Kamervraag 2018Z02938

Dat de fiscus zelden antwoord geeft op zzp vragen

Ingediend 20 februari 2018
Beantwoord 11 april 2018 (na 50 dagen)
Indieners Henk Nijboer (PvdA), Gijs van Dijk (PvdA)
Beantwoord door Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66), Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66)
Onderwerpen belasting economie financiën organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z02938.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1745.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «Fiscus geeft zelden antwoord op zzp-vragen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het, zoals de branchevereniging voor inhuur-intermediairs (Bovib) aangeeft, dat 85% van de zzp-vragen aan de Belastingdienst niet worden beantwoord en bij 15% van de vragen er geen oordeel door de Belastingdienst wordt gegeven? Zo ja, wat is hier de reden voor? Zo nee, hoe kan dit verschil van inzicht dan bestaan?

    De modelovereenkomst waar de Bovib in het genoemde artikel op wijst, betreft een zogenaamde modelovereenkomst van tussenkomst. Dit is een bijzondere modelovereenkomst die anders dan andere modelovereenkomsten de relatie tussen drie partijen regelt. De Bovib heeft in 2016 een modelovereenkomst voorgelegd aan de Belastingdienst die goedgekeurd en gepubliceerd is. Eind 2017 heeft de Belastingdienst een aangepaste en met een aanvullende overeenkomst uitgebreide versie van deze modelovereenkomst goedgekeurd en gepubliceerd.
    De Belastingdienst houdt geen gegevens bij van het aantal gestelde of beantwoorde vragen per branchevereniging. Individuele opdrachtgevers en
    – nemers zijn degenen die vragen over de feiten en omstandigheden van hun situatie aan de Belastingdienst voorleggen en met wie de Belastingdienst in gesprek is. Als partijen uitgaan van de goedgekeurde modelovereenkomst en daar in de praktijk ook naar handelen dan worden zij beschermd en kunnen zij buiten dienstbetrekking opereren. De Bovib-modelovereenkomst bevat meerdere voorwaarden die het ondernemerschap van de opdrachtnemer versterken; dit is nodig om zo de fictieve dienstbetrekking van tussenkomst uit te kunnen sluiten. Naast het ontbreken van gezag en leiding en toezicht door de derde zijn dat bijvoorbeeld ook de aanwezigheid van het OB-nummer, inschrijving KvK en de vastlegging van aansprakelijkheden. Dat de Belastingdienst in vrijwel alle vragen van de leden van de Bovib geen duidelijkheid zou scheppen lijkt gelet op de goedgekeurde modelovereenkomst onaannemelijk.

  • Vraag 3
    Hoe komt het dat de Belastingdienst geen duidelijkheid, zoals Bovib aangeeft, kan geven of er sprake is van schijnzelfstandigheid of niet?

    Het is niet eenvoudig om altijd aan de hand van de in een overeenkomst beschikbare informatie een oordeel (zelfstandige/schijnzelfstandige) te geven. Dit ligt genuanceerder en daarbij beoordeelt de Belastingdienst niet vanuit de optiek van wel of geen zelfstandige, behoudens bij bepaalde fictieve dienstbetrekkingen waar dit de uitzonderingsgrond betreft, maar vanuit het perspectief van wel of geen dienstbetrekking. De Belastingdienst heeft in het totaal 8.026 verzoeken om vooroverleg om modelovereenkomsten ontvangen, waarvan hij er 7.825 heeft afgedaan en waarvan er nog 201 stuks in behandeling zijn (cijfers: 5 maart 2018). Hieronder vallen ook de eerdergenoemde modellen voor tussenkomst.
    Bij de beoordeling van modelovereenkomsten zijn er verschillende uitkomsten mogelijk, namelijk toewijzen, afwijzen, intrekken en afbreken. Bij toewijzen (1.808 overeenkomsten) wordt de gewenste zekerheid gekregen, bij afwijzen, hetgeen ook duidelijkheid biedt, betekent dat in het algemeen een voor de indiener(s) ongewenst antwoord (2.810 overeenkomsten), voor intrekken is een actie van de indiener vereist (dit kan verschillende redenen hebben, zoals het gebruik door de indiener van een reeds gepubliceerde modelovereenkomst).
    Afbreken doet de Belastingdienst alleen als de indiener niet meer reageert (3.207 afgebroken overeenkomsten).

  • Vraag 4
    Is er voldoende capaciteit, maar ook kennis en kunde, binnen de Belastingdienst om deze vragen te toetsen op schijnzelfstandigheid?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat deze onduidelijkheid onwenselijk is en dat deze onduidelijkheid weg genomen dient te worden, zodat zzp’ers, opdrachtgevers maar ook werknemers weten waar zij aan toe zijn?

    Zie antwoord vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z02938
Volledige titel: Dat de fiscus zelden antwoord geeft op zzp vragen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1745
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Gijs van Dijk en Nijboer over dat de fiscus zelden antwoord geeft op zzp vragen