Ingediend | 14 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 15 november 2017 (na 1 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z15330.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-422.html |
De genoemde bedragen in de financiële jaarverslagen van het Rijk betreffen de bruto opbrengsten van de dividendbelasting in genoemde jaren. Het bedrag van € 1,4 miljard betreft de netto-opbrengst van de dividendbelasting. Het verschil tussen de brutoopbrengst en de netto-opbrengst is de verrekening van de dividendbelasting door belastingplichtigen in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.
De weergave in de Jaarverslagen betreft inderdaad een brutoopbrengst. De netto-opbrengst voor de jaren 2010–2014 is in onderstaande tabel weergegeven. Er is nog geen realisatie beschikbaar van de netto-opbrengst in 2015 en 2016.
Jaar
2010
2011
2012
2013
2014
1. Brutoopbrengst
2,4
2,6
2,5
2,2
3,5
2. Verrekening IB
1,1
1,2
1,3
0,9
2,4
3. Verrekening Vpb
0,3
0,2
0,2
0,2
0,2
4. Netto-opbrengst =1-(2+3)
1,0
1,2
1,0
1,1
1,0
In Tabel 1 is voor de jaren 2010–2014 de verrekening in respectievelijk de inkomstenbelasting (IB) en de vennootschapsbelasting (Vpb) weergegeven. Voor de jaren 2015 en 2016 zijn nog niet voldoende aangiftegegevens beschikbaar. Het betreft hier verrekening door belastingplichtigen voor de Nederlandse IB en Vpb. Dit betreft voor het overgrote deel binnenlandse belastingplichtigen.
Voor 2014 zij opgemerkt dat de hogere brutoopbrengst en dito hogere verrekening in de inkomstenbelasting mede veroorzaakt worden door een tijdelijke toename in de uitgekeerde dividenden als reactie op de tijdelijke tariefsverlaging in box 2 in dat jaar. Het anticipatieëffect hierop is zichtbaar in 2013.
Voor 2018 wordt voor de dividendbelasting een brutoopbrengst van € 3,25 miljard geraamd (zie Miljoenennota 2018). Op basis van de gerealiseerde opbrengsten uit het verleden wordt geraamd dat 48% hiervan wordt verrekend in de IB en 9% in de Vpb. Dit leidt tot een geschatte verrekening van € 1,56 miljard in de IB en € 0,29 miljard in de Vpb. Er resteert een netto-opbrengst van € 1,4 miljard.
Het Financieel Jaarverslag verantwoordt de opbrengsten van het belastingmiddel dividendbelasting op EMU-basis (kasbasis in dit geval). De verrekening van de dividendbelasting in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting is in kaart gebracht op basis van aanslagen. Daarnaast is de verrekening geen onderdeel van de dividendbelasting, maar van respectievelijk de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. In de verantwoording van deze belastingsoorten op EMU-basis wordt de verrekening zo meegenomen. Voor een beleidsmaatregel zoals het afschaffen van de dividendbelasting wordt vanzelfsprekend wel een aparte berekening met directe doorwerking gemaakt.
Ik verwijs u naar mijn brief van heden over dit onderwerp.
Het klopt dat beleggers uit Groot-Brittannië die nu wel dividendbelasting in Nederland betalen, deze straks niet meer hoeven te betalen als de dividendbelasting wordt afgeschaft, tenzij sprake is van misbruik. Het is mij niet bekend of beleggers uit Groot-Brittannië hebben gelobbyd voor afschaffing van de dividendbelasting.
Ja.