Ingediend | 6 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 4 juli 2018 (na 28 dagen) |
Indiener | Selçuk Öztürk (DENK) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z10595.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2659.html |
Ja.
In «De Staat van het Bestuur» van 2016 wordt hierover het volgende vermeld: Van alle wethouders heeft 91% een Nederlandse achtergrond en 3% een migratieachtergrond. Van de overige 6% is de achtergrond onbekend.
Bij personen met een migratieachtergrond gaat het vooral om personen uit de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba en landen in Europa inclusief voormalige Sovjetrepublieken, Suriname, Turkije of Marokko. Collegeonderhandelingen zijn een lokale aangelegenheid. Ik heb dan ook geen cijfers over waarop wordt aangekoerst of inzicht in de afwegingen die lokaal worden gemaakt bij samenstelling van de colleges.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Ik vind het belangrijk dat er geen structurele belemmeringen zijn voor mensen met een migratieachtergrond om het ambt van wethouder (en andere politieke ambten die voor hen openstaan) te vervullen. Dat vind ik overigens ook voor diverse andere groepen. Voor personen met een arbeidsbeperking wordt op dit moment in het kader van de motie Voortman en Otwin van Dijk (Kamerstuk 33 990, nr. 44) al onderzoek verricht naar mogelijke belemmeringen en ik ben bezig dit onderzoek uit te breiden naar andere groepen.
Collegeonderhandelingen zijn een lokale aangelegenheid. Het is mij niet bekend of er voor wethouderskandidaten alleen in het directe netwerk wordt gekeken. Met betrekking tot eventuele maatregelen wil ik niet vooruitlopen op de uitkomsten van het onder vraag 5 genoemde onderzoek.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 6.
Met betrekking tot herkomst vermeldt «De Staat van het Bestuur» van 2016 hierover het volgende: «Van alle burgemeesters in Nederland heeft 90% een Nederlandse achtergrond en 4% een migratieachtergrond; van 6% is de achtergrond niet bekend. In de hierbij gehanteerde definitie is uitgegaan van het geboorteland van de ouders en niet van de persoon in kwestie. Als alleen naar het geboorteland van de burgemeesters gekeken wordt, dan blijkt dat 94% van hen in Nederland geboren is.»
In de afgelopen vijf jaar is vanuit het Nederlands Genootschap van Burgemeesters een oriëntatieprogramma georganiseerd, met als doel mensen van buiten het openbaar bestuur kennis te laten maken met het ambt van burgemeester. Eind vorig jaar heb ik een bijeenkomst georganiseerd over diversiteit en herkenbaarheid van politieke functies. Een gezelschap van politici, beleidsmakers en experts besprak hoe de aandacht voor diversiteit in politieke functies een nieuwe impuls kan krijgen. Daarbij ging het niet alleen om diversiteit in geslacht en etnische achtergrond, maar bijvoorbeeld ook over leeftijd, genderidentiteit, opleidingsachtergrond, arbeidsbeperkingen, etc. Mede op basis van deze bijeenkomst vindt overleg met het NGB plaats over de wijze waarop het genoemde oriëntatieprogramma zodanig invulling gegeven kan worden, dat dit kan bijdragen aan de diversiteit van burgemeesters. Daarnaast is met politieke partijen besproken hoe zij van hun kant herkenbaarheid en representativiteit kunnen bevorderen. Het thema diversiteit van burgemeesters bespreek ik periodiek met de commissarissen van de Koning. Zij benadrukken bij burgemeestersvacatures richting de gemeenteraden het belang van diversiteit en representativiteit. Uiteindelijk bepaalt de gemeenteraad welke kandidaat wordt voordragen.