Kamervraag 2017Z17866

Het artikel 'Grenswerker schiet weinig op met Europese eenheid'

Ingediend 13 december 2017
Beantwoord 24 januari 2018 (na 42 dagen)
Indiener Jan Middendorp (VVD)
Beantwoord door Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen werk werkgelegenheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z17866.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-944.html
1. Financieele Dagblad d.d. 12 december 2017
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het artikel «Grenswerker schiet weinig op met Europese eenheid»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    In hoeverre zijn er economische voordelen voor de provincies in de grensstreek te behalen als de grens geen belemmering zou vormen voor grensarbeid?

    Het Centraal Planbureau heeft op verzoek van het Ministerie van BZK onderzoek gedaan naar de vraag in hoeverre de arbeidsmarkt in Nederlandse grensregio’s zou profiteren als hun ligging aan de grens geen nadelige gevolgen meer zou hebben. Eind 2016 heeft het CPB de resultaten daarvan gepubliceerd. Uitgaande van de hypothese dat er geen grensbelemmeringen meer zijn, stelt het CPB dat er baten zijn voor de werkgelegenheid, lonen en het Bruto Regionaal Product in grensregio’s. De uitkomst van dit onderzoek heeft het actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid, dat door het rijk en de grensregio’s in 2015 is opgericht, ondersteund in zijn opdracht om de grensoverschrijdende economie en arbeid een impuls te geven. Voor de specifieke baten per grensregio verwijs ik naar de publicatie van het CPB2 en naar de brief waarmee de toenmalige Minister van BZK uw Kamer hierover en over het rapport van het actieteam heeft geïnformeerd3.
    Ik hecht er aan de kanttekening te plaatsen dat de situatie waar het CPB bij zijn onderzoek vanuit is gegaan, namelijk dat grensbelemmeringen volledig afwezig zijn, een hypothetische situatie is, die weinig realistisch is. Verschillen tussen landen worden immers vaak als belemmering ervaren en die zullen, bijvoorbeeld op gebied van taal en cultuur, blijven bestaan. Toch geeft de hypothetische «what-if-analyse» van het CPB een belangrijk inzicht: het geeft een bovengrens van de mate waarin grensregio’s kunnen profiteren van beleid gericht op het wegnemen van grensbelemmeringen.
    De Europese Commissie heeft in september 2017 een mededeling gepubliceerd over het stimuleren van groei en cohesie in grensregio's van de EU. Het kabinet heeft daar met een fiche op gereageerd4. De Commissie stelt in de mededeling dat de economie in de grensregio’s van de EU met gemiddeld 8% kan groeien als alle barrières geslecht worden. Als slechts 20% van de barrières verdwijnen resteert nog altijd een groei van 2% van het BBP in de grensregio’s. Het effect van het wegnemen van alle grensbarrières leidt volgens de Commissie ook tot een groei van 1 miljoen banen, omdat barrières het efficiënt gebruik van productieve activa beperken en ervoor zorgen dat schaalvoordelen niet optimaal benut kunnen worden. Beide onderzoeken laten zien dat er groeipotentieel is.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat er in de grensregio’s een enorm groeipotentieel is? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke andere factoren dan fiscale wetgeving spelen een rol bij het wegnemen van barrières voor grensarbeid?

    Het toenmalige kabinet heeft in oktober 2015 met gemeenten, grensprovincies, MKB-Nederland en de Euregio ’s een actieteam opgericht met als doel de grensoverschrijdende economie en arbeid te stimuleren. Dit actieteam heeft allereerst gezamenlijk en met behulp van binnen- en buitenlandse experts uit de grensregio’s, bepaald op welke terreinen die stimulans moet worden gericht, nl.: informatievoorziening, arbeidsbemiddeling, buurtaal en cultuur, diploma-erkenning, stages- en leerwerkplekken, bereikbaarheid, en ondernemerschap. Op 30 januari 2017 heeft dit actieteam zijn rapportage gepresenteerd in de vorm van een actieagenda.5 Alle bij het actieteam betrokken partijen, hebben zich gecommitteerd aan deze agenda en zijn aan de slag om de actiepunten uit te voeren. In september 2017 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer op verzoek geïnformeerd over de voortgang. Vanzelfsprekend zet ik mij, samen met de stakeholders in de grensregio’s en de buurlanden, ten volle in om de actiepunten ook tijdens deze kabinetsperiode uit te laten voeren en waar nodig nieuwe punten te adresseren. In navolging van hetgeen ik bij de begrotingsbehandeling Binnenlandse Zaken heb gezegd6, zal ik dit voorjaar de Tweede Kamer over de voortgang berichten.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het bevorderen van het groeipotentieel in de grensregio’s niet alleen afhangt van het harmoniseren van fiscale wetgeving, maar dat er veel meer mogelijkheden zijn? Zo nee, waarom niet? Welke andere mogelijkheden ziet u? Bent u bereid zich daarvoor in te zetten. Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    In hoeverre is er bij het slechten van de barrières een rol voor de Europese Unie?

    De Europese Commissie heeft in september 2017 een mededeling uitgebracht over het stimuleren van groei en cohesie in de grensregio’s van de EU-lidstaten. Alhoewel de Commissie in deze mededeling een tiental voorstellen formuleert voor het stimuleren van groei in grensregio’s, plaatst de Commissie een belangrijke kanttekening daarbij, namelijk dat succes alleen maar behaald kan worden als bestuur en overheidsinstanties op alle niveaus samenwerken. De belangrijkste rol voor de Europese Unie zelf is gelegen in het stimuleren via fondsen, zoals Interreg, en het ondersteunen van andere overheden, via het op te richten Border Focal Point. Volledigheidshalve verwijs ik naar de reactie van het kabinet op de voorstellen van de Commissie, zoals die is neergelegd in een fiche dat in november 2017 naar de Tweede Kamer is gezonden7.

  • Vraag 7
    In hoeverre kunnen bilaterale afspraken tussen de landen aan weerzijde van de grens helpen? Zouden we ons niet veel meer daar op moeten richten? Zo nee, waarom niet?

    Het maken van bilaterale afspraken is cruciaal om kansen te kunnen benutten. Het actieteam heeft dat ook erkend. Ik ben daarom bezig om met enkele Commissarissen van de Koning van de grensprovincies de mogelijkheden te verkennen om de governance van de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren, zodat gezamenlijk met de buurlanden een agenda wordt opgesteld en uitgevoerd voor onze grensregio’s. Ik zal in mijn eerder aangekondigde voortgangsbericht aan de Tweede Kamer in het voorjaar van 2018 uitvoeriger stilstaan bij de voortgang daarvan.

  • Vraag 8
    Wat bent u voornemens te doen om grensarbeid gemakkelijker te maken?

    Zie antwoord op vragen 4 en 5.

  • Mededeling - 9 januari 2018

    Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van het lid Middendorp (VVD) over het bericht «Grenswerker schiet weinig op met Europese eenheid» (ingezonden op 13 december 2017, kenmerk 2017Z17866) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording is meer tijd nodig vanwege interdepartementale afstemming. De beantwoording zal naar verwachting uiterlijk eind januari 2018 plaatsvinden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z17866
Volledige titel: Het artikel 'Grenswerker schiet weinig op met Europese eenheid'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-944
Volledige titel: Antwoord op vragen van lid Middendorp over het bericht ‘grenswerker schiet weinig op met Europese eenheid’