Ingediend | 28 december 2017 |
---|---|
Beantwoord | 23 januari 2018 (na 26 dagen) |
Indiener | Alexander Kops (PVV) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z18971.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-933.html |
Ja.
Deze bedragen hebben geen betrekking op de energierekening van huishoudens, maar gaan uit van de nationale meerkosten van klimaatmaatregelen richting 2030. Uit de berekeningen van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) blijkt dat de kosten van 49 procent CO2-reductie in 2030 uitkomen op circa € 3,5 tot € 5,5 miljard in 2030. PBL is daarbij in de bedragen die worden genoemd in het artikel van de NOS uitgegaan van de bovenkant van deze bandbreedte. Wanneer deze kosten één op één verdeeld worden over het aantal huishoudens, komt dit op 50 tot 60 euro per maand per huishouden. Deze berekeningen maken duidelijk dat de transitie gepaard gaat met kosten die door verschillende partijen opgebracht zullen moeten worden. Hoe deze kosten precies neerslaan bij huishoudens hangt af van de vormgeving van beleid. Het effect van de economische groei op deze bedragen is niet bekend.
Nee, het gaat in de periode tot 2030 niet om vele honderden miljarden. Zoals ik hierboven heb aangegeven blijkt uit de berekeningen die het PBL heeft uitgevoerd dat de nationale kosten van 49 procent CO2-reductie in 2030 circa € 3 tot € 5,5 miljard extra per jaar bedragen. Het gaat om meerkosten ten opzichte van het basispad. Kosten voor emissiereductiemaatregelen die in het basispad zijn opgenomen, waaronder de SDE+, zijn hier niet bij inbegrepen.
Duidelijk is dat geen enkel land in z’n eentje de verdere opwarming van de aarde kan tegengaan en dat landen met een relatief groot aandeel in de totale wereldwijde uitstoot een grotere impact op klimaatverandering hebben dan een land als Nederland. Dat ontslaat ons echter niet van onze verantwoordelijkheid om ook in Nederland de CO2-uitstoot fors te reduceren. Een effectieve aanpak van het klimaatprobleem vraagt immers om een mondiale aanpak en dat vereist dat iedereen zijn bijdrage levert.
Zoals ik in mijn beantwoording op vraag 3 heb aangegeven vereist een effectieve aanpak van het klimaatprobleem een mondiale aanpak, waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Daarbij hebben de inspanningen van alle landen gezamenlijk tot doel om de temperatuurstijging te beperken tot ruim beneden de twee graden, zoals is overeengekomen met het Klimaatakkoord van Parijs. Deze beperking van de temperatuurstijging is wenselijk om een sterk veranderende leefomgeving, met hoge aanpassings- en schadekosten tot gevolg te voorkomen. De kosten van niets doen zijn onzeker, maar kunnen enorm oplopen. We moeten er dan ook alles aan doen om de verdere temperatuurstijging zover als mogelijk te voorkomen.
Het Klimaatakkoord van Parijs is een doorbraak in de strijd tegen de verdere opwarming van de aarde en het is onze plicht er alles aan te doen om de doelstellingen uit dit Akkoord te realiseren. Daarbij is het noodzakelijk om de kosten van het te voeren beleid zo laag mogelijk te houden. Dit vraagt om een kosteneffectieve aanpak van de transitie, waar ik mij sterk voor zal maken.
Zie antwoord vraag 5.