Ingediend | 2 mei 2018 |
---|---|
Beantwoord | 13 juni 2018 (na 42 dagen) |
Indiener | Jessica van Eijs (D66) |
Beantwoord door | Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | afval natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z08187.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2749.html |
Ja.
Zie het antwoord op vraag 2 van het lid Van Brenk.
Het Verenigd Koninkrijk rapporteerde over 2015 een recyclingpercentage van kunststof verpakkingsafval van 39%. Het restant wordt verbrand of gestort. In Nederland recycleden we in 2015 en 2016 51% van de kunststof verpakkingen. Het restant wordt nuttig gepast door middel van verbranding met energieterugwinning. Daarmee is Nederland koploper. De genoemde cijfers lijken erop te wijzen dat Nederland ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk voorloopt. Uiteraard neemt dit niet weg dat ook Nederland nog de nodige stappen heeft te zetten bij het sluiten van de kunststof verpakkingsketen en het terugdringen van de hoeveelheid plastic afval, en dat initiatieven uit het Verenigd Koninkrijk ook voor de Nederlandse situatie leerzaam en bruikbaar kunnen zijn.
Zie antwoord vraag 2.
Ongeveer 14% van het huishoudelijk restafval betreft kunststoffen; daarvan is 9% verpakkingen en 5% niet-verpakkingen. Van de niet-verpakkingen is de helft vuilniszakken (2,5%). Deze kunnen als single-use gezien worden. Van de overige niet-verpakkingen (ook 2,5%) is niet bekend welk deel hiervan single use genoemd kan worden.
In de Raamovereenkomst zijn doelen gesteld voor het recyclen van verpakkingen. In de brancheverduurzamingsplannen, die uit de Raamovereenkomst zijn voortgekomen, wordt ingezet op preventie van verpakkingen, het beter recyclebaar maken van verpakkingen en het toepassen van recyclaat in verpakkingen. Met de Raamovereenkomst wordt dus invulling gegeven aan de vier onderwerpen waarvoor het Britse pakket ambities heeft gesteld.
In het kader van de kabinetsreactie op de transitieagenda’s zal ik ingaan op het beleid om het gebruik van wegwerpproducten te verminderen. Daarnaast is met de motie Van Eijs/Agnes Mulder3 verzocht om de producentenverantwoordelijkheid uit te breiden naar andere productgroepen en daarbij als eerste te kijken naar wegwerpproducten, meubels en textiel. Hier kom ik in de kabinetsreactie op de transitieagenda’s op terug.
Een mogelijk verbod of andere beleidsmaatregelen voor het terugdringen van single use plastic dienen bij voorkeur in EU-verband te worden uitgewerkt. Zie ook mijn antwoord op vraag 4 van het lid Van Brenk.
Zie antwoord vraag 7.