Kamervraag 2018Z04618

Het bericht dat de KNAW waarschuwt dat ‘ongewenst’ onderzoek ook nodig is

Ingediend 14 maart 2018
Beantwoord 4 april 2018 (na 21 dagen)
Indiener Frank Futselaar
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap onderzoek en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z04618.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1629.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «KNAW waarschuwt: «ongewenst» onderzoek is ook nodig»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) dat de onafhankelijkheid en academische vrijheid kunnen worden belemmerd als de onderzoeker een grote bemoeienis toelaat van de opdrachtgever met de werkwijze, interpretatie en publicatie van de resultaten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om de onafhankelijkheid en academische vrijheid te waarborgen?

    Ik zie geen aanleiding om stappen te gaan ondernemen. De opvatting waar het lid Futselaar op wijst, staat in het briefadvies «Vrijheid van wetenschapsbeoefening in Nederland» van de KNAW. Dit advies zal ik de Kamer toezenden in een separate brief waarbij ik tevens zal reageren op het advies.
    In dat advies staat dat er geen signalen zijn dat er in de wetenschap in Nederland structureel sprake is van zelfcensuur en beperking van diversiteit aan perspectieven, maar we moeten volgens de KNAW wel alert blijven. In dat kader wijst de KNAW erop dat de academische vrijheid mogelijk zou kunnen worden ingeperkt als bepaald onderzoek of de uitkomst daarvan onwenselijk wordt geacht door (organisaties binnen) de samenleving of de onderzoeker zelf. Zoals de KNAW verder stelt, kan de vrijheid van wetenschapsbeoefening gewaarborgd worden door een goede dialoog tussen wetenschappers onderling en tussen wetenschap en maatschappij.
    Bij mijn afweging speelt ook de overweging dat er vanuit de wetenschap voldoende aandacht is voor het behoud van de academische vrijheid. Het op eigen initiatief door de KNAW uitgebrachte briefadvies en het debat dat de KNAW al jaren voert zijn hiervan een duidelijk bewijs. Verder spelen gedragscodes zoals de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening een belangrijke rol bij het waarborgen van onafhankelijkheid. Van belang is dat deze codes in overeenstemming met de eisen van de tijd blijven en in dit verband wijs ik op de actualisering van de Nederlandse gedragscode die op dit moment plaatsvindt.

  • Vraag 3
    Wat vindt u van het voorstel van de KNAW om de opdrachtgever en opdrachtnemer samen de Verklaring van wetenschappelijke onafhankelijkheid te laten ondertekenen?

    Ik laat het graag aan opdrachtgevers en opdrachtnemers om onderling te bepalen of er een meerwaarde is om een verklaring te ondertekenen. Waar het in essentie omgaat, is dat opdrachtgevers zelf het belang zien dat door hun betaald onderzoek als onafhankelijk en betrouwbaar wordt beschouwd. Voor onderzoekers geldt dat zij nu al gehouden zijn aan de naleving van de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening waarin beginselen als onafhankelijkheid en betrouwbaarheid centraal staan. Hiermee zijn onderzoekers al goed doordrongen van het belang dat onderzoek dat in opdracht wordt uitgevoerd boven alle twijfel verheven is. Het wederzijds moreel besef van het belang van onafhankelijk en betrouwbaar onderzoek is naar mijn mening belangrijker dat een ondertekende verklaring.

  • Vraag 4
    Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat onderzoeksprojecten die innovatief zijn maar wetenschappelijk, maatschappelijk of politiek risicovol zijn niet meer van de grond komen?

    Ik zou het zorgelijk vinden als wetenschappers om welke redenen dan ook belemmerd worden in het doen van onderzoek. Daarom vind ik het belangrijk dat de KNAW nu aangeeft dat er geen signalen zijn dat er in de wetenschap in Nederland structureel sprake is van zelfcensuur en beperking van diversiteit aan perspectieven. Ik zie ook dat er binnen de wetenschap voortdurend aandacht is voor het waarborgen van de vrijheid van wetenschapsbeoefening. Als ik dit in ogenschouw neem, dan heb ik vertrouwen in het zelfregulerend vermogen binnen de wetenschap en zie ik geen redenen om met maatregelen te komen.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat de rijksbijdrage aan universiteiten niet voldoende is? Bent u bereid deze rijksbijdrage te verhogen?

    Ik lees niet in het advies dat de rijksbijdrage aan universiteiten onvoldoende is. Wel stelt de KNAW dat er bijvoorbeeld in de eerste geldstroom voldoende ruimte behouden moet blijven voor ongebonden onderzoek. Daarbij merk ik op dat ongebonden onderzoek niet alleen in de eerste geldstroom plaatsvindt. Ik breng graag in herinnering dat de Vernieuwingsimpuls van NWO en de ERC-grants uit Horizon 2020 bij uitstek instrumenten zijn voor het doen van vrij en risicovol onderzoek. Graag wijs ik er verder op de dat de extra middelen uit het regeerakkoord voor onderzoek (400 miljoen structureel en 100 miljoen incidenteel) deels naar universiteiten gaat. De Rijksbijdrage wordt dus al verhoogd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z04618
Volledige titel: Het bericht dat de KNAW waarschuwt dat ‘ongewenst’ onderzoek ook nodig is
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1629
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht dat de KNAW waarschuwt dat ‘ongewenst’ onderzoek ook nodig is