Ingediend | 10 januari 2018 |
---|---|
Beantwoord | 17 januari 2018 (na 7 dagen) |
Indiener | Liesbeth van Tongeren (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie natuur en milieu organisatie en beleid overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z00117.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-899.html |
Dat de gaswinning verder omlaag moet worden gebracht, is helder. Ik breng alle mogelijkheden in kaart om het gaswinningsniveau zo snel mogelijk te verlagen. Voor het herstel van het vertrouwen is er meer nodig dan dat. Van het grootste belang is nu dat bewoners van woningen met schade kunnen rekenen op een vlotte en rechtvaardige schadeafhandeling. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in het toekomstperspectief van de regio. Ik ben hiertoe met de betrokken partijen in nauw overleg om te komen tot een integrale aanpak voor de versterking, in combinatie met verduurzaming en ingebed in de toekomstvisie van de regio.
De productie uit Loppersum is sinds januari 2014 sterk teruggebracht tot uitsluitend de hoeveelheid die nodig is om de clusters open te houden voor het geval er op andere wijze onvoldoende gas is om aan deze vraag te voldoen, bijvoorbeeld bij extreem koud weer of een calamiteit. Deze situatie heeft zich recent niet voorgedaan. De mate waarin specifieke clusters worden opengehouden, hangt met name af van de temperatuur. Dit uit zich in een iets hogere inzet in de winter om bevriezing van installaties te voorkomen.
In lijn met het Meet- en Regelprotocol Groningen heeft de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) binnen twee dagen, op woensdag 10 januari 2018, haar evaluatie en voorgestelde maatregelen aan Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gerapporteerd. Hierin is NAM ook ingegaan op de clusters in de regio Loppersum. SodM zal de rapportage van NAM bestuderen en mij binnen twee weken informeren over de uitkomst en adviseren over mogelijk te nemen maatregelen. Ook heb ik Gasunie Transport Services gevraagd opnieuw advies uit te brengen over de benodigde capaciteit voor de leveringszekerheid. Ik wacht beide adviezen af voordat ik kan ingaan op de voorgestelde maatregelen van de NAM.
Het Meet- en regelprotocol voor de gaswinning uit het Groningenveld is op 30 juni 2017 in werking getreden. Vooruitlopend daarop is al in de lijn van dit protocol gehandeld. Een voorbeeld daarvan is de wijziging van het instemmingsbesluit voor de gaswinning uit het Groningenveld op 24 mei 2017. Dat besluit anticipeerde op een mogelijke overschrijding van één van de signaalwaarden uit het concept Meet- en regelprotocol (toen nog alarmeringsprotocol genoemd), namelijk de aardbevingsdichtheid. Deze waarde naderde de waarde van 0,25 bevingen/km2/jaar. Het anticiperende besluit hield in dat het winningsplafond werd verlaagd van 24 naar 21,6 miljard Nm3, ingaande per 1 oktober 2017 (Kamerstuk 33 529, nr. 331).
Tijdens de aardbeving bij Zeerijp op 8 januari 2018 is de grenswaarde voor de grondversnelling overschreden. De maximale grondversnelling bedroeg 0,116g. Dat was hoger dan de grenswaarde van het «interventieniveau» (0,1g) uit het Meet- en regelprotocol. Naar aanleiding hiervan brengen alle bij de gaswinning betrokken partijen de mogelijkheden in kaart om aanvullende maatregelen te nemen, waaronder het verder aanpassen van het winningsniveau.
De vaststelling van het nieuwe schadeprotocol heeft mijn prioriteit. Er vindt intensief overleg plaats met de regio en alle nodige expertise wordt betrokken om zo snel mogelijk tot een gedragen schadeprotocol te komen, dat ervoor zorgt dat de Groningers op een vlotte en rechtvaardige afhandeling van hun schade kunnen rekenen.
Uit inspecties is gebleken dat er geen schade is vastgesteld onder chemiebedrijven in Delfzijl naar aanleiding van de aardbeving op 8 januari jl. Chemiebedrijven in en rondom Delfzijl moeten voldoen aan strenge normen voor de veiligheid. Het uitgangspunt daarbij is dat de risico’s voor de omgeving niet mogen toenemen als gevolg van aardbevingen. De chemiebedrijven in Delfzijl staan op de lijst met bedrijven in de provincie Groningen die met prioriteit worden onderzocht op aardbevingsbestendigheid. Daarvoor wordt al onderzocht of aanvullende maatregelen nodig zijn, in het geval zich een mogelijk zwaardere aardbeving zal voordoen.
Met betrekking tot de dijken hebben de waterschappen reeds aangegeven een inspectieronde te hebben gedaan na de beving van maandag 8 januari jl. Hierbij zijn voor zover bekend geen schades geconstateerd. Ten aanzien van de waterkeringen is er in de afgelopen periode een intensief beoordelingstraject doorlopen om de sterkte van waterkeringen bij een zwaardere aardbeving nader te bepalen. Hierbij is nadrukkelijk aandacht besteed aan de zeedijk tussen Eemshaven en Delfzijl en het Eemskanaal. Tot op heden is gebleken dat de opgave die hieruit voorkomt beperkt is, gegeven de sterkte van de onderzochte dijken en de maximaal te verwachten belastingen.
Het Forum wordt gerealiseerd conform eisen om zwaardere belastingen te kunnen weerstaan. Het uitoefenen van toezicht en monitoring, ook ten aanzien van andere panden in Groningen-stad, is in de eerste plaats aan de lokale overheid.
De eerste informatie van de veiligheidsregio en het CVW heb ik op 12 januari jl. aan uw Kamer verzonden (Kamerstuk 33 529, nr.404). Hierbij heb ik onder meer aangegeven dat de zogenoemde «rode knop» op de website van CVW om een mogelijk acuut onveilige situatie te melden op dat moment 64 keer was gebruikt. In vijf gevallen is daadwerkelijk een acuut onveilige situatie geconstateerd. Hierbij zijn maatregelen getroffen om de onveiligheid weg te nemen. Bij de veiligheidsregio zijn geen calamiteiten gemeld, en ook geen gaslekkages. De politie en brandweer hebben laten weten dat de aardbeving niet tot calamiteiten of gewonden heeft geleid.
Zie antwoord vraag 7.
De afgelopen jaren zijn maatregelen rond de gaswinning genomen om de seismische dreiging te verminderen: verlaging van de gaswinning, opschorten van de winning in de kern van het aardbevingsgebied en het zo vlak mogelijk houden van de gaswinning. Daarmee is het risico op zware bevingen teruggebracht, maar niet verdwenen. Zoals aangegeven breng ik de mogelijkheden in kaart om aanvullende maatregelen te nemen, waaronder het verder aanpassen van het winningsniveau.
Ja.