Ingediend | 2 maart 2018 |
---|---|
Beantwoord | 5 april 2018 (na 34 dagen) |
Indieners | Monica den Boer (D66), Maarten Groothuizen (D66) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit internationaal internationale samenwerking openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z03652.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1705.html |
Ja.
Het gaat hier niet om gewone motorclubs maar om zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), ook wel criminele motorbendes genoemd. OMG’s in de grensstreken maken al langere tijd gebruik van de grenzen om de effecten van de Nederlandse aanpak, zoals sluiting van clubhuizen, te omzeilen. Zoals het artikel aangeeft, draagt een goede internationale samenwerking bij aan een oplossing. Die is er, zowel met België als met Duitsland.
Het is niet aan mij om het beleid van een ander land te beoordelen. Ik constateer dat het Nederlandse beleid vruchten afwerpt, dat Nederland zich inzet om grensoverschrijdend samen te werken en dat er goede internationale samenwerking is met zowel België als Duitsland. Het RIEC Limburg werkt samen met het ARIEC Belgisch Limburg en de overige partners, waaronder Benelux SG, Euregio Maas-Rijn en Noordrijn Westfalen aan een projectplan voor een pilot met een ontwikkel- en expertisecentrum voor de grensoverschrijdende bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit met de intentie deze grensoverschrijdende samenwerking te intensiveren. Tijdens een bijeenkomst op 17 mei zal het plan op hoofdlijnen gepresenteerd worden.
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 2 en 3.
Onlangs is er één OMG (Bandidos MC) (civielrechtelijk) verboden alsook één Outlaw Gang of brotherhood (Catervarius). Van de eerstgenoemde zijn er inderdaad signalen van voortzetting in België. Zoals bij uw Kamer bekend, is er een wet met een bestuurlijk verbod in de maak op initiatief van het lid Kuiken (PvdA). De Minister voor Rechtsbescherming – als verantwoordelijk bewindspersoon voor de Wet bestuurlijk verbod rechtspersonen – heeft hier zijn medewerking aan toegezegd. Het bestuurlijk verbod zal een effectief instrument kunnen worden in de strijd tegen OMG’s. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 6.
In België zijn recent zogeheten Arrondissementele Informatie- en Expertisecentra voor de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit opgericht. Tevens worden een wetsontwerp bestuurlijke handhaving en een wetsontwerp bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) voorbereid. Deze instrumenten vergroten de mogelijkheden in België met betrekking tot de bestuurlijke aanpak van onder andere OMG’s waar ook nu reeds mee wordt geëxperimenteerd.
Er bestaan verschillende operationele en niet-operationele overleggen tussen Nederland en België, soms in Beneluxverband en soms ook met Duitsland erbij. Deze richten zich onder andere op informatie-uitwisseling, concrete gezamenlijke acties en opsporingsonderzoeken, expert meetings en intensivering van de bestuurlijke aanpak in beide landen. Nederland en België participeren al sinds 1999 in het analyseproject Monitor inzake OMG’s van Europol.
Op Euregionaal niveau functioneert al geruime tijd een werkgroep rond de criminele motorbendes. Hoewel verbetering en intensivering altijd mogelijk zijn, zijn dat naar mijn mening zaken die voort moeten komen uit operationele behoeften. Ik vertrouw daarbij op de professionaliteit van de betrokken diensten in beide landen.
De vierde EU anti-witwasrichtlijn voorziet in regels ter voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor witwassen, daaraan ten grondslag liggende basisdelicten, en terrorismefinanciering. Op grond van deze richtlijn dienen banken, andere financiële ondernemingen en diverse aangewezen beroepsgroepen cliëntenonderzoek te verrichten en op basis van meldingsindicatoren ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) van hun lidstaat. In de vierde EU anti-witwasrichtlijn zijn onder meer bepalingen opgenomen over het uitwisselen van informatie tussen de Europese FIU’s en verdere verspreiding ervan naar rechtshandhavende autoriteiten. Zo is opgenomen dat FIU’s een ontvangen melding van een ongebruikelijke transactie die betrekking heeft op een andere lidstaat, in beginsel onverwijld doorzendt aan de FIU van die lidstaat. Dit is alleen anders wanneer zwaarwegende belangen zich tegen die doorzending verzetten. Volledigheidshalve verwijs ik in dit verband naar het wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn2 waarmee deze richtlijn in Nederland wordt geïmplementeerd.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid, in samenwerking met het Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC), en Europol hebben twee keer (in 2015 en 2017) een internationale conferentie georganiseerd over de aanpak van criminele motorbendes, waaraan ook België deelnam. Daarnaast heeft Nederland in het kader van het EU-voorzitterschap de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad in de EU uitgedragen en bevorderd o.a. door een conferentie in Amsterdam en het voorbereiden van Raadsconclusies over dit onderwerp. Nog steeds participeert Nederland actief in het EU netwerk dat zich richt op het bevorderen van de bestuurlijke en de integrale aanpak in alle Europese lidstaten. In dit kader worden onder meer handboeken met best practices ontwikkeld en gedeeld.