branche)organisaties vrijwillige beperkende afspraken gemaakt over preventieve maatregelen om het gebruik van lachgas tegen te gaan. Ook heeft het Trimbos-instituut de preventiematerialen aangevuld met informatie over lachgas. Wij zullen het gebruik van lachgas onder jongeren blijven monitoren. Wanneer blijkt dat de vrijwillige beperkende maatregelen en extra inzet op preventie niet het gewenste effect heeft, zal ik mij beraden op mogelijke extra maatregelen.

  • Vraag 6
    Welke mogelijkheden hebben gemeenten nu al om de verkoop, ook via horecagelegenheden, en het gebruik van lachgas tegen te gaan?

    Daar zijn geen algemene maatregelen voor op basis van de Drank- en Horecawet. Wel hebben gemeenten bevoegdheden als het gaat om de openbare orde en veiligheid. Zij kunnen controleren of de veiligheid geborgd is in horecagelegenheden. Daarnaast kunnen zij gebruik onder jongeren ontmoedigen, veelal via de lokale GGD of instelling voor verslavingszorg.

  • Vraag 7
    Kent u meerdere signalen uit gemeenten waar overlast vanwege lachgas wordt ervaren? Zo ja, welke signalen zijn dat? Bent u bereid om, bijvoorbeeld in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), deze lokale problematiek in kaart te laten brengen?

    Tot op heden zijn er geen gemeenten die mij hierover benaderd hebben. Ook van de VNG heb ik hierover geen signalen ontvangen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z11910
Volledige titel: De overlast ten gevolge van lachgas
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-2766
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de overlast ten gevolge van lachgas