Ingediend | 19 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 6 oktober 2017 (na 17 dagen) |
Indiener | Fleur Agema (PVV) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z12293.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-120.html |
Ja. Het bericht in Medisch Contact is een reactie op het artikel in de Consumentengids van september 2017 over wachtlijsten voor verpleeghuizen. Naar aanleiding van dat bericht heb ik op verzoek van de vaste commissie van VWS op 11 september een brief over dit onderwerp gestuurd (Kamerstuk 34 104, nr. 192).
Het zorgkantoor kan de meeste cliënten met een opnamewens die een Wlz-indicatie hebben snel een aanbod doen. Uit de cijfers van het Zorginstituut blijkt dat het zorgkantoor er in het overgrote deel van de gevallen in slaagt om binnen 6 weken na de indicatiestelling een plaats aan te bieden. Het aantal is de afgelopen kwartalen vrij stabiel. Uit de cijfers van het Zorginstituut is niet af te leiden dat de wachttijd toeneemt.
Het is mogelijk dat cliënten die zorg vanuit de Zvw en/of gemeente ontvangen een eventuele aanvraag voor Wlz-zorg bij het CIZ uitstellen. Er zijn geen gegevens of dat vaak aan de orde is en in hoeverre daarbij financiële motieven een rol spelen. Tijdens het dertigledendebat over acute zorg van 13 september jl. heeft mevrouw Ellemeet een motie ingediend, waarin zij de regering verzoekt om hier onderzoek naar te doen (Kamerstuk 29 247, nr. 238). Deze motie is aangenomen en hier zal uitvoering aan worden gegeven.
Het is van groot belang dat cliënten die met spoed moeten worden opgenomen snel een plaats kunnen vinden. Ook in gevallen waar minder spoed is bij een opname slaagt het zorgkantoor er in nagenoeg alle gevallen in binnen 6 weken na de indicatiestelling een plaats aan te bieden. Het aantal cliënten met een Wlz-indicatie dat wacht op een verpleeghuisplek van eerste voorkeur is redelijk stabiel.
Als cliënten die een Wlz-indicatie hebben aangevraagd wachten op een opname, krijgen zij extramurale zorg ter overbrugging. In mijn brief van 11 september jl. ben ik hierop ingegaan. De eigen bijdrage die men in de Wlz verschuldigd is, verschilt van de regimes in de Zvw en de Wmo. Uit het eerder genoemde onderzoek naar aanleiding van de motie Ellemeet zal moeten blijken of en in hoeverre cliënten hierop anticiperen en of dit van invloed is op het moment van het aanvragen van Wlz-zorg.