Ingediend | 24 april 2018 |
---|---|
Beantwoord | 28 mei 2018 (na 34 dagen) |
Indiener | Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z07737.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2222.html |
In het interview waar de vraag op doelt, refereert president Erdogan aan vermeende wapenleveranties door de VS aan groeperingen die Turkije volgens president Erdogan als een dreiging ziet. President Erdogan oppert om samen met de VS en andere NAVO-bondgenoten om de tafel te gaan en dit probleem op te lossen. Het interview waar de vraag op doelt, bevat geen uitspraak van president Erdogan dat de VS en andere bondgenoten een «priority threat» zijn.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals gemeld, uit president Erdogan zijn zorgen over vermeende wapenleveranties aan groeperingen die Turkije als een bedreiging ziet. Turkije en de VS bespreken de wederzijdse veiligheidszorgen, zoals dat past binnen een bondgenootschap.
Turkije is een belangrijke NAVO-bondgenoot met een strategische ligging op de zuidflank van het NAVO-verdragsgebied. Het land heeft als regionale speler duidelijk invloed op de stabiliteit in de regio. De relatie met Turkije moet mede in dat licht worden bezien, wat echter niet wegneemt dat Nederland de zorgen over de rechtsstaat en mensenrechtensituatie in Turkije regelmatig via verschillende fora in duidelijke bewoordingen aan de orde stelt. Het Turkse lidmaatschap van de NAVO staat op geen enkele manier ter discussie.