Ingediend | 8 februari 2018 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2018 (na 27 dagen) |
Indiener | Helma Lodders (VVD) |
Beantwoord door | Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z02190.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1348.html |
Het klopt dat de Belastingdienst eind 2017 aan een groep van ongeveer 1.300 inwoners van België een brief heeft gestuurd, waarin kenbaar is gemaakt dat de vrijstelling van Nederlandse loonbelasting met ingang van 1 januari 2018 wordt beëindigd. Het ging daarbij om personen die in een kalenderjaar een particulier pensioen van bruto € 25.000 of meer uit Nederland ontvangen. Deze actie is ingezet omdat, als gevolg van uitspraken van Belgische rechters, onduidelijk is geworden of deze pensioenen in België kunnen en zullen worden belast. In 2017 is meerdere malen met België gesproken over de toepassing van het huidige artikel 18 van het belastingverdrag en de reikwijdte van de jurisprudentie. Eind 2017 bestond daar nog steeds onduidelijkheid over. Met het oog op het heffingsbelang en het risico van dubbele niet-heffing wilde de Belastingdienst niet zonder meer de loonbelastingverklaringen afgeven voor 2018. Als deze pensioenen in België niet kunnen worden belast, kan dat namelijk betekenen dat het heffingsrecht naar Nederland als bronstaat verschuift. De eventueel in Nederland verschuldigde belasting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen dat in Nederland mag worden belast.
Zie antwoord vraag 1.
Eerder heb ik aangegeven dat ik het onwenselijk vind dat belastingplichtigen tussen twee belastingdiensten in komen te zitten. Daarom ben ik direct in overleg getreden met België en dat heeft tot een snelle positieve uitkomst geleid. In een brief die ik op 23 februari 2018 aan de Tweede Kamer heb gezonden over dit onderwerp heb ik aangegeven dat de bevoegde autoriteiten van Nederland en België overeenstemming hebben bereikt over een oplossing voor deze problematiek.1 Daarbij hebben Nederland en België werkafspraken gemaakt over de toepassing van artikel 18 van het Verdrag. Die afspraken komen er, kort gezegd, op neer dat Nederland terugtreedt als België aantoont dat het uit Nederland afkomstige pensioen feitelijk en tegen het reguliere tarief in de heffing wordt betrokken. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt over informatie die België aan Nederland zal aanleveren, zodat de Belastingdienst de heffing in België kan controleren. Het resultaat van deze afspraken is dat zowel situaties van dubbele belastingheffing als situaties van dubbele niet-heffing worden voorkomen.
De gemaakte afspraken zijn uitgewerkt in een overeenkomst die door de Belgische Minister van Overtveldt en door mij op 5 maart 2018 is ondertekend. Op basis van deze overeenkomst en na ontvangst van de relevante informatie van België kan de Belastingdienst op korte termijn de ontstane situaties van dubbele heffing ongedaan maken.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.