Ingediend | 17 augustus 2017 |
---|---|
Beantwoord | 11 september 2017 (na 25 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10871.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2682.html |
Ja, ik ken het artikel «Laat me niet achter». Kort samengevat zijn de doelstellingen van de hervorming van zorg en ondersteuning: dichter bij de mensen, met hogere kwaliteit en binnen financieel houdbare kaders. Kijkend en luisterend naar het enthousiasme bij gemeenten, professionals en burgers zie ik ook hoe de nieuwe verhoudingen tot een nieuwe praktijk leiden. Nieuwe samenwerkingsvormen tussen medisch en niet-medische professionals dragen bij aan levensbrede ondersteuning die essentieel is om langer thuis te kunnen blijven wonen. Initiatieven van burgers krijgen een meer prominente plek waardoor de maatschappij meer betrokken is en ook de kosten worden beheerst. Ook de klanttevredenheidsonderzoeken uit 2015 laten een positieve tendens zien. Gemiddeld scoort 69 tot 80 procent positief op Wmo-onderdelen als toegang, onderzoek of ondersteuning. Tegelijkertijd zijn we er nog niet en zetten we gezamenlijk in op een verdergaande voor mensen merkbare verbetering van de zorg en ondersteuning. Daar zijn alle betrokken partijen druk mee bezig, zoals blijkt uit onder andere de voortgangsrapportages over de Wmo, de voortgang met betrekking tot mantelzorg en onafhankelijke cliëntondersteuning en voortgang van waardigheid en trots.
Mensen die thuis wonen kunnen een meer complexe zorgvraag hebben, die niet alleen met behulp van ondersteuning vanuit de Wmo kan worden opgelost. Deze mensen maken daarom aanspraak op wijkverpleging en casemanagement vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Casemanagement kan hierbij een bijdrage leveren aan het organiseren van de zorg in de thuissituatie en het begeleiden van de cliënt en zijn familie bij het omgaan met het ziekteproces. Dit in combinatie met persoonlijke verzorging en verpleging van een wijkverpleegkundige, maakt het mogelijk dat bijvoorbeeld ook mensen met dementie langer thuis kunnen blijven wonen. Wanneer de zorgvraag nog verder toeneemt, en iemand voldoet aan de criteria voor een indicatie uit de Wet langdurige zorg (Wlz), is het mogelijk dat diegene aan huis zorg ontvangt via een Modulair of Volledig Pakket Thuis (MPT/VPT). Deze leveringsvorm kan een uitkomst bieden voor mensen die wel Wlz-zorg nodig hebben, maar nog niet naar een verpleeghuis willen. De zorg moet dan naar het oordeel van het zorgkantoor verantwoord en doelmatig zijn.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft geen toezichthoudende rol voor de uitvoering van de Wmo. De gemeente wijst een Wmo-toezichthouder aan op basis van artikel 6.1 van de Wmo 2015. Deze houdt toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de Wmo. Over de uitvoering van de Wmo vindt verder horizontale verantwoording plaats aan de gemeenteraad. Ik heb geen signalen gekregen dat de transparantie bij gemeenten vergroot moet worden.
Om ervoor te zorgen dat mensen met dementie en hun mantelzorgers optimaal worden ondersteund, heb ik dit jaar verschillende acties in gang gezet:
Zie antwoord vraag 4.