Ingediend | 27 juli 2017 |
---|---|
Beantwoord | 22 augustus 2017 (na 26 dagen) |
Indieners | Joba van den Berg-Jansen (CDA), Erik Ronnes (CDA) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | huisvesting huren en verhuren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z10597.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2502.html |
Ja. Ik ben bekend met het bericht «Cadeautje aan Zeeuwse huurders voorlopig van de baan».
Een doel van de herziene Woningwet is geweest, mede gelet op de aanbevelingen van de parlementaire enquête, om woningcorporaties terug te laten keren naar hun kerntaak en grenzen te stellen aan hun werkdomein. Vanuit dit opzicht beperkt de Woningwet de mogelijkheden voor woningcorporaties om diensten te verlenen en meer specifiek om financiële middelen ter beschikking te stellen aan huurders, om willekeur en oneigenlijke vormen van subsidieverlening te voorkomen en tevens uit te sluiten dat de geldende huurprijswetgeving kan worden omzeild.
Het geven van een eenmalige korting op de maandelijkse huur door een corporatie is naar oordeel van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) materieel het «ter beschikking stellen van financiële middelen». Op grond van de Woningwet mogen woningcorporaties geen financiële middelen ter beschikking stellen, met uitzondering van de gevallen die zijn opgenomen in artikel 48 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (Btiv). In de Woningwet is naast deze vastgelegde uitzonderingen geen hardheidsclausule opgenomen op grond waarvan alsnog een eenmalige huurkorting gegeven zou kunnen worden.
Hoewel een eenmalige korting op de maandelijkse huur niet mogelijk is, zijn er voor een woningcorporatie andere mogelijkheden om kostenbesparingen die samenhangen met een fusie structureel ten goede te laten komen aan de doelgroep. Bijvoorbeeld doordat in huurovereenkomsten de huurprijs structureel wordt verlaagd, of toekomstige huurverhogingen worden beperkt. Tevens kan er voor worden gekozen om woningverbeteringen en duurzaamheidsmaatregelen toe te passen in de woningvoorraad, die leiden tot lagere energielasten voor zowel huidige als toekomstige bewoners, zonder dat voor deze maatregelen huurverhoging wordt gevraagd door de woningcorporatie.
De Woningwet stimuleert de woningcorporatie, gemeente en huurdersorganisatie om prestatieafspraken te maken over de bijdrage van de woningcorporatie aan het lokale volkshuisvestingsbeleid van de gemeente, binnen de grenzen van de wettelijke toegestane activiteiten van corporaties. Onderdeel hiervan kunnen prestatieafspraken zijn over het huurprijsbeleid van een woningcorporatie inclusief de mogelijkheid van structurele huurmatiging voor bewoners als gevolg van financiële besparingen door een woningcorporatie.
De Autoriteit woningcorporaties geeft aan dat de eenmalige huurkorting was opgenomen in het fusievoorstel van woningcorporatie Zeeuwland. Omdat dit specifieke punt geen onderdeel van beoordeling van fusievoorstellen is, heeft de Autoriteit woningcorporaties toestemming gegeven voor de fusie. De Autoriteit woningcorporaties komt dus niet terug op haar goedkeuringsbesluit voor de fusie. Echter, geeft zij nu wel aan dat het eenmalig toepassen van huurkorting, in de door Zeeuwland gekozen vorm, niet mogelijk is omdat dit in strijd is met de Woningwet. Omdat dit plan al in het fusievoorstel opgenomen was, had de Autoriteit woningcorporaties Zeeuwland hier eerder op kunnen wijzen.
Tegelijk geldt in het algemeen dat zaken waarover de Aw geen signaal heeft afgegeven niet automatisch zijn toegestaan onder de Woningwet en dat woningcorporaties ook zelf geacht worden de wet te kennen en hiernaar te handelen.
Zie antwoord vraag 4.
In het antwoord op vraag 2 is aangegeven dat er voor een woningcorporatie voldoende mogelijkheden zijn om conform de voorschriften uit de Woningwet kostenbesparingen structureel ten goede te laten komen aan de doelgroep. De Autoriteit woningcorporaties is reeds in gesprek geweest met woningcorporatie Zeeuwland over de verschillende mogelijkheden die de Woningwet toelaat.
Financiële besparingen kunnen door een woningcorporatie ten goede worden gebracht van haar doelgroep, binnen de geldende kaders van de Woningwet en de geldende huurprijswetgeving. Op grond van de geldende huurprijswetgeving mag een woningcorporatie jaarlijks een keer (per 1 juli) de huur verhogen, waarbij zij tevens is gebonden aan een maximumpercentage voor de huurverhoging. Daarnaast kan een huurverhoging plaatsvinden bij mutatie van een woning.
Bij een besluit tot structurele huurverlaging is een woningcorporatie niet gebonden aan een jaarlijks vaststaand moment en dus kan het besluit tot structurele huurverlaging door een woningcorporatie in overleg met de huurdersorganisatie snel worden genomen, zodat het effect hiervan binnen enkele maanden merkbaar is voor de huurders.