Kamervraag 2017Z07199

De brand bij de olieraffinaderij Isla op Curaçao

Ingediend 31 mei 2017
Beantwoord 11 juli 2017 (na 41 dagen)
Indieners Stientje van Veldhoven (D66), Antje Diertens (D66), Jessica van Eijs (D66)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen lucht natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z07199.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2737.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de berichten «Isla tast nog in het duister», «brand in olieraffinaderij Isla» en het Inspectierapport van de Isla?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Op welke manier en door wie wordt het onderzoek uitgevoerd waarmee moet worden vastgesteld of er bij de brand schadelijke stoffen zijn vrijgekomen die van invloed kunnen zijn op de gezondheid van de omwonenden?

    Zoals ook in voorgaande beantwoording van vragen van Uw kamer betreffende de Isla-raffinaderij is aangegeven, berust de verantwoordelijkheid voor de Isla-raffinaderij bij het land Curaçao. Ik ben dan ook niet in de positie om inhoudelijke antwoorden te geven op vragen die betrekking hebben op het beleid, de uitvoering en de handhaving in relatie tot de Isla-raffinaderij of de communicatie met omwonenden.
    De toenmalige regering van Curaçao onder leiding van Minister-President Whiteman heeft een inspectie en audit van de Isla-raffinaderij, de CRU-centrale en Aqualectra laten uitvoeren. Daarbij is gebruik gemaakt van extern ingehuurde expertise. Mijn departement heeft op verzoek van Curaçao daarbij assistentie verleend.
    De resultaten van de inspectie en audit zijn door de huidige regering van Curaçao onder leiding van Minister-President Rhuggenaath aan de betrokken ondernemingen ter kennis gebracht. Het inzicht in de situatie zoals een inspectie en audit oplevert vormt een basis voor maatregelen. In het licht van het voorgaande constateer ik dat het land Curaçao daadwerkelijk invulling geeft aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de Isla-raffinaderij en de milieu hygiënische en gezondheidsaspecten die met de Isla-raffinaderij, de CRU en Aqualectra samenhangen.

  • Vraag 3
    Op welk «eerste onderzoek» baseren de lokale autoriteiten en de woordvoerder van de Isla zich wanneer zij stellen dat er geen sprake is van risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van de brand?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven of het bekend is of de rookpluimen door toedoen van de brand veel meer fijnstof dan gewoonlijk bevatten, met schadelijke gevolgen bij het inademen? Zo ja, waarom is dit dan niet meegenomen als risico voor de volksgezondheid?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Volgens de woordvoerder van de Isla is de brand ontstaan bij de Crude Distiller en is er benzine verbrand; kan worden uitgesloten dat er bij de brand ook andere brandstoffen zijn verbrand of verdampt, waardoor bijvoorbeeld vluchtige organische koolwaterstoffen zoals het kankerverwekkende benzeen zijn ontstaan?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 6
    De woordvoerder van de Isla geeft aan dat er geen reden is tot zorg omdat de stoffen die zijn vrij gekomen normaal gesproken ook worden verbrand bij het affakkelen; kunt u bevestigen dat bij het affakkelen bij de Isla ook schadelijke stoffen vrij kunnen komen? In hoeverre kan er sprake zijn van een toename in de kwantiteit van deze stoffen tijdens de brand?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Op welke manier en op welk moment zijn omwonenden van de Isla raffinaderij door de Curaçaose overheid en door het management van de Isla op de hoogte gesteld van brand? Hoe wordt geverifieerd of alle communicatie die de omwonenden over de gezondheidsrisico’s ontvangen correct is?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 8
    Op welke manier en door wie wordt het onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van de brand? Wordt dit alleen door de Isla zelf gedaan, of zullen hier ook externen bij betrokken zijn? Zo ja, wie?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 9
    Hoe vaak zijn er veiligheidsincidenten bij de Isla geweest en hoe verhoudt dit zich tot raffinaderijen elders in de wereld? Is er sprake van een structureel veiligheidsprobleem? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 10
    Wat vindt u ervan dat uit het Inspectierapport van de Isla raffinaderij onder begeleiding van Fluor blijkt dat de Isla raffinaderij milieuproblematiek alleen maar benadert vanuit het risico op het «overtreden van de aan de vergunning gebonden eisen» in plaats van dat er een generieke benadering wordt gehanteerd waarbij milieuschade in kosten wordt vertaald?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 11
    Uit het Inspectierapport van Fluor blijkt dat de Isla raffinaderij op meerdere punten, waaronder het structureel affakkelen, niet aan de huidige vergunningsvereisten voldoet; is het bekend hoe lang de Isla zich al niet aan deze vergunningsvereisten houdt? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 12
    Het Inspectierapport van Fluor doet meerdere aanbevelingen zowel voor de korte als voor de lange termijn waarmee de Isla wél aan de vergunningseisen kan gaan voldoen; kunt u aangeven op welke manier en met welke tijdslijn de overheid van Curaçao handhaaft dat de Isla de aanbevelingen van het Inspectierapport ook daadwerkelijk doorvoert?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 13
    Welke acties heeft de Curaçaose overheid tot nu toe ondernomen om de overtredingen van de Isla raffinaderij te handhaven en ervoor te zorgen dat de Isla raffinaderij zich aan de minimale vergunningseisen gaat houden?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 14
    Wanneer wordt door de Curaçaose overheid opnieuw een inspectie uitgevoerd en geëvalueerd of de Isla raffinaderij de aanbevelingen van het Inspectierapport van Fluor heeft opgevolgd en wél aan alle vergunningvereisten voldoet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 15
    Indien de Isla raffinaderij in gebreke blijft en de vigerende wet- en regelgeving blijft overtreden, op welk moment gaat de Curaçaose overheid daar dan consequenties aan verbinden door middel van sancties of het stil leggen van de operaties? Welk kader wordt daarvoor gehanteerd?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 16
    Hebben relevante Nederlandse inspectiediensten zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voldoende capaciteit om hun kennis, expertise en ervaring over hoe handhaving voorspoedig te laten verlopen, beschikbaar te stellen aan de Curaçaose overheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u in dat geval dit aanbod te doen richting de Curaçaose overheid?

    Eerst op basis van een concreet verzoek van de Curaçaose autoriteiten kan worden bepaald welke expertise vanuit onder andere de ILT benodigd zou zijn en of deze in voldoende mate aanwezig is. In het kader van de reactie op zo’n verzoek kan ook aandacht worden besteed aan de achtergronden van het incident, de gezondheids- en milieuaspecten ervan en de visie op vergunningverlening en handhaving. Op basis van een eerder verzoek van de Curaçaose regering wordt nu reeds assistentie verleend en ik heb in beginsel de bereidheid deze assistentie desgevraagd te continueren.

  • Vraag 17
    Kunt u alle gestelde vragen afzonderlijk beantwoorden?

    Omdat de verantwoordelijkheid voor de Isla-raffinaderij bij het land Curaçao berust, zijn de vragen niet afzonderlijk beantwoord.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z07199
Volledige titel: De brand bij de olieraffinaderij Isla op Curaçao
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2737
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Diertens, Van Eijs en Van Veldhoven over de brand bij de olieraffinaderij Isla op Curaçao