Ingediend | 15 juni 2017 |
---|---|
Beantwoord | 10 oktober 2017 (na 117 dagen) |
Indiener | Lammert van Raan (PvdD) |
Beantwoord door | Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA) |
Onderwerpen | afval natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z08322.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-152.html |
Ja.
Ja, dat klopt. Zoals in het Besluit Wob-verzoek is aangegeven, zijn deze documenten niet aangetroffen bij RWS en/of berusten zij niet bij RWS.
RWS heeft het onderhoud van de weginfrastructuur opgenomen in prestatiecontracten met opdrachtnemers. Een onderdeel hiervan is het maaionderhoud. Bij deze contracten is tevens een onderhoudsregime gevoegd waarin het specifieke aantal keren maaien voor het betreffende project is voorgeschreven. Daarnaast zijn de opdrachtnemers verplicht om zwerfafval te verwijderen en af te voeren volgens de vigerende wet- en regelgeving.
De kwalitatieve en kwantitatieve eisen die worden gesteld aan bermonderhoud en het verwijderen van zwerfafval zijn vastgelegd in «de Prestatiecontracten Nat en Droog» die RWS afsluit met afzonderlijke onderhoudsaannemers. In deze contracten worden alle aspecten van het onderhoud geregeld, waaronder de regelmaat. Uitgangspunt is de omgevingskwaliteit; die moet voldoen aan de eisen. Met welke frequentie de aannemer zwerfafval opruimt om aan de eisen te voldoen, is aan de aannemer zelf.
In het kader Beheer groenvoorzieningen en in de leidraad Beheer groenvoorzieningen heeft RWS de eisen opgenomen die gesteld worden aan zwerfafval bij bermbeheer. Het beleid van RWS is om in contracten vast te leggen hoe de omgevingskwaliteit moet zijn. Hoe dit bereikt wordt, mag de opdrachtnemer zelf bepalen. Het naleven van de contractuele verplichting door de opdrachtnemer wordt getoetst door het uitvoeren van een mix van systeem-, proces- en producttoetsen. Deze mix wordt bepaald op grond van geïnventariseerde en gekwantificeerde risico’s (risicoanalyse).
Zwerfafval in gemaaid gras kan zowel voor het oogsten als tijdens het proces erna verwijderd worden. Het is dus niet zo dat het gemaaide gras waarin zwerfafval voorkomt automatisch onbruikbaar is; het kan nog steeds worden ingezet als een bruikbare grondstof. Dit strookt met de ambitie van het kabinet om te komen tot een circulaire economie.
Ik ben mij bewust van deze gevaren. In het kader van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, maar ook in het kader van de Europese regionale samenwerking binnen OSPAR, is veel informatie verzameld over de schade door zwerfafval aan ecosystemen evenals sociale en economische schade. Deze kennis wordt ook betrokken bij de verdere uitvoering van het bestrijden van zwerfafval.
Naast het vrij zijn van storend zwerfafval worden er ook afspraken gemaakt over het legen van vuilnisbakken; een afvalbak mag bijvoorbeeld nooit vol zijn en mag niet stinken. Zie het antwoord op vraag 3.
RWS werkt nu versneld aan het opstellen van een Kader Zwerfafval. Naar aanleiding hiervan zal eerst geëvalueerd worden of daarmee de contracteisen beter geformuleerd kunnen worden.
In de door RWS gehanteerde functionele contracten is het uitwerken van bijvoorbeeld het begrip storend niet aan de orde. Het is aan de opdrachtnemers om hier invulling aan te geven op grond van hun kennis en ervaring en wat acceptabel is in maatschappelijk opzicht. Dit past in de marktvisie van RWS dat opdrachtnemers dit zo goed als mogelijk oppakken om tot een goede invulling van het contract te komen.
RWS is niet van alle gronden langs de Maas de eigenaar. Op de eigen gronden ruimt RWS het zwerfafval op; daar gelden de normale prestatiecontracten voor het onderhoud. Daar waar RWS niet verantwoordelijk is, is het de taak van de desbetreffende eigenaar/beheerder om op te ruimen. Er zijn geen wettelijke kaders om dat te verplichten.
De precieze ambtelijke en financiële inzet kan niet worden weergegeven, want deze is in veel onderdelen van de bedrijfsvoering verweven, zoals prestatiecontracten. Door de bundeling van verschillende werkzaamheden in de afzonderlijke prestatiecontracten is het niet meer mogelijk om achteraf te bepalen wat voor RWS de jaarlijkse kosten waren voor specifiek zwerfafvalgerelateerde werkzaamheden.
RWS werkt aan een kader dat moet voorzien in richtlijnen voor handelen omtrent (plastic) zwerfafval in het dagelijks weg- en waterbeheer in haar areaal. Dit hangt nauw samen met de intentieverklaring Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater waarin RWS voorstelt om de mogelijkheden te verkennen voor structurele inzameling van (plastic) zwerfafval bij kunstwerken. De richtlijnen in het kader zullen afhankelijk van het type object en gebied worden vastgesteld. Naar verwachting is het kader in 2018 beschikbaar.
Op dit moment biedt de bestaande monitoring onvoldoende informatie op basis waarvan doelstellingen kunnen worden overwogen omtrent het wegdrijven van zwerfafval van de ene regio naar de andere. RWS werkt momenteel aan verbetering van de monitoringsystematiek die op termijn een betere basis zal bieden voor het stellen van eventuele (kwantitatieve) doelen.
Zie antwoord vraag 11.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijk afval binnen hun perceel. Gemeenten dragen ook zorg voor de openbare ruimte van dit gebied. Dit maakt dat gemeenten maatregelen dienen te nemen om zwerfafval tegen te gaan en in te zamelen. Zij kunnen hiervoor regels opnemen in de afvalstoffenverordening.
Zwerfafval bestaat onder andere uit verpakkingen, maar niet alleen uit verpakkingen. De hierboven genoemde kosten van ongeveer € 250 mln gaan over kosten voor het opruimen van al het zwerfafval. Het verpakkende bedrijfsleven draagt jaarlijks € 20 mln bij aan gemeenten. De € 20 mln heeft als doel de extra aanpak van zwerfafval te bevorderen (omgerekend is dit € 1,18 per inwoner voor 2016). De vergoeding biedt ruimte voor andere werkwijzen en het nemen van extra maatregelen voor een schonere openbare ruimte. Met de kennis en ervaring die gemeenten opdoen, ontwikkelt NederlandSchoon in samenwerking met gemeenten en RWS en NVRD best practiceswaar alle gemeenten hun voordeel mee kunnen doen en de kennis over succesvolle en effectieve aanpakken wordt vergroot. Daarnaast financiert het verpakkend bedrijfsleven NederlandSchoon in 2017 met € 5,5 mln.
Het is de keuze en verantwoordelijkheid van producenten welke verpakkingen ze gebruiken en op de markt brengen. In het Besluit beheer verpakkingen is vastgelegd dat verpakkingen dienen te voldoen aan de gestelde essentiële eisen. Tevens is in het besluit bepaald dat de producent en importeur van een verpakking verplicht is om bij het ontwerpen en de vervaardiging van een verpakking zoveel mogelijk het ontstaan van zwerfafval te voorkomen.
Het ontstaan van zwerfafval is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van diegenen die afval op straat gooien, in plaats van in de afvalbak. Het verpakkende bedrijfsleven neemt haar verantwoordelijkheid door middel van haar inzet voor Nederland Schoon plus de jaarlijkse bijdrage van € 20 mln aan gemeenten voor het voorkomen en opruimen van zwerfafval.
Op dit moment wordt de Raamovereenkomst Verpakkingen geëvalueerd. In deze evaluatie worden de gemaakte afspraken over de bijdrage vanuit het verpakkende bedrijfsleven voor het opruimen van zwerfafval meegenomen. Met het niet-verpakkend bedrijfsleven worden in het kader van de landelijke aanpak zwerfafval gesprekken gevoerd over zijn bijdrage.
Zie antwoord vraag 17.
Ik onderzoek momenteel welke maatregelen geschikt zijn om zwerfafval tegen te gaan, zie daartoe mijn brief4 van 23 mei 2017 naar aanleiding van de petitiemotie van de Plasic Soup Surfer. Hierover wordt u dit jaar verder geïnformeerd. Of dit ook betekent dat een zwerfafvalverwijderingsbijdrage wordt ingevoerd voor producten, kan ik nu nog niet zeggen.
Zie antwoord vraag 19.