Ingediend | 1 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 20 augustus 2018 (na 80 dagen) |
Indieners | William Moorlag (PvdA), Henk Nijboer (PvdA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bodem economie natuur en milieu overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z10272.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2931.html |
Ja.
In het rapport «Staat van de sector zout» heeft SodM verschillende risico’s van de zoutwinning benoemd. Voor een aantal van deze risico’s heeft de industrie afdoende maatregelen genomen, zodat deze risico’s beheersbaar zijn. De toezichthouder gaat ook in op de veranderingen in de samenleving, hetgeen zich heeft geuit in een kritische houding richting mijnbouw en een vermindering van de risico-acceptatie. Mede hierdoor, en gelet op een groot aantal incidenten, heeft SodM besloten om het toezicht op de sector aan te scherpen. Hierdoor zijn ook de risico’s die op een langere termijn spelen meer naar voren gekomen. Voor enkele van deze risico’s voor de lange termijn moet de sector nog meer maatregelen nemen.
SodM heeft het toezicht op de zoutsector meer prioriteit gegeven. Ik ben het daarmee eens, en vind dus ook dat er meer aandacht besteed moet worden aan de risico’s op de lange termijn. Het onderzoek naar de wijze waarop een caverne toekomstbestendig kan worden verlaten is de eerste stap in het proces dat zal leiden tot het wegwerken van de huidige achterstand.
Zinkgaten kunnen alleen ontstaan bij zoutcavernes die zowel instabiel zijn als zich (relatief ten opzichte van hun grootte) ondiep in de ondergrond bevinden. Op het moment dat een dergelijke zoutcaverne instort, kan dat leiden tot een zeer lokaal zinkgat aan de oppervlakte. Veruit de meeste cavernes in Nederland zijn stabiele cavernes en liggen zo diep dat een dergelijk scenario niet aan de orde is.
In de «Staat van de sector zout» worden 63 oude cavernes in Twente genoemd die potentieel instabiel zijn. Voor deze cavernes is een plan van aanpak opgesteld om de risico’s te mitigeren. Door het ondergronds monitoren van trillingen kan men vroegtijdig signalen oppikken die kunnen wijzen op het begin van het instorten van een caverne. Het instortingsproces van een caverne duurt meerdere jaren. Gedurende dit proces is er voldoende tijd om de instabiele caverne tijdig met kalkslurry (een restproduct van zoutwinning) te vullen. Als de caverne voldoende gevuld is, zal er geen zinkgat meer aan het oppervlak verschijnen. De toenmalige Minister van Economische Zaken heeft uw Kamer hierover geïnformeerd in de beantwoording2 van vragen van voormalig lid Van Veldhoven en in de beantwoording3 van vragen van voormalig lid Smaling (SP).
Deze beheersmaatregelen ter voorkoming en beperking van schade worden reeds enige tijd toegepast en zijn vastgelegd in het «subsidence management protocol» (SMP). SodM heeft aangegeven dat dit protocol goed door AkzoNobel wordt uitgevoerd. De inwoners van de desbetreffende gebieden zijn daarmee afdoende beschermd.
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3, voorziet het SMP in de monitoring en de aanpak van de potentieel instabiele cavernes. SodM heeft aangegeven dat AkzoNobel dit protocol goed uitvoert. Een potentieel instabiele caverne wordt gesaneerd zodra uit de monitoring is gebleken dat de vorm van de caverne aan het veranderen is.
SodM heeft in de «Staat van de sector zout» speciale aandacht gevraagd voor de twee potentieel instabiele cavernes onder de genoemde vuilstort in Twente. Voor deze cavernes zou men graag zien dat AkzoNobel komt met andere beheersmaatregelen, omdat regulier saneren bij deze cavernes niet direct mogelijk is. SodM adviseert in dit bijzondere geval dat men niet afwacht totdat er eventueel een verandering wordt gedetecteerd maar dat men gezien de locatie een passend plan klaar heeft voor het geval deze potentieel instabiele cavernes daadwerkelijk instabiel zijn geworden.
Ik vind dit een goed voorstel van SodM. Op 13 juli 2018 heeft AkzoNobel SodM per brief4 geïnformeerd dat zij voor het einde van het jaar een specifiek risicobeheersplan op zal stellen voor de twee cavernes onder de vuilstort. SodM heeft daarop per brief5 aangegeven dat zij verwacht voor 15 oktober 2018 een conceptversie van dit plan te ontvangen.
Het lijkt erop dat de vorm van een caverne nabij Heiligerlee is veranderd. Ook is er op 20 november 2017 een lichte trilling waargenomen door het KNMI. Een van de hypotheses voor de verandering van de cavernevorm is de aanwezigheid van een ander type gesteente waarvan een brok in de caverne is gevallen.
SodM heeft aangegeven dat de caverne in de buurt van de bebouwde kom van Heiligerlee ligt en dat, in het geval dat deze caverne instabiel zou worden, er dan een kans op schade bestaat. Het is volgens SodM daarmee niet gezegd dat de caverne ook daadwerkelijk instabiel is.
SodM heeft AkzoNobel opdracht gegeven om bij Heiligerlee, net zoals in Twente, een akoestisch monitoringsnetwerk aan te leggen waarmee eventuele toekomstige trillingen beter te detecteren, lokaliseren en te interpreteren zijn. Dit netwerk zal uiterlijk 30 september 2018 operationeel zijn. Met dit netwerk kan AkzoNobel de cavernes in Heiligerlee monitoren en met meetgegevens aantonen of deze cavernes stabiel zijn.
In de week van 21 mei 2018 zijn radarmetingen gedaan in de caverne. De radar kan als het ware door het zout heen kijken, zodat bepaald kan worden hoe ver de caverne zich bevindt van de rand van de zoutkoepel. De metingen worden momenteel uitgewerkt. Ik heb SodM gevraagd om de resultaten van dit onderzoek te duiden en openbaar te maken. Ik verwacht dat de resultaten in het najaar worden gepubliceerd.
AkzoNobel is verantwoordelijk voor het monitoren van de cavernes en is gehouden deze na de productie van het zout op een veilige en toekomstbestendige manier te verlaten. SodM houdt toezicht hierop.
In mijn beantwoording van vragen van het lid Beckerman van 9 juli 20186 ben ik ingegaan op het incident bij Nedmag in Veendam. Door dit incident is het risico dat pekel en diesel het grondwater aldaar kunnen verontreinigen reëel geworden. Op dit moment zijn er nog geen aanwijzingen dat het ondiepe grondwater is verontreinigd. Het onderzoek naar de oorzaak en de gevolgen van de lekkage is nu gaande en zal naar verwachting in het najaar gereed zijn.
Nedmag heeft alert gereageerd en maatregelen getroffen om de ongecontroleerde uitstroom uit het cavernestelsel in de diepe ondergrond te minimaliseren. Door de injectie van water in de caverne te staken en zoveel mogelijk vloeistof uit de caverne te pompen heeft men de druk aldaar verlaagd. Door de lage druk wordt de uitstroom van pekel en diesel uit de caverne in de diepe ondergrond zoveel mogelijk voorkomen. Het risico dat de het grondwater door de gelekte vloeistoffen wordt verontreinigd, wordt daardoor kleiner.
De samenstelling van het grondwater wordt door Nedmag gemonitord in meerdere diepe en ondiepe peilbuizen op en rond de locatie. Op dit moment is er geen verandering van de samenstelling van het grondwater aangetroffen. Nedmag is verantwoordelijk voor de lekkage en is verplicht deze zoveel mogelijk te beperken. Het bedrijf is aansprakelijk voor de mogelijke gevolgen en schade van dit incident.
Ik zie het advies van SodM omtrent het schadeloket en de onafhankelijke schadeafhandeling in het verlengde van het advies dat ik op 1 februari 2018 van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) heb gekregen. Ik heb u op 30 mei 2018 geïnformeerd7 over de wijze waarop ik met het advies van de Tcbb zal omgaan, en verwacht u over de uitvoering de komende weken nader te informeren.
Op 1 juni 2018 en op 14 juni 2018 hebben de leden Nijboer en Moorlag (beiden PvdA) schriftelijke vragen gesteld over de risico’s bij zoutwinning (kenmerk 2018Z10272 en kenmerk 2018Z11385). Op 12 juni 2018 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat mij verzocht om een reactie te geven op het rapport «Staat van de sector Zout» van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) (kenmerk 2018Z10101/2018D33259). De schriftelijke vragen gaan over de risico’s bij de zoutwinning, hetgeen ook aan bod komt in het rapport van SodM. Het rapport vergt nadere bestudering en nader overleg met betrokken partijen, voordat ik hierop mijn reactie kan geven. Ik streef er naar om beantwoording van de schriftelijke vragen samen met mijn reactie op de «Staat van de sector Zout» medio september 2018 naar uw Kamer toe te sturen.