Ingediend | 3 november 2017 |
---|---|
Beantwoord | 28 december 2017 (na 55 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | migratie en integratie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z14691.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-796.html |
Eerder is met uw Kamer gesproken over de mogelijkheid van ontheffingen voor de Douane, waardoor het douaniers in bepaalde situaties toegestaan zou worden om gebruik te maken van zwaailicht en sirene en om harder te rijden dan de maximumsnelheid.2 Zoals is toegezegd is dit voorjaar bij de toenmalig Minister van Infrastructuur en Milieu een aanvraag ingediend door de Douane om aangewezen te worden als hulpverleningsdienst die optische en geluidsignalen (OGS) mag gebruiken.3 Op basis van toetsing aan de criteria die hiervoor worden gehanteerd is deze aanvraag echter afgewezen.
Voordat de aanvraag werd ingediend, heeft de Staatssecretaris van Financiën in het Algemeen Overleg Douane, d.d. 21 december 2016, gezegd dat geprobeerd zou worden bij de werkvloer aan te sluiten.4 Aan de door de Douane geuite behoefte is tegemoet gekomen door een vrijstelling te verlenen op het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) met betrekking tot de maximumsnelheid. De RVV-vrijstelling is inmiddels door Rijkswaterstaat namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verleend. Daarnaast werken de politie en de Douane samen, bijvoorbeeld in geval van incidenten in de haven van Rotterdam. Als de Douane met een verdachte situatie wordt geconfronteerd, hebben zij een directe lijn met de Zeehavenpolitie en schakelen de mobilofoonkanalen aan elkaar.5
Zie antwoord vraag 1.
Voor de toewijzing van OGS aan een nieuwe dienst moet sprake zijn van een duidelijke noodzaak, afgewogen tegen het verkeerveiligheidsbelang. In nader overleg met de Douane is gebleken dat de mate van inzet te beperkt is om tot een aanwijzing over te gaan. Als gevolg van het incidenteel verwachte gebruik van OGS door de Douane kan niet voldoende worden gewaarborgd dat de betrokken bestuurders blijvend veilig kunnen rijden met OGS, wat als voorwaarde geldt voor toekenning. Daarnaast is het van belang dat het aantal diensten met OGS beperkt blijft met het oog op de herkenbaarheid van OGS-voertuigen bij het publiek. Bovendien zijn andere middelen toereikend om in de door de Douane geschetste problematiek te voorzien, zoals een RVV-vrijstelling van de maximumsnelheid en samenwerkingsafspraken met de politie.
Op basis van bovenstaande afweging zal de Minister van I&W de Douane niet als hulpverleningsdienst met OGS aanwijzen en zal de Douane derhalve niet over kunnen gaan tot het voeren van OGS.
Zie antwoord vraag 3.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP) over de douane (ingezonden 3 november 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.