Kamervraag 2018Z01122

Nepnieuws

Ingediend 25 januari 2018
Beantwoord 7 maart 2018 (na 41 dagen)
Indiener Thierry Baudet (FVD)
Beantwoord door Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen cultuur en recreatie media
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z01122.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1341.html
1. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
2. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
3. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
4. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
5. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
6. – The whole technical report concerning the MH17 case was based on false facts, rigged by Ukraine to accuse Russia.
7. https://www.nu.nl/groningen/4825536/rustig-protest-forum-democratie-i…
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de online te raadplegen database «EU vs Disinfo» (euvsdisinfo.eu) van de, door de Europese Unie opgerichte European External Action Service East StratCom Task Force, met artikelen die zijn beoordeeld op het verspreiden van nepnieuws? Zo ja, welke artikelen op EU vs Disinfo heeft u bestudeerd?

    Ja. Overigens hanteert East Stratcom het begrip «nepnieuws» niet.1 In het algemeen wil ik niet op afzonderlijke berichtgeving ingaan. Ten aanzien van drie van de berichten uit deze database is een rechtszaak aangespannen. Daar wil ik niet in treden.

  • Vraag 2
    Hoeveel van die artikelen zou u zelf als nepnieuws kwalificeren?

    Zoals ik de Kamer in mijn brief van 18 december jl. heb toegelicht richt ik mijn activiteiten op het tegengaan van ongewenste heimelijke beïnvloeding van de publieke opinie in Nederland door statelijke actoren. Onderdeel van dergelijke beïnvloeding is de inzet van desinformatie door deze actoren. Ik zie het tegengaan van de verspreiding van deze desinformatie enerzijds nadrukkelijk als onderdeel van een bredere inzet die gericht is op het tegengaan van ondermijning van de democratische rechtsorde als zodanig en anderzijds meer specifiek als onderdeel van het tegengaan van ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren. Ik hecht eraan deze afbakening van mijn activiteiten ten opzichte van de term «nepnieuws» te maken aangezien met de term «nepnieuws» in de volksmond ook meer onschuldige vormen van foutieve informatie worden aangeduid waarbij de hiervoor genoemde problematiek niet aan de orde is. Daarbij is van belang op te merken dat het besef van de (originele) afzender dat de betreffende informatie foutief is, dan wel de intentie om hiermee te misleiden kenmerken zijn die desinformatie onderscheiden van foutieve berichtgeving in het algemeen. Dit betekent ook dat men deze termen niet onachtzaam dient te hanteren aangezien daarmee ook een oordeel over de afzender geïmpliceerd kan worden.
    Vooral nieuwe technologieën vergemakkelijken het verspreiden van desinformatie en het beïnvloeden van de publieke opinie. Dit kan het vertrouwen van mensen in publieke instituties ondermijnen en is in potentie schadelijk voor onze democratische rechtsorde. Overigens acht ik het niet aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of enig ander lid van het kabinet om artikelen op inhoud te beoordelen. De aandacht van het kabinet richt zich op de statelijke actoren die desinformatie verspreiden.

  • Vraag 3
    Hoeveel van die artikelen zou u zelf niét als nepnieuws kwalificeren?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kunt u een overzicht geven van de huidige leden van de East StratCom Task Force? Zo nee, waarom niet?

    De Europese Raad heeft in maart 2015 geconcludeerd dat het noodzakelijk is om de voortdurende stroom van desinformatie afkomstig van Rusland te bestrijden en heeft de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, mw Mogherini, daarbij uitgenodigd om in samenwerking met de EU-instellingen en de lidstaten een actieplan te ontwikkelen voor strategische communicatie dienaangaande. Dit heeft geresulteerd in een Taskforce East StratCom. De Taskforce ontwikkelt communicatieproducten en campagnes die zijn gericht op een betere uitleg van het EU-beleid in de landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Moldavië en Oekraïne). Het werkt nauw samen met de EU-instellingen en met EU-delegaties in de landen van het Oostelijk Partnerschap. De Taskforce ondersteunt bredere EU-inspanningen gericht op versterking van de mediaomgeving in de oostelijke partnerschapsregio, in nauwe samenwerking met andere EU-actoren. Tevens rapporteert en analyseert het desinformatie trends, verklaart desinformatie verhaallijnen en corrigeert en vergroot het bewustzijn inzake desinformatie. De Taskforce opereert binnen de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). De selectie en inzet van de medewerkers van de East StratCom Task Force is de verantwoordelijkheid van de EDEO. De activiteiten worden betaald uit het reguliere communicatiebudget van de EDEO. Dit budget heeft een jaarlijkse omvang van 1,1 miljoen euro. Aangezien dit geld uit het algemene budget van de EU komt, is er geen onderscheid te maken hoeveel van die jaarlijkse bijdrage uit Nederlands geld bestaat. De bedragen zijn opgenomen in de EU begroting voor 2018. (p177 ev) http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-14587-2017-ADD-3/nl/pdf

  • Vraag 5
    Kunt u inzicht geven in de wijze waarop leden van de East StratCom Task Force geselecteerd worden? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Kunt u inzicht geven in wijze waarop Madeleine de Cock-Buning (tevens voorzitter van het Nederlandse Commissariaat van de Media) haar positie als voorzitter van de East StratCom Task Force heeft verworven? Zo nee, waarom niet?

    Mevrouw De Cock-Buning is geen voorzitter van de East Stratcom Task Force. Wel is zij onlangs voorzitter geworden van de EU-High Level Group over fake news en online desinformatie, die is ingesteld door en onder de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie. In de openbare »call for application» van de Europese Commissie is geen criterium noch aanbeveling opgenomen dat de voorzitter lid moet zijn van een politieke partij.2 Er is vanuit de overheid geen bemoeienis geweest met de kandidatuur van mevrouw De Cock-Buning. Vergoeding vindt plaats volgens de hiervoor geldende regels van de Europese Commissie over expert groups.3

  • Vraag 7
    Is er bij de eventuele voordrachts-, sollicitatie- en benoemingsprocedure van Madeleine de Cock-Buning bemoeienis geweest van de Nederlandse overheid? Zo ja, in welke vorm?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Wat is de vergoeding die Madeleine Cock-Buning voor haar werkzaamheden zal ontvangen? Waar wordt dit uit betaald?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 9
    Gezien de politieke gevoeligheid van haar werkzaamheden is het niet irrelevant of Madeleine de Cock-Buning ook een partij-achtergrond of partijlidmaatschap heeft en kunt u daar inzage in geven? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 10
    Voor welke termijn worden de (overige) leden van de East StratCom Task Force aangesteld? Betreft het een fulltime baan of een parttime baan? Moeten zij hun overige werkzaamheden openbaar maken?
  • Vraag 11
    Heeft de East StratCom Task Force een kantoor? Zo ja, kunt u aangeven waar dit precies is gevestigd?
  • Vraag 12
    Kunt u inzicht geven in de wijze waarop de East StratCom Task Force haar financiering ontvangt? Kunt u in uw antwoord betrekken wat het jaarlijks budget is van de Task Force?
  • Vraag 13
    Wat is de Nederlandse bijdrage aan dit jaarlijkse budget?
  • Vraag 14
    Wiens idee was het om deze taskforce op te zetten? Wanneer is dit idee voor het eerst gepresenteerd?
  • Vraag 15
    Wat is de exacte doelstelling van de East StratCom Task Force? Is de Task Force specifiek gericht op nieuwsberichten over Oost-Europa, Rusland en andere derde landen of tevens op nieuwsberichten over EU-lidstaten en de (politieke) situatie daarbinnen?
  • Vraag 16
    Kunt u inzicht verschaffen in de wijze waarop de East StratCom Task Force te werk gaat en hoe de Task Force tot een oordeel komt inzake het aanmerken van een artikel als verspreider van nepnieuws?
  • Vraag 17
    Hoeveel onjuiste beweringen moet een artikel bevatten om aangemerkt te worden als nepnieuws door de East StratCom Task Force?
  • Vraag 18
    Kunt u aangeven op welke punten de vijf Nederlandse artikelen die worden genoemd als dragers van nepnieuws op de site van de East StratCom Task Force precies nepnieuws bevatten?1

    Zoals ik reeds heb aangegeven in antwoord (Kamerbrief met kenmerk 2018D05173) op eerdere vragen van de heer Van Raak (SP) is het zaak dat de acties van de Taskforce zich richten op het identificeren, benoemen en feitelijk weerleggen van desinformerende (elementen van) berichtgeving en niet op het identificeren en benoemen van journalisten en hun journalistieke verslaglegging als zijnde desinformatie. De term desinformatie impliceert de intentie tot misleiding en dient daarom niet onachtzaam te worden gehanteerd.
    Journalisten zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop ze verslag doen van gebeurtenissen, niet voor de gebeurtenissen zelf of de daarin naar voren gebrachte opvattingen.

  • Vraag 19
    Deelt u de opvatting dat het artikel in De Gelderlander enkel verslag legt van een uitspraak van raketproducent Almaz-Antey? Zo nee, waarom niet?2

    Zie antwoord vraag 18.

  • Vraag 20
    Deelt u de opvatting dat verslaglegging van een mening of een uitspraak op zichzelf geen uitspraak doet over of iets waar is of niet? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 18.

  • Vraag 21
    Bent u van mening dat nieuwspublicaties geen verslag mogen doen van meningen of uitspraken die mogelijk onjuist zijn? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 18.

  • Vraag 22
    Kunt u aangeven hoe nieuwspublicaties moeten beoordelen of een mening of uitspraak in de toekomst mogelijk onjuist kan blijken te zijn? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 18.

  • Vraag 23
    Bent u van mening dat het artikel van De Gelderlander terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Ik acht het niet aan mij of enig ander lid van het kabinet om artikelen op inhoud te beoordelen.

  • Vraag 24
    Bent u bekend met het feit dat de uitzending van NPO Radio 1 een interview betreft met onderzoeksjournalist Pieter Stockmans?3

    Ja, daarmee ben ik bekend. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending. Dat is onderdeel van artikel 7 van de Grondwet. Het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting maakt onbetwistbaar deel uit van de fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Het kabinet zal dit altijd en overal verdedigen.

  • Vraag 25
    Bent u van mening dat radiozenders geen gasten mogen uitnodigen als de opvattingen van de gast mogelijk onjuist zijn?

    Zie antwoord vraag 24.

  • Vraag 26
    Bent u van mening dat de radiouitzending van NPO Radio 1 terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 27
    Bent u van mening dat het bericht «Azov fighters threaten the Dutch people with a terror attack again (GeenStijl)» terecht door East StratCom Task Force als «nepnieuws» is aangemerkt? Zo ja, welk aspect van het bericht bevat valse informatie? Wat is de bewijsvoering daarvoor? Welke onderbouwing is daarin volgens u doorslaggevend?4

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 28
    Herinnert u zich dat u in de uitzending van het programma Jinek van 18 december 2017 sprak over «Bellingcat» als ontmaskeraar van het betreffende filmpje als «nepnieuws»? Welk onderzoek bedoelde u daarbij precies? Kunt u dit onderzoek aan de Kamer doen toekomen?
  • Vraag 29
    Hoe beoordeelt u de betrouwbaarheid van Bellingcat zelf?
  • Vraag 30
    Houdt u rekening met de mogelijkheid dat Bellingcat (net als alle andere journalisten, onderzoekers of wetenschappers) zich zou kunnen vergissen?
  • Vraag 31
    Houdt u rekening met de mogelijkheid dat Bellingcat (net als alle andere journalisten, onderzoekers of wetenschappers) door andere motieven dan slechts waarheidsvinding gedreven zou kunnen zijn?
  • Vraag 32
    Bent u van mening dat de samenvatting van de East StratCom Task Force («Ukraine is a highly corrupted, fascistic country, which is the centre of international drug and human labour traffic») van het GeenStijl artikel een accurate weergave is van de daadwerkelijke inhoud van het artikel? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?5

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 33
    Bent u van mening dat deze kwalificaties van het land Oekraïne («Ukraine is a highly corrupted, fascistic country, which is the centre of international drug and human labourtraffic») feitelijk onjuist zijn?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 34
    Bent u bekend met het feit dat Oekraïne in 2016 op plaats 131 (van de 176 bestudeerde landen) stond op de corruptie-index van Transparency International?

    Ik ben daarmee bekend. Inmiddels is de Corruption Perceptions Index 2017 uitgebracht. Oekraïne staat daarin op plek 130 (van de 180 bestudeerde landen).
    De Corruption Perceptions Index 2016 dekt de perceptie van de publieke sector corruptie in 176 landen. De score van de CPI 2016 is opgebouwd uit dertien verschillende bronnen. Alle bronnen beoordelen de perceptie van corruptie in de publieke sector: het waargenomen niveau van elke vorm van machtsmisbruik door eenieder die deze macht toevertrouwd heeft gekregen binnen de regering of een overheidsinstantie.

  • Vraag 35
    Deelt u de opvatting dat dit Oekraïne één van de meest corrupte landen ter wereld maakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, maakt dit de uitspraak dat «Ukraine is a highly corrupted (...) country» feitelijk juist? Zo nee, waarom niet?

    Oekraïne heeft de afgelopen jaren, sinds de Maidanrevolutie in 2014, belangrijke stappen gezet op het gebied van anti-corruptiehervormingen. Onder andere is een bureau opgezet dat corruptie binnen overheidsorganen onderzoekt en aandraagt voor vervolging (National Anti-Corruption Bureau of Ukraine). Ook is, met hulp van Transparency International, een elektronisch platform opgericht teneinde de onafhankelijkheid van aanbestedingen te waarborgen (ProZorro) en wordt er ingezet op de decentralisatie van overheidstaken en de privatisering van overheidsbedrijven.
    Desalniettemin, is er nog altijd veelvuldig sprake van het door elkaar lopen van publieke en financiële belangen. De internationale gemeenschap – IMF en EU – houdt druk op het hervormingsproces door op basis van conditionaliteit leningen te verstrekken. Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het gebied van (anti-corruptie) hervormingen, wordt er niet tot betaling over gegaan. Nederland steunt de inzet van het instrument van conditionaliteit en spreekt Oekraïne ook in bilaterale contacten steevast aan op haar verantwoordelijkheid als het gaat om het bestrijden van corruptie.

  • Vraag 36
    Deelt u de opvatting van de East StratCom Task Force dat het noemen van Oekraïne als één van de meest corrupte landen een vorm van nepnieuws is?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 37
    Deelt u de opvatting dat de samenvatting van East StratCom Task Force («fascistic country») geen recht doet aan de daadwerkelijke inhoud van het GeenStijl-artikel op dit punt? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 38
    Deelt u de opvatting dat de weerlegging van het ThePostOnline (TPO)-artikel («The article seems to be aimed only at worsening the image of Ukraine before the Dutch referendum about the Association Agreement») die wordt gegeven door East StratCom Task Force geen uitspraak doet over de inhoudelijke correctheid van het betreffende artikel, maar enkel een motief of bedoeling claimt?6 Zo nee, kunt u aangeven op welke wijze de bewering van de East StratCom Task Force inhoudelijk ingaat op het TPO-artikel dat zij bestempelen als desinformatie? Zo ja, kunt aangeven waarom deze bewering voldoende is om gekwalificeerd te worden als nepnieuws?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 39
    Bent u van mening dat het artikel van TPO terecht door de East StratCom Task Force is aangemerkt als nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 40
    Kunt u een definitie geven van nepnieuws?
  • Vraag 41
    Wat is in uw ogen het verschil tussen een mening en nepnieuws?
  • Vraag 42
    Wat is in uw ogen het verschil tussen een artikel met een of meerdere onjuiste beweringen en nepnieuws? Indien er geen verschil is, bevatte dan elk nieuwsartikel dat later gerectificeerd moet worden kennelijk nepnieuws? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 43
    Bent u van mening dat de stelling dat de euro ons een extra weeksalaris oplevert, nepnieuws is? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 44
    Bent u van mening dat de stelling dat de interne markt ons een extra maandsalaris oplevert nepnieuws is? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 45
    Kunt u aangeven hoe de samenwerking tussen het ministerie, NU.nl en Facebook vorm zal krijgen in het kader van de bestrijding van nepnieuws? Kunt u in uw antwoord meenemen op welke termijn de «nepnieuwsbestrijding» tot uiting zal komen in de tijdlijnen van Nederlandse Facebook gebruikers?
  • Vraag 46
    Kunt u aangeven wat de juridische basis is voor een dergelijke samenwerking met NU.nl en Facebook en voor de bestrijding van nepnieuws door het ministerie?
  • Vraag 47
    Kunt u transparantie verschaffen over de exacte rol en werkwijze van NU.nl in het aanmerken van berichten en/of artikelen als nepnieuws?
  • Vraag 48
    Zal NU.nl haar rol belangenloos uitvoeren of zal zij financiering ontvangen? Indien zij financiering zal ontvangen, door wie zal dit vergoed worden?
  • Vraag 49
    Kunt u de specifieke samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie, NU.nl en Facebook de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
  • Vraag 50
    Kunt u aangeven wat de specifieke selectiecriteria zijn voor berichten die zullen worden verborgen in circa 80% van de tijdlijnen van Nederlandse Facebook gebruikers, zoals aangegeven in uw brief aan de Kamer van 18 december 2017?
  • Vraag 51
    Kunt u aangeven of nieuwsbronnen als geheel zullen worden aangemerkt als verspreider van nepnieuws en dat hun artikelen derhalve standaard zullen worden verborgen op tijdlijnen van Facebook gebruikers? Of gaat het op een andere manier? Indien dat laatste het geval is, op welke manier?
  • Vraag 52
    Kunt u aangeven in hoeverre opiniestukken zullen worden aangemerkt als nepnieuws en als gevolg onzichtbaar zullen zijn voor Facebook gebruikers? Zo nee, wanneer kunt u daar wel duidelijkheid over geven?
  • Vraag 53
    Zal het ministerie een register bijhouden van artikelen die zijn aangemerkt als nepnieuws? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar zal dit gebeuren? En door wie? Zal dit te raadplegen zijn? Zo ja, waar en voor wie? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Ik zie dit niet als een taak van de overheid.

  • Vraag 54
    Kunt u een overzicht geven van de in uw ogen meest prominente betrouwbare Nederlandse nieuwsbronnen? Zo nee, waarom niet?

    Een overzicht zoals dat waar u om vraagt kan ik u niet geven, omdat ik het niet aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie acht om een dergelijk overzicht te maken.

  • Vraag 55
    Kunt u een overzicht geven van de in uw ogen meest prominente onbetrouwbare Nederlandse nieuwsbronnen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 54.

  • Vraag 56
    Kunt u een overzicht geven van nieuwsbronnen die u beschouwt als de grootste verspreiders van nepnieuws binnen Nederland? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 54.

  • Vraag 57
    Kunt u aangeven of de nepnieuwsmaatregelen op Facebook zich met name zullen richten op Nederlandse nieuwsbronnen of op buitenlandse nieuwsbronnen?
  • Vraag 58
    Kunt u aangeven of de Facebook gebruiker, wiens bericht aangemerkt wordt als nepnieuws, hiervan een melding zal krijgen? Indien dit niet het geval is, deelt u de opvatting dat hiermee een hoogst ontransparante situatie ontstaat waarbij gebruikers niet weten of hun berichten voor hun volgers daadwerkelijk zichtbaar zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, beschouwt zij dit als een probleem? Indien zij dit niét als een probleem beschouwt, waarom niet?
  • Vraag 59
    Kunt u aangeven of gebruikers in beroep kunnen gaan tegen het aanmerken van hun bericht als nepnieuws en hoe deze beroepsmogelijkheden vorm zullen krijgen?
  • Vraag 60
    Indien er geen sprake zal zijn van een beroepsmogelijkheid, deelt u de opvatting dat dit een uiterst eenzijdige situatie teweegbrengt die de macht tot censuur bij een hele kleine groep mensen legt? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 61
    Indien er wel sprake is van een beroepsmogelijkheid, kunt u aangeven hoe deze vorm krijgt? Kunt u in uw antwoord betrekken welk orgaan een beroep zal behandelen, wie haar leden zullen zijn, hoe de leden van het beroepsorgaan geselecteerd worden en wat de juridische mogelijkheden zijn om een afgewezen beroep aan te vechten bij de rechter?
  • Vraag 62
    Het komt regelmatig voor dat kranten als NRC Handelsblad, De Volkskrant en Trouw hun eerdere berichtgeving moeten rectificeren. Bent u van mening dat deze kranten zich in hun oorspronkelijke publicaties dan dus schuldig hebben gemaakt aan het verspreiden van nepnieuws? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 63
    Bent u bekend met het bericht van 8 juli 2017 dat werd gepubliceerd op NU.nl, de samenwerkingspartner van het ministerie in de bestrijding van nepnieuws, waarin NU.nl schreef over de aanwezigheid van 200 demonstranten bij een bijeenkomst van Forum voor Democratie in Groningen?7
  • Vraag 64
    Bent u bekend met het feit dat NU.nl dit bericht heeft moeten rectificeren, gezien het feit dat er slechts enkele demonstranten aanwezig waren?
  • Vraag 65
    Bent u van mening dat NU.nl zich met het oorspronkelijke bericht schuldig maakte aan het verspreiden van nepnieuws? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 66
    Deelt u de opvatting dat niet alle feiten altijd door iedereen geaccepteerd worden en dat over feitelijkheden discussie kan bestaan?
  • Vraag 67
    Deelt u de opvatting dat een open discussie over feiten deel is van een gezonde, goed functionerende democratie?

    Ja.

  • Vraag 68
    Deelt u de opvatting dat zaken die tegenwoordig als onwaar worden beschouwd in de toekomst waar kunnen blijken en dat talloze zaken die in het verleden als waar werden beschouwd tegenwoordig onwaar zijn gebleken?

    Zie antwoord vraag 67.

  • Vraag 69
    Kunt u aangeven of «De revolutionibus orbium coelestium» (1543) van Nicolaas Copernicus, waarin hij het destijds zeer omstreden heliocentrisch model van het universum formuleerde, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit werk in uw ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 70
    Kunt u aangeven of «Über die spezielle und die allgemeine Relativitätstheorie» (1916) van Albert Einstein, waarin hij voor het eerst de – destijds omstreden – algemene relativiteitstheorie voorstelt, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in uw ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 71
    Kunt u aangeven of «Broken Symmetries and the Masses of Gauge Bosons» (1964) van Peter Higgs, waarin hij voor het eerst – het inmiddels bewezen – bestaan van Higgsvelden en Higgsbosonen postuleert, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in uw ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 72
    Kunt u aangeven of «Die Entstehung der Kontinente und Ozeane' (1915) van Alfred Wegener, waarin hij het nu algemeen geaccepteerde bestaan van schuivende aardplaten beschrijft, zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit paper in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in zijn tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 73
    Kunt u aangeven of het werk van Ignaz Philipp Semmelweis uit de periode rond 1847 met betrekking tot het voorkomen van kraambedkoorts – waarin hij ervoor pleit de handen te wassen voordat een zwangere vrouw geholpen wordt bij een bevalling – zou zijn bestempeld als nepnieuws binnen de kaders van het nieuwe samenwerkingsverband tussen het Ministerie, NU.nl en Facebook en of dit werk in haar ogen had moeten worden verborgen op Facebook als dit in die tijd bestond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 74
    Kunt u aangeven in hoeverre sceptische artikelen aangaande klimaatverandering zullen worden verborgen op de tijdlijnen van Facebook gebruikers in het kader van nepnieuwsbestrijding?
  • Vraag 75
    Bent u van mening dat de bestrijding van nepnieuws uitsluitend op het internet zou moeten plaatsvinden of idealiter ook daarbuiten? Zo ja, zouden op termijn dan ook boeken moeten worden verboden, omdat ze in de ogen van de beoordelende instanties «nepnieuws» bevatten? Zo nee, waarom niet?

    Ik heb eerder aangegeven dat vooral het internet meebrengt dat nieuwsberichten zich heel gemakkelijk verspreiden en dat dat anders is dan voorheen het geval was. We moeten ons bewust zijn van de nieuwe mogelijkheden die dit biedt voor statelijke actoren voor heimelijke beïnvloeding van de publieke opinie door desinformatie. Ik vind bestrijding van dergelijke desinformatie noodzakelijk, maar daartoe behoort nadrukkelijk niet het van overheidswege vooraf beoordelen en verbieden van bepaalde media-uitingen.
    Volgens (art. 7 van) de Nederlandse Grondwet heeft niemand voorafgaand verlof nodig om gedachten en gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Censuur is daarmee onvoorwaardelijk uitgesloten. De vrijheid van meningsuiting ligt ook verankerd in verdragen. Uitingen kunnen slechts achteraf worden getoetst aan de wet en verspreiding mag alleen onder strenge voorwaarden worden beperkt.

  • Mededeling - 19 februari 2018

    Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Baudet (FvD) over nepnieuws (ingezonden op 25 januari 2018, met kenmerk 2018Z01122), vanwege de benodigde interdepartementale afstemming niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z01122
Volledige titel: Nepnieuws
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1341
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Baudet over nepnieuws