Ingediend | 6 september 2017 |
---|---|
Beantwoord | 5 oktober 2017 (na 29 dagen) |
Indieners | Han ten Broeke (VVD), Kees van der Staaij (SGP), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11538.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-115.html |
Ja.
Ja. Women’s Affairs Technical Committee (WATC) heeft samengewerkt met de lokale gemeenschap van Burqa bij het opknappen van een jeugdcentrum. WATC heeft voor dit specifieke project geen Nederlandse financiering ontvangen, maar van Noorwegen en de VN. Na afloop van die samenwerking heeft de gemeenschap het centrum vernoemd naar een terroriste. Het kabinet veroordeelt dit, omdat het verheerlijking van geweld betreft. WATC heeft geen rol gespeeld bij de keuze van de naam, maar weigert zich hiervan te distantiëren omdat dit volgens WATC onder vrijheid van meningsuiting valt. Het kabinet acht het verheerlijken van geweld simpelweg onacceptabel. Nederland verwacht van al zijn partners dat zij zich hier verre van houden. Om deze reden heeft Nederland – samen met de andere donoren van het Human Rights and International Humanitairan Law Secretariat – besloten de samenwerking met WATC per direct stop te zetten.
Nee. Het kabinet wil geen steun verlenen aan organisaties die terreur verheerlijken danwel deze subsidies doorgeven aan organisaties die zich daaraan schuldig maken. Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (ingezonden 22 april 2016 met kenmerk 2016D17229), bieden de subsidievoorwaarden die de Nederlandse overheid hanteert voldoende waarborgen om steun aan dergelijke organisaties te voorkomen. Indien evenwel geconstateerd wordt dat er sprake is van schending van de subsidievoorwaarden door een organisatie zullen maatregelen worden getroffen, waarbij het opschorten of beëindigen van de bijdrage tot de mogelijkheden behoort, zoals in het geval van WATC is gebeurd. Het kabinet benadrukt dat het Human Rights and International Humanitarian Law Secretariat is opgezet om mensenrechtenorganisaties op efficiënte wijze te ondersteunen op thema’s die het kabinet van belang acht. Voorbeelden hiervan zijn rechtshulp aan kwetsbare doelgroepen in Area C die getroffen zijn door sloop of het voeren van campagnes tegen de doodstraf in Gaza.