Ingediend | 27 oktober 2017 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2017 (na 35 dagen) |
Indieners | Sandra Beckerman , Suzanne Kröger (GL), Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z14358.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-567.html |
Ja, ik heb de Jonge Klimaatagenda zelf in ontvangst mogen nemen tijdens de VN-klimaatconferentie COP23 in Bonn.
Ik vind het belangrijk om jongeren een stem geven in de brede maatschappelijke discussie over het klimaatbeleid. De beoogde klimaat- en energietransitie vraagt enorme inspanningen van bedrijven, overheden en burgers, waaronder jongeren. Deze transitie komt alleen tot stand als er voldoende zekerheid wordt geboden door een heldere visie en een langetermijnperspectief, met draagvlak onder burgers en bedrijven. Jongeren tot 25 jaar vormen bijna een derde van de bevolking en zijn daarom per definitie een belangrijke doelgroep, maar ook zullen zij – meer dan andere generaties – de gevolgen van klimaatverandering ondervinden.
Er is al een paar jaar expliciet aandacht voor de rol van jongeren in het klimaatbeleid. Het Rijk heeft daarom onder meer ondersteuning geboden aan de organisatie van de Jonge Klimaattop en ervoor gezorgd dat jongerenvertegenwoordigers aanwezig konden zijn bij de COP23. Jongeren vormen ook een belangrijke doelgroep voor de huidige Klimaatgezant, die daarmee een brug slaat tussen de relevante departementen en organisaties als de Jonge Klimaatbeweging.
Zoals aangegeven in het regeerakkoord nemen we in Nederland maatregelen die ons voorbereiden op een reductie van 49 procent in 2030. We sluiten een klimaat- en energieakkoord dat sectoren de zekerheid geeft aan welke doelstellingen voldaan moet worden op de langere termijn. Voor de korte termijn nemen we maatregelen als vergroening van het belastingstelsel, meer kavels op zee voor windenergie en de introductie van een minimumprijs van CO2 voor de elektriciteitssector. Deze plannen zullen de komende maanden worden uitgewerkt.
Goed en slim vormgegeven klimaatbeleid biedt kansen voor economische groei en werkgelegenheid. Willen we in Nederland innovaties kunnen toepassen en onderhouden én onze marktkansen verzilveren, dan moet Nederland een goed opgeleide en wendbare beroepsbevolking hebben. Dit vergt flexibiliteit en samenwerking met het bedrijfsleven bij de totstandkoming van de onderwijscurricula in mbo, hbo en universiteiten. Het vergt ook aandacht bij werkgevers voor de continue ontwikkeling van kennis en vaardigheden van hun werknemers. Tevens is het belangrijk dat jongeren gestimuleerd worden om te komen tot studie- en carrièrekeuzes die passen bij de beoogde transitie. In de komende maanden zal ik in samenwerking met de relevante collega’s uit het kabinet en in overleg met sociale partners en het onderwijs, bezien op welke wijze deze thema’s kunnen worden meegenomen in de verdere uitwerking van de plannen. Hierbij zal ook gebruik worden gemaakt van het SER-advies dat in het eerste kwartaal van 2018 zal verschijnen over de effecten van de klimaat- en energietransitie op de werkgelegenheid.