Kamervraag 2018Z08358

De risico's die de overbelasting van de elektriciteitsvoorziening brengt voor de digitale koppositie van Nederland

Ingediend 4 mei 2018
Beantwoord 30 mei 2018 (na 26 dagen)
Indiener Tom van der Lee (GL)
Beantwoord door Mona Keijzer (staatssecretaris economische zaken) (CDA), Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z08358.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2255.html
1. Financieel Dagblad, 3 mei 2018
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «overbelasting van stroomsector brengt digitale koppositie van Nederland in gevaar»?1 Klopt het dat u ook een brief van de Dutch Data Center Association (DDA) over deze problematiek heeft ontvangen?

    Ja dat bericht is mij bekend. De DDA heeft mij eveneens per brief benaderd over moeilijkheden die zij voorziet voor tijdige aansluiting van datacenters op de elektriciteitsvoorziening.

  • Vraag 2
    Klopt het dat er al sprake is van een dreigend tekort aan stroom op favoriete vestigingslocaties voor datacenters, zoals Schiphol, het Science Park in Amsterdam en Amsterdam Zuid-Oost?

    De landelijke netbeheerder TenneT onderzoekt periodiek de leveringszekerheid op regionaal en nationaal niveau en publiceert de uitkomsten jaarlijks in het Rapport Monitoring Leveringszekerheid. De meest recente uitkomsten laten geen (dreigend) tekort aan elektriciteit zien. Wel is in de afgelopen vier jaar zowel het aantal datacenters als de omvang en de energie intensiteit ervan met name in de omgeving van Amsterdam sterk toegenomen.
    Omdat het vinden van een geschikte locatie voor een nieuw onderstation in de gemeente Haarlemmermeer tijd kost vanwege lopende gesprekken met belanghebbende partijen, kunnen momenteel in de Schipholregio nog geen nieuwe datacenters worden aangesloten. In de overige genoemde regio’s kan de regionale netbeheerder -Liander- op dit moment alle aanvragen faciliteren.

  • Vraag 3
    Dient de recente stroomstoring op Schiphol als een uiting van een gebrek aan stroom in deze regio gezien te worden? Zo nee, wat was dan de exacte oorzaak van die storing?

    De oorzaak van de storing die zich 29 april jl. op Schiphol heeft voorgedaan is nog niet bekend. Schiphol heeft aangegeven een extern onderzoek naar deze storing uit te laten voeren. Overigens geven Liander en TenneT aan dat zich in geen van de stations die Schiphol voeden een onderbreking van de stroomvoorziening heeft voorgedaan, maar dat mogelijk sprake was van een spanningsdip die binnen de toegestane grenzen bleef.

  • Vraag 4
    Klopt het dat een «flink datacenter» ongeveer 10% van de stroombehoefte van Amsterdam vertegenwoordigt?

    Gekeken vanuit de piekbelasting vraagt een gemiddeld datacenter tussen de 40 en 80 MVA terwijl Amsterdam in pieksituaties 1000MVA kan vragen.

  • Vraag 5
    Als er inderdaad sprake is van een dreigend gebrek aan stroom dat de komst van nieuwe Datacenters verhinderd, wordt dat dan veroorzaakt door de combinatie van de volgende drie oorzaken, te weten (a) de nieuwbouw van kantoren en woningen in die regio, (b) het gebrek aan vakkrachten, en (c) de extra capaciteit die nodig is om de via zon- en wind opgewekte energie te transporteren? Zo nee, welke andere factoren spelen dan verder nog mee?

    De netbeheerders worden zodanig gereguleerd dat zij slechts die investeringen doen die maatschappelijk doelmatig zijn. Dit leidt er toe dat zij over gaan tot investeringen in de uitbreiding van de infrastructuur als er concreet zicht is op benutting van die extra infrastructuur. Deze regulering leidt over het algemeen tot voldoende investeringen om aan de vraag naar elektriciteit te voldoen. In de genoemde regio is echter sprake van onverwachts snelle groei van het aantal datacenters alsmede van het aantal zonneparken die bij elkaar tot een onverwacht snelle groei van de vraag naar transportcapaciteit leiden. Omdat de bouwtijd van een datacentrum ongeveer 1 jaar bedraagt en zonneparken nog sneller kunnen worden gerealiseerd, lopen de uitbreidingen in het elektriciteitsnetwerk die met name vanwege de ruimtelijke inpassing doorlooptijden kennen van 5 tot 7 jaar, momenteel achter op de vraag naar capaciteit. Zie ook het antwoord op vraag 6.

  • Vraag 6
    Is het bijvoorbeeld juist dat het aanvragen van benodigde vergunningen voor zaken die rond een (nieuw) datacenter onder de grond moeten worden aangelegd tot veel vertraging leidt?

    Voor zaken boven de grond zoals transformator- en schakelstations is voor de ruimtelijke inpassing een periode van meerdere jaren benodigd. Deze locatie moet bereikbaar zijn voor de voedende hoogspanningskabels, meestal onder de grond, en de afgaande kabels naar klanten en woonwijken – altijd onder de grond waarvoor eveneens vergunningen nodig zijn. Er kan pas worden gebouwd nadat alle bezwaar- en beroepsprocedures die met het verkrijgen van een omgevingsvergunning samenhangen zijn afgerond.

  • Vraag 7
    Welke stappen gaat u nemen om deze problematiek op te lossen?

    Ik heb in de Wet Voortgang Energietransitie de planning van investeringsbeslissingen door de netbeheerders beter gestroomlijnd door de invoering van het investeringsplan. Tweejaarlijks moeten investeringsplannen worden ingediend die zijn gebaseerd op realistische prognoses van de verwachte transportcapaciteit. In het proces van de totstandkoming van investeringsplannen is tijd ingeruimd om zienswijzen naar voren te brengen, bijvoorbeeld met betrekking tot de ontwikkelingscenario’s waar de netbeheerder zijn voorziene investeringen op baseert.
    De snelle groei van het aantal datacenters heeft voor netbeheerders gevolgen die vergelijkbaar zijn met de snelle groei van duurzame opwek in bepaalde gebieden van Nederland. Om tijdig op deze ontwikkelingen te kunnen inspelen ruimtelijke regie op decentraal niveau van groot belang. Daarmee wordt de voorspelbaarheid van ontwikkelingen vergroot en kunnen netbeheerders daarop beter anticiperen. Ik heb in mijn brief over de kabinetsinzet voor het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 163) al aangegeven belang te hechten aan goede afspraken over deze regie.

  • Vraag 8
    Bent u bereid aan te geven wat u vindt van de drie suggesties die de DDA per brief aan u heeft voorgelegd, te weten (a) om een werkgroep met een mandaat en middelen te formeren om te investeren in de stroominfrastructuur, (b) te onderzoeken of vergunningstrajecten verkort kunnen worden en (c) te bevorderen dat de investeringshorizon van stroomleveranciers (nog) beter gaat aansluiten op de snelle ontwikkelingen in de digitale markt?

    Ik begrijp de wensen van de DDA en deze passen in de algemene doelstelling om tijdig voor iedereen voldoende elektriciteit beschikbaar te hebben. Zie ook het antwoord op vraag 7. Een afzonderlijke werkgroep voor één sector, die buiten alle andere afspraken en regels zou moeten functioneren, draagt niet bij aan het beleid rondom aansluitingen op het elektriciteitsnet. Er zijn meerdere partijen, zoals bijvoorbeeld de bij het antwoord op vraag 7 genoemde duurzame opwekkers, die graag aangesloten willen worden. Veel van deze onderwerpen worden daarnaast ook besproken binnen de context van het overeen te komen Klimaatakkoord.

  • Vraag 9
    In het geval u van mening bent dat deze suggesties al onderdeel van staand beleid zijn of daar juist mee botsen, kunt u dan aangeven welke andere stappen er dan wel mogelijk en wenselijk zijn?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Kunt u tot slot bevorderen dat deze problematiek ook aan de elektriciteitstafel van de onderhandelingen over het klimaatakkoord besproken wordt?

    Dit vraagstuk komt aan de orde bij de besprekingen over het Klimaatakkoord.
    Zie ook mijn antwoorden op vraag 7, 8 en 9.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z08358
Volledige titel: De risico's die de overbelasting van de elektriciteitsvoorziening brengt voor de digitale koppositie van Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-2255
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over de risico's die de overbelasting van de elektriciteitsvoorziening brengt voor de digitale koppositie van Nederland