Ingediend | 15 mei 2018 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2018 (na 48 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
Onderwerpen | ouderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z08685.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2618.html |
Ja, ik ben bekend met de berichtgeving. Het bereiken van de lange termijn klimaatdoelen, zoals vastgelegd in het Parijs Akkoord, vergt een ambitieus klimaatbeleid. Tegelijkertijd zal er in de tussenliggende periode sprake zijn van een transitie, waarin fossiele brandstoffen nog een belangrijke rol zullen spelen om te voorzien in de mondiale energiebehoefte, maar deze rol zal steeds verder afnemen. ABP heeft zelf aangegeven dat pensioenfondsen een verantwoordelijkheid hebben bij het tegengaan van klimaatverandering. Tegelijkertijd kunnen zij verschillende redenen hebben om te investeren in fossiele brandstofbedrijven. Hierbij moet ook in het achterhoofd worden gehouden dat sommige van deze bedrijven een actieve rol spelen bij de overgang naar een duurzamere energievoorziening en pensioenfondsen als aandeelhouder een actieve rol kunnen spelen bij het aanjagen van deze verduurzaming. Ik vind het dan ook lastig om de genoemde ontwikkeling per definitie als ongewenst te bestempelen. Daarbij merk ik op dat ABP investeert voor werknemers en niet voor de overheid.
ABP geeft aan dat het besloten heeft om duurzaamheidscriteria net als rendement, risico’s en kosten een belangrijke rol te geven in het beleggingsproces.3 Het kabinet juicht toe dat ABP, naast de pensioendoelstelling van haar deelnemers, duurzame ontwikkelingsdoelen nastreeft met haar beleggingen. Daarbij heeft ABP expliciet aandacht voor klimaatverandering en stuurt het actief op de CO2-voetafdruk van de aandelenportefeuille. Deze voetafdruk is de afgelopen jaren dan ook gedaald en ligt nu 28% lager dan in 2014. Hiermee geeft ABP al een goed voorbeeld van de rol die de financiële sector kan hebben in verdere verduurzaming.
Betrokkenheid van de private sector is van belang voor het halen van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Het kabinet verwacht van pensioenfondsen ook dat ze de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) naleven om risico’s voor mens en milieu te voorkomen.4 Als ABP signalen ontvangt dat het via een belegging verbonden is aan dergelijke risico’s, behoort ABP het bedrijf waarin belegd wordt te bewegen tot het aanpakken en voorkomen van deze risico’s.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals ook genoemd in het antwoord op vraag 1, is ABP het pensioenfonds van betreffende werknemers en niet van de overheid. Bij vraag 1 is ook toegelicht dat het realiseren van de internationale klimaatdoelen gepaard zal gaan met een transitie. Het pensioenfonds ABP gaat over het eigen beleggingsbeleid en hanteert specifiek beleid inzake verantwoord en duurzaam beleggen. Het ABP houdt daarbij rekening met de nationale en internationale wet- en regelgeving en internationale standaarden. «Insluiting» vormt een belangrijk onderdeel van dat beleid. Door aandelen te houden in bedrijven kan ABP normoverdragende gesprekken aangaan (engagement) met het management van deze bedrijven over thema’s zoals mensenrechten, klimaatverandering, arbeidsveiligheid en omkoping en corruptie. ABP zet zich – via uitvoerder APG – ook al langere tijd actief in op engagement in verschillende sectoren. ABP publiceert jaarlijks de resultaten van dit beleidHet kabinet gaat ervan uit dat deze lijn verder zal worden voortgezet.
Het is belangrijk voor haar deelnemers dat ABP verantwoord belegt en hierover verantwoording aflegt. Zoals reeds opgemerkt, het kabinet verwacht daarbij dat ABP de OESO-richtlijnen naleeft. Omdat het belangrijk is dat pensioenfondsen in Nederland aantoonbaar verantwoord beleggen, en meer dan ze nu al doen, zet ik samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën in op het sluiten van IMVO-convenanten met de financiële sector, waaronder de pensioensector. ABP is ook partij bij het nu lopende onderhandelingstraject voor dat convenant. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft uw Kamer recent geïnformeerd over de voortgang van het IMVO-convenantenbeleid.5
Op dit moment treft het kabinet voorbereidingen om de herziene IORP-richtlijn te implementeren. De in het kader daarvan door het kabinet voorgestelde regelgeving is er mede op gericht dat pensioenfondsen meer informatie beschikbaar stellen aan hun deelnemers over de wijze waarop met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen is rekening gehouden bij het beleggingsbeleid.
Zie antwoord vraag 4.